x

Voorhangbrief: Domeinoverstijgende consultatiefunctie geestelijke gezondheidszorg


De minister voor VWS, Conny Helder, informeert de Kamer der Staten-Generaal en de Eerste kamer  conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die de minister voor VWS van plan is te geven op grond van artikel 7 van de Wmg aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Met die aanwijzing wil de minister voor VWS de NZa de opdracht geven om per 1 januari 2024 een prestatiebeschrijving met een vrij tarief voor de consultatiefunctie sociaal domein – geneeskundige ggz (hierna: consultatiefunctie ggz) vast te stellen, zodat hierover afspraken kunnen worden gemaakt.

In haar brief wordt eerst ingegaan op de aanleiding en inhoud van de consultatiefunctie ggz. Vervolgens wordt er ingegaan op de bekostiging en macrobudgettaire beheersbaarheid. Daarna wordt er ingegaan op enkele randvoorwaarden die de NZa in haar uitvoeringstoets heeft benoemd. Aan deze randvoorwaarden moet worden voldaan alvorens de doelstellingen van de consultatiefunctie ggz bereikt kunnen worden. Ten slotte wordt er ingegaan op de monitoring en evaluatie. Als laatste onderdeel van deze brief treft u de zakelijke inhoud van de voorgenomen aanwijzing aan de NZa.

Aanleiding

In het hoofdlijnenakkoord GGZ 2019-2022 is opgenomen dat er behoefte is aan bekostiging van de consultatiefunctie ggz. De consultatiefunctie ggz voorziet erin dat professionals in het sociaal domein professionals in de geneeskundige ggz kunnen consulteren (bevragen) om de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding aan cliënten te kunnen bieden. De bekostiging van de consultatiefunctie ggz moet de samenwerking tussen het sociaal domein en de geneeskundige ggz versterken. Met een aparte prestatie voor de consultatiefunctie voor de geneeskundige ggz kan de professional in het sociaal domein gemakkelijker een ggz-professional consulteren en weet de professional in het sociaal domein sneller hoe verder te handelen met de cliënt.

De consultatiefunctie en het Integraal Zorgakkoord

De consultatiefunctie ggz past in de beweging die met het Integraal Zorgakkoord (IZA) wordt beoogd. Het IZA beoogt een beweging in te zetten naar passende zorg, zodat toegankelijke, goede en betaalbare zorg in de toekomst mogelijk blijft. Eén van de thema’s binnen het IZA is het verbeteren van de samenwerking tussen verschillende domeinen, zoals het sociaal domein en de ggz. In dit kader is in het IZA afgesproken dat voor de consultatiefunctie wordt toegewerkt naar een aparte declarabele prestatie per 2024.

De afgelopen jaren heeft een landelijke werkgroep onder leiding van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hard gewerkt aan de invulling en uitwerking van de randvoorwaarden van de consultatiefunctie ggz binnen het domein van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Er is een advies aan het Zorginstituut Nederland (ZIN) gevraagd; partijen hebben medio februari 2022 een richtinggevend besluit genomen om toe te werken naar een aparte declarabele prestatie met een vrij tarief voor de consultatiefunctie per 2024. De Tweede Kamer is eerder geïnformeerd over de voortgang van de consultatiefunctie ggz. Het ministerie van VWS heeft op 14 december 2022 de NZa gevraagd een uitvoeringstoets uit te voeren. Op 10 maart 2023 heeft de NZa deze uitvoeringstoets opgeleverd.

De uitvoeringstoets van de NZa geeft antwoord op de vraag of de consultatiefunctie ggz het beste kan worden bewerkstelligd met een lumpsum bekostiging met vrij tarief. De conclusie van de NZa is dat de voorgestelde lumpsumafspraken op basis van een aparte prestatiebeschrijving met een vrij tarief vanuit zorgperspectief de beste bekostigingswijze is om de doelstelling van de consultatiefunctie en randvoorwaarden te bereiken. Deze conclusie onderschrijft de minister voor VWS, samen met de leden van de landelijke werkgroep, en daarom is het voornemen om de NZa een aanwijzing te geven om de consultatiefunctie ggz conform haar advies vast te stellen en met ingang van 2024 op te nemen in haar regelgeving.

Standpunt Zorginstituut Nederland

In mei 2021 heeft het Zorginstituut Nederland (ZIN) een standpunt uitgebracht over de vraag in welke situatie sprake is van verzekerde zorg zodat de consultatiefunctie ggz ten laste van de Zvw mag worden gebracht. Het ZIN heeft aangegeven dat rechtstreekse consultatie van de ggz door een professional in het sociaal domein ten laste van de Zvw kan worden gebracht, omdat sprake is van geneeskundige zorg dan wel een grote verwevenheid daarmee. Het ZIN maakt onderscheid tussen bemoeizorg en de consultatiefunctie, waarbij bemoeizorg niet onder de Zvw valt.

CZ-1046937TKDownloaden

Bron: Rijksoverheid
Het bericht Voorhangbrief: Domeinoverstijgende consultatiefunctie geestelijke gezondheidszorg verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel