Opereren of bekkenfysiotherapie bij inspannings urine-incontinentie
Een nieuwe Nederlandse studie, uitgevoerd onder leiding van het UMC Utrecht, toont aan dat bij vrouwen met matige tot ernstige inspannings urine-incontinentie een operatie effectiever is dan fysiotherapie, de huidige standaardbehandeling. De onderzoekers, die hun resultaten deze week publiceren in de New England Journal of Medicine, stellen daarom voor om voortaan de mogelijkheden van zowel een operatie als van bekkenfysiotherapie met patiënten te bespreken en vervolgens de optie te kiezen die het best bij de individuele patiënt past.
In de door ZonMw gesubsidieerde PORTRET (Physiotherapy OR Tension free tape Randomized Efficacy Trial) studie werden 460 vrouwen ouder dan 35 jaar met matige tot ernstige inspannings (‘stress‘) urine-incontinentie gelijkmatig verdeeld over twee groepen. Een groep onderging bekkenfysiotherapie die werd uitgevoerd door gecertificeerde bekkenfysiotherapeuten. Bij de andere groep werd door een ervaren operateur via een operatie een kunststof bandje (’mid-urethral sling’) geplaatst onder de urinebuis, zodat deze wordt ondersteund waardoor ongewenst urineverlies wordt tegengegaan.
Een jaar later onderzochten de artsen of de behandelingen hadden geholpen. Uit de studie bleek dat een operatie duidelijk effectiever is dan bekkenfysiotherapie. Een subjectieve verbetering trad op in 90.8 procent van de vrouwen die waren geopereerd, tegenover 64.4 procent van de vrouwen die met bekkenfysiotherapie waren gestart (van deze groep onderging binnen een jaar 49 procent tevens een operatie). Ook het aantal vrouwen dat geheel klachtenvrij werd, was groter na operatie (85.2 procent) dan na bekkenfysiotherapie (53.4 procent). Bij ongeveer 1 op de 10 vrouwen traden milde complicaties op (zoals bloeduitstorting of aandrang incontinentie), welke geheel konden worden toegeschreven aan de operatie. Ofschoon de complicaties geen blijvende nadelige gevolgen veroorzaakten, kent bekkenfysiotherapie deze complicaties niet.
Aanpassing richtlijnen
Prof. Dr. Huub van der Vaart, gynaecoloog verbonden aan het UMC Utrecht/Bergman Clinics Vrouwenzorg en coauteur van de studie: “Op grond van de uitkomsten van deze studie dienen de nationale en internationale richtlijnen te worden aangepast. De huidige richtlijnen geven aan dat bekkenfysiotherapie altijd de eerste behandeling van inspannings urine-incontinentie bij de vrouw moet zijn. Gezien het grote verschil in effectiviteit, in het voordeel van de operatie, dient deze mogelijkheid naast bekkenfysiotherapie als primaire therapie aangeboden te worden. Met duidelijke voorlichting over de voor- en tegens van iedere behandelingsmogelijkheid kunnen we in de spreekkamer samen met de patiënt de juiste keuze maken.”
Inspannings urine-incontinentie komt vaak voor
Inspannings urine-incontinentie (ongewild urineverlies bij inspanning, springen, niezen of hoesten) is een veelvoorkomend probleem bij vrouwen (1 op de 4 vrouwen ouder dan 35 jaar heeft er last van) en kan de kwaliteit van leven aantasten. In geval van inspannings urine-incontinentie loopt er urine uit de blaas, als de druk in de buik bij inspanning omhoog gaat. Normaal zorgt het bindweefsel van de bekkenbodem onder de urinebuis dat deze wordt dicht gedrukt bij inspanning. Beschadiging van het bindweefsel door bijvoorbeeld een bevalling kan er toe leiden dat de urinebuis niet meer goed wordt ondersteund, met ongewild urineverlies als gevolg.
Referentie
Labrie J et al. Surgery versus physiotherapy for stress incontinence. New England Journal of Medicine 2013;369:1124-1133
Bron: UMC Utrecht