Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

Dagelijks huid-op-huid contact met moeder beïnvloedt microbioom baby


Dagelijks een uur huid-op-huid contact van moeder met de voldragen pasgeboren baby gedurende vijf weken verandert het darmmicrobioom van de baby. Dat blijkt uit onderzoek van Henrik Eckermann van het Radboudumc, gepubliceerd in Gut Microbes.

De vroege kolonisatie van de darm door microben is een vitaal proces en niet alleen omdat het microbioom helpt bij het verteren van voedsel. Het maakt ook de opname van voedingsstoffen mogelijk, draagt bij aan een goede werking van de darmen en speelt een belangrijke rol bij de afstemming van het immuunsysteem. In de afgelopen decennia is duidelijk geworden dat het microbioom zich ook bemoeit met de wederzijdse communicatie tussen de darmen en het brein.

De darm koloniseren

In het vroege leven van de baby verandert de samenstelling van het microbioom door borstvoeding, intensief contact met de moeder en daarna met andere familieleden, huisdieren, antibioticabehandeling en andere factoren. Het is een goed doel voor baby’s om al vroeg in hun leven met een gezond microbioom te beginnen. De vraag is: hoe ziet zo’n microbioom eruit en op welke manier kan het positief worden beïnvloed.

Huid-op-huid contact

In het SKIPPY-project analyseren onderzoekers van het Radboudumc verschillende aspecten die samenhangen met huid-op-huidcontact (HHC) van moeders en hun voldragen baby’s. Tijdens de HHC-interventie werden baby’s op de blote borst van de moeder gelegd met alleen een luier aan. Moeders in de HHC-groep kregen de instructie om vijf weken lang een uur per dag HHC te doen. Deze HHC-groep werd vergeleken met een groep die de gebruikelijke zorg bood. Uit het SKIPPY-project bleek onder andere dat moeders in de HHC-groep minder angstig en moe waren, dat ze langer borstvoeding gaven en dat hun baby’s meer sliepen en minder huilden. Dit alles in vergelijking met de controlegroep.

Beïnvloeding van het darmmicrobioom

Binnen het SKIPPY-project onderzocht Henrik Eckermann of huid-op-huidcontact van moeder en kind de ontwikkeling van het darmmicrobioom van de baby beïnvloedde door monsters van de ontlasting van de baby te onderzoeken op 2, 5 en 52 weken na de geboorte. Eckermann: “We keken naar verschillende aspecten zoals welke bacteriën aanwezig waren in de darmen, welke metabolieten ze waarschijnlijk produceren, hoe veranderlijk de samenstelling van bacteriën was in de loop van de tijd en hoe volwassen het microbioom was in relatie tot de leeftijd van de zuigeling. Baby’s in de HHC-groep vertoonden minder volatiliteit, dus minder grote veranderingen in de samenstelling van hun microbioom. Daarnaast zagen we dat de uitgroei naar een volwassen microbioom bij hen iets langer duurde dan bij baby’s in de controlegroep.”

Overdracht van bacteriën

Onderzoek naar huid-op-huidcontact bij premature baby’s laat positieve effecten zien op de ontwikkeling van de hersenen, hart en bloedvaten en de lichamelijke ontwikkeling. In het nog sporadische onderzoek naar de effecten bij voldragen baby’s, waar het hier om gaat, kunnen nog geen duidelijke conclusies worden getrokken, zegt Eckermann. “Is een minder veranderlijke ontwikkeling van darmbacteriën positief of negatief? Is de langzamere ontwikkeling tot een ‘volwassen’ bacteriesamenstelling een voordeel of een nadeel? Veel hierover moet nog worden uitgezocht. Dat geldt ook voor het precieze werkingsmechanisme van dit huid-op-huidcontact. Vermindert het stress en beïnvloedt deze stress reductie de bacteriesamenstelling? Verklaart de overdracht van bacteriën via borstvoeding het waargenomen effect? – Ja, tot op zekere hoogte wat betreft de rijping van het microbioom maar niet volledig, en de borstvoeding verklaart niet het effect op volatiliteit. Dit zijn dus vragen voor toekomstig onderzoek. Blijft de vraag hoe belangrijk direct huidcontact is bij het overbrengen van bacteriën naar de darmen van de baby. We zien dat HHC een effect heeft op het microbioom. Dit effect kan niet verklaard worden door een verhoogde overdracht van huidbacteriën, maar mogelijk verloopt dat door een stress reducerende effect voor baby en/of moeder.”

Darm-brein-as

Eckermann toont aan dat dagelijks huid-op-huid contact de ontwikkeling van het microbioom verandert bij gezonde volgroeide zuigelingen, maar hoe deze veranderingen te interpreteren – gezond of niet? – blijft vooralsnog onbeantwoord. Eckermann geeft een mooi voorbeeld van de complexiteit van zijn onderzoek: “Op dit moment kennen we meer dan veertig metabole routes die betrokken zijn bij de communicatie tussen de darmen en de hersenen. De afbraak van serotonine en de productie van histamine zijn een paar voorbeelden. We hebben een schatting gemaakt van de geproduceerde metabolieten en ontdekten dat de HHC-baby’s waarschijnlijk minder stikstofmonoxide afbreken en meer butyraat en acetaat aanmaken dan de controlegroep. Bacteriën zoals Faecalibacterium, Roseburia, Eubacterium, Anaerobutyricum Anaerostipes, Coprococcus en Subdoligranulum kunnen allemaal butyraat maken en dit is slechts een van de vele metabole routes. De verschillende variabelen die allemaal een aspect van het microbiële ecosysteem van de darm weerspiegelen, geven goed de complexiteit van de microbioomstudies aan.”

Gut Microbes: Daily skin-to-skin contact alters microbiota development in healthy full-term infants – Henrik Andreas Eckermann, Jennifer Meijer, Kelly Cooijmans, Leo Lahti & Carolina de Weer

Bron: Radboudumc
Het bericht Dagelijks huid-op-huid contact met moeder beïnvloedt microbioom baby verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Verbreed het aanbod aan anticonceptiemethodes in de spreekkamer


Nieuwe digitale anticonceptiemethodes, zoals apps of wearables om vruchtbare dagen te bepalen, winnen aan populariteit. Medisch antropoloog Ellen Algera van de Universiteit van Amsterdam onderzocht met collega’s hoe deze nieuwe methodes een plek krijgen in de spreekkamer. De resultaten zijn nu gepubliceerd in de European Journal of General Practice. Ze constateren dat zorgverleners aarzelen om over deze methodes te counselen, mede doordat betrouwbare informatie over deze methodes onvoldoende toegankelijk is. Gezien de groeiende populariteit pleiten ze voor vernieuwing van anticonceptierichtlijnen en een opener houding ten opzichte van deze methodes.

Voor het onderzoek analyseerden de wetenschappers de huidige anticonceptierichtlijn, observeerden ze gesprekken in de spreekkamer en interviewden ze zorgverleners in de huisartsenpraktijk. Ze constateren dat risicominimalisatie de overhand heeft wanneer het over een voorkeur voor hormoonvrije anticonceptie en nieuwe digitale anticonceptiemethodes gaat. ‘De afstemming op de wensen van het individu raakt dan op de achtergrond, wat persoonsgerichte begeleiding in de weg zit’, stelt Algera. Om de groeiende populariteit van deze methodes kan je volgens Algera niet meer heen. ‘Maar als de zorgverlener deze methodes niet als anticonceptie ziet, blijft er een kloof bestaan tussen de zorgverlener en de gebruikers van deze methodes. We hopen hier een nieuwe brug te slaan.’

Het ontbreekt aan wetenschappelijk onderbouwde kennis

Algera noemt de waarschuwende houding van zorgverleners begrijpelijk omdat het vaak ontbreekt aan wetenschappelijk onderbouwde kennis over hoe en hoe goed verschillende methodes werken. Dit gebrek aan informatie raakt ook de gebruiker. ‘Er komen allerlei apps en wearables op de markt die met mooie woorden worden verkocht, maar de betrouwbaarheidscijfers waar deze methodes mee worden gepromoot, zijn niet altijd gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek’, stelt Algera. ‘De gebruikers kiezen dan mogelijk de methode die het sterkst wordt gepromoot op sociale media, maar niet die met wetenschappelijke onderbouwing of die het beste bij de individuele wensen past.’

Maak informatie anticonceptie beter toegankelijk

De auteurs stellen dan ook dat wetenschappelijk onderbouwde informatie beter toegankelijk moet worden voor zorgverleners en gebruikers, bijvoorbeeld via richtlijnen of keuzehulpen. ‘Kritisch beoordeelde wetenschappelijke kennis over een aantal nieuwe digitale middelen en lowtech methodes voor het bepalen van vruchtbare dagen is al voorhanden’, vertelt Algera. ‘Daaruit blijkt dat de betrouwbaarheid van verschillende methodes sterk uiteen loopt. Bij typisch gebruik, waarbij gebruikers ook wel eens een fout maken, varieert deze tussen de 66% en 98%. Een methode die op meerdere parameters berust en goed ondersteunt bij het gebruik doet het beter dan een simpele kalendermethode of een temperatuur-app.’

De verschillen tussen methodes qua betrouwbaarheid en voorwaarden voor gebruik vind je echter niet makkelijk terug in richtlijnen. ‘Terwijl het belangrijk is om hiervan op de hoogte te zijn om een goed geïnformeerde keuze te maken’, stelt Algera.

Onderzoek motivatie en ondersteun vaardigheid

Tot slot stellen de auteurs dat naast wetenschappelijk onderbouwde kennis ook de motivatie en vaardigheden van gebruikers centraal zou moeten staan in counseling. ‘De kans op zwangerschap wordt ook bepaald door de motivatie van beide partners om zwangerschap te voorkomen en het goed toe kunnen passen van een methode. Door deze gebruikersafhankelijkheid raden zorgverleners bepaalde methodes al snel af, de gebruiker kan immers fouten maken’, licht Algera toe.

De auteurs stellen voor het van de andere kant te benaderen: onderzoek de motivatie en de behoefte aan ondersteuning goed, juist vanwege de gebruikersafhankelijkheid. Is het mogelijk op het individu af te stemmen? Is deze gemotiveerd om een bepaalde methode goed en consequent uit te voeren? En wat heeft diegene nodig om de kans op fouten te verkleinen? ‘Als het gebruik van deze methodes toeneemt, kunnen gebruikers beter goed beslagen ten ijs komen’, aldus Algera.
Het bericht Verbreed het aanbod aan anticonceptiemethodes in de spreekkamer verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Koningin Máxima spreekt over toekomst van de zorg met ZE&GG-programma in ziekenhuis VieCuri


Koningin Máxima bracht dinsdag 23 januari een bezoek aan het landelijke programma Zorgevaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG) bij ziekenhuis VieCuri in Venlo. Het programma ZE&GG heeft als doel dat iedere patiënt de bewezen beste zorg krijgt. Dat gebeurt door het evalueren van bestaande zorg (zorgevaluatie) en gepast gebruik van zorg. VieCuri is een inspirerend voorbeeld van deze werkwijze in de praktijk. Koningin Máxima sprak hierover met verpleegkundigen, artsen en andere professionals. Centraal stond de vraag wat er nodig is om ook in de toekomst de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

Foto’s Viecuri fotograaf Paul Rous

“We kijken terug op een energieke middag en bedanken Koningin Máxima voor haar oprechte interesse in het ZE&GG programma en in VieCuri”, vertellen Sjoerd Repping, voorzitter van ZE&GG en IJsbrand Schouten, bestuursvoorzitter van VieCuri. “We hebben Koningin Máxima in een ontspannen sfeer mogen bijpraten over onze aanpak om te blijven leren en verbeteren. Zowel het inhoudelijke gesprek dat ze had met alle programmamedewerkers als het moment waarop de VieCuri zorgverleners haar enthousiast toezwaaiden in onze centrale hal gaan we niet snel vergeten!”
Het bericht Koningin Máxima spreekt over toekomst van de zorg met ZE&GG-programma in ziekenhuis VieCuri verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Veilig gebruik koptelefoon jongeren nodig om gehoorschade door gamen tegen te gaan


Uit nieuw internationaal onderzoek blijkt dat gamen tot gehoorschade kan leiden. Uit eerder onderzoek van VeiligheidNL bleek dat meer dan de helft van de Nederlandse jongeren (10-15 jaar) een koptelefoon gebruikt om te gamen. 38 procent van de gamers doet dit zelfs dagelijks. Ze gebruiken de koptelefoon om de geluiden uit het spel te horen, maar ook om met andere spelers te praten. En dit gaat niet altijd op een veilig volume. Een kwart van de gamende jongeren luistert naar een hoog volume (70 procent of harder), wat kan leiden tot gehoorschade.

Gehoorschade ontstaat meestal geleidelijk, door een opstapeling van veel of vaak harde geluiden te horen. Deze geluiden komen onder andere vanuit koptelefoons, tijdens het gamen of luisteren naar muziek. Hard geluid komt ook uit de speakers tijdens het uitgaan, maar ook lawaai op het werk, bijvoorbeeld in de bouw, is een belangrijke veroorzaker van gehoorschade. Bewust omgaan met harde geluiden is daarom essentieel.

Tips van VeiligheidNL:

Game je graag of luister je veel naar muziek op een koptelefoon? Zet je volumebegrenzer aan en kies een koptelefoon die goed over je oren heen valt. Zo heb je minder last van omgevingsgeluid en hoeft het geluid op je koptelefoon dus niet zo hard.

Draag als je uitgaat oordoppen, het liefst met een muziekfilter. Zo hoor je de muziek én mensen om je heen nog goed, en zijn je oren beschermd.

Werk je in lawaai? Draag dan goede gehoorbescherming, zoals oorkappen of oordoppen en ga in gesprek met je leidinggevende over wat jullie nog meer kunnen doen om gehoorschade te voorkomen.

Bron: VeiligheidNL, Image by StockSnap from Pixabay
Het bericht Veilig gebruik koptelefoon jongeren nodig om gehoorschade door gamen tegen te gaan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Nieuw onderzoek bevestigt dat overgang psychische klachten versterkt


Het recente onderzoek dat is gepresenteerd in de uitzending van Meldpunt op 19 januari heeft bevestigd dat de overgang bij vrouwen psychische klachten kan versterken. Dit onderzoek, uitgevoerd door de overgangspoli van het Amsterdamse OLVG ziekenhuis, toonde aan dat stemmingswisselingen rond de cyclus kunnen verergeren tot depressie tijdens de overgang.

Een interessante bevinding was dat ook ADHD wordt versterkt door de overgang, wat resulteert in het feit dat bij zestig procent van de vrouwen ADHD pas wordt ontdekt tijdens deze levensfase. Vrouwen met ADHD blijken bovengemiddeld vaak last te hebben van hormonale stemmingswisselingen of depressie, vooral tijdens de overgang.

Een persoonlijk verhaal dat in de uitzending werd gedeeld, was dat van Ine Kuijpers (49), die twee jaar geleden mentale klachten begon te ervaren. Ze voelde zich depressief worden en trok zich steeds verder terug. In eerste instantie dacht ze dat dit te maken had met haar werk, maar pas toen ze ook opvliegers kreeg, werd het verband gelegd met de overgang.

Het onderzoek toonde ook aan dat bij vrouwen met een depressie in de overgang, 43 procent ook stemmingsklachten heeft ervaren tijdens de zwangerschap of in het kraambed. Van de vrouwen met een depressie in de overgang had 57 procent ook cyclusgerelateerde stemmingsklachten gehad. Verergering van psychiatrische klachten werd ook geïdentificeerd bij andere aandoeningen, zoals een bipolaire stoornis, de stemmingsstoornis PMDD, angst, paniekaanvallen en klachten in het autismespectrum.

Het is van belang op te merken dat de overgang een fase is waarbij veel vrouwen te maken krijgen, en dat tachtig procent van de vrouwen tussen de veertig en zestig jaar klachten ervaart. Deze klachten gaan verder dan de bekende symptomen zoals opvliegers en stemmingswisselingen. Andere symptomen zijn verminderde concentratie, extreme vermoeidheid door slecht slapen, gewrichtsklachten, risico op burn-out, veel bloedverlies, blaasontstekingen en hartkloppingen. Het gebrek aan bewustzijn bij huisartsen, gynaecologen en psychiaters, evenals bij vrouwen zelf, benadrukt de noodzaak van meer erkenning en herkenning van deze klachten. Hoewel de overgang niet altijd medische behandeling vereist, hebben vrouwen met ernstige klachten recht op de juiste diagnose en bijpassende behandeling.

Dit onderzoek benadrukt de behoefte aan meer bewustwording en begrip rondom de overgang en de mogelijke psychische gevolgen ervan. De informatie uit deze uitzending draagt bij aan het vergroten van het bewustzijn en het belang van een juiste behandeling voor vrouwen die deze uitdagende levensfase doormaken.

Bron: Omroep Max
Het bericht Nieuw onderzoek bevestigt dat overgang psychische klachten versterkt verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Parksinson is de snelstgroeiende hersenziekte ter wereld


ParkinsonNL lanceert haar fondsenwervende campagne ‘Parkinson wacht niet. Doneer nu en stop parkinson’. Met deze campagne wil ParkinsonNL de urgentie van de ziekte en het belang van onderzoek benadrukken. En dat is hard nodig! Want het aantal mensen met de ziekte van Parkinson groeit enorm; parkinson is op dit moment de snelst groeiende hersenziekte ter wereld. Een meedogenloze ziekte die levens voorgoed ingrijpend verandert. Via radio, bannering, social en print is de campagne in december 2023 en januari 2024 worden uitgerold. 

De cijfers liegen niet!

De ziekte van Parkinson is de snelstgroeiende neurologische aandoening van dit moment. En treft jong en oud. Prof. dr. Bas Bloem (neuroloog en ambassadeur van ParkinsonNL) spreekt in zijn boek De Parkinsonpandemie zelfs van een pandemie. ‘Om je een idee te geven: in de afgelopen tien jaar is het aantal Amerikanen met de ziekte met 35 procent toegenomen. En in Europa zagen we in de afgelopen twintig jaar een stijging van 25 procent. Als we niets doen zal het aantal mensen met parkinson zelfs verdubbelen (periode 2015-2040)’!Naast vergrijzing, groeit het aantal mensen met parkinson vooral in landen met veel industrie, zoals Nederland. Er zijn sterke aanwijzingen dat de groei een relatie heeft met vervuilende stoffen in onze omgeving, zoals pesticiden.

Parkinson stoppen begint bij onderzoek

Parkinson is een progressieve en ongeneeslijke ziekte. Ook is het nog niet mogelijk om het ziekteproces te vertragen. Wel zorgt de juiste behandeling voor minder klachten. Via wetenschappelijk onderzoek wil ParkinsonNL de kennis en het inzicht vergroten om zo mensen met parkinson te voorzien van de beste zorg en behandeling en uiteindelijk de ziekte te genezen en te voorkomen. 

Bron: ParkinsonNL
Het bericht Parksinson is de snelstgroeiende hersenziekte ter wereld verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Afschaffen eigen risico leidt mogelijk tot meer dan 2,7 miljard euro aan zorgvraag


Verhogen uitkeringen beter dan afschaffen eigen risico

Een meerderheid in de Tweede Kamer is voor het afschaffen van het eigen risico in de zorgverzekeringswet om uitstel van benodigde zorg te voorkomen. Het zorgministerie VWS geeft aan dat dit leidt tot een stijging van de zorgvraag met 2,7 miljard euro. Ervaring uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) leert echter dat bij een vergelijkbare verandering in 2019 de vraag binnen een jaar met 22 procent steeg. De toename kan dus veel groter zijn. Een mogelijk alternatief is het ondersteunen van de financieel meest kwetsbaren door hun uitkeringen te verhogen met het bedrag aan eigen risico.

Insight

In 2019 is binnen de Wmo, die als doel heeft om hulpbehoevenden zo lang mogelijk thuis te laten wonen, een verandering doorgevoerd die vergelijkbaar is met het voorstel om het eigen risico af te schaffen. De eigen bijdrage voor de Wmo werd voor hogere inkomens in 2019 namelijk substantieel verlaagd doordat de inkomensafhankelijke bijdrage werd omgezet in een vast tarief per maand. Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat deze wijziging binnen een jaar resulteerde in een landelijke stijging kostenstijging van in totaal 22 procent. Deze sterke stijging kan een indicatie zijn van een mogelijke stijging van de vraag naar medische zorg als het eigen risico wordt opgeheven. De mogelijke sterke stijging van de vraag is niet alleen een kostenpost, maar leidt ook tot onaanvaardbare druk bij de zorgverleners.

Bron: CBS

Overigens worden de eerdere maatregelen weer teruggedraaid en wordt de Wmo weer inkomensafhankelijk, in de verwachting dat de vraag naar ondersteuning zal afnemen.

Uit onderzoek van EenVandaag blijkt dat een op de vier mensen het afgelopen jaar zorg heeft gemeden om het betalen van de 385 euro aan eigen risico te ontlopen. Inmiddels heeft een meerderheid van de Tweede Kamer de motie gesteund om het eigen risico af te schaffen. De vraag is of dit voor iedereen noodzakelijk is. De kosten van het eigen risico worden immers het meest gevoeld door de groepen waarvan de budgetten al krap zijn en die afhankelijk zijn van een uitkering, zoals bijstand, Wajong of AOW.

Een alternatief zou daarom kunnen zijn om deze uitkeringen te verhogen met het bedrag van het eigen risico. In 2023 zijn er ruim 5,1 miljoen mensen in Nederland afhankelijk van een uitkering, waarvan het merendeel – bijna 3,6 miljoen – AOW ontvangt. Als deze 5,1 miljoen mensen een verhoging van zo’n 32 euro per maand ontvangen, dat wil zeggen 385 euro per jaar, dan kunnen zij dit geld zelf inzetten voor het eigen risico als het nodig is. En als het een jaar niet nodig is, kunnen andere noodzakelijke uitgaven worden gedaan. Deze extra uitgave kost de overheid bijna 2 miljard euro per jaar (5,1 miljoen x 385 euro).

Deze oplossing is slechts een rekenvoorbeeld om te laten zien dat mensen die financieel kwetsbaar zijn op een andere manier ondersteund kunnen worden om de druk van hoge zorgkosten te verlichten. Het verhogen van de AOW is overigens is geen ideale oplossing, omdat veel senioren aanvullend pensioen en voldoende vermogen hebben en voor hen het eigen risico geen barrière vormt om zorg te vragen.

 Onderstaande tabellen geven een weergave van de kosten voor zowel de burger als de overheid bij verschillende opties. Dit betreft, ongewijzigd beleid,  het schrappen van het eigen risico zoals nu wordt overwogen, evenals de optie om de AOW, bijstand en andere uitkeringen met 2 miljard euro te verhogen

A. ongewijzigd beleid : burgers blijven 3,3 miljard eigen risico betalen.

B. Het eigen risico wordt omgezet in een hogere premie. De vraag neemt niet toe

C. Door afschaffing van het eigen risico stijgt de vraag met 2,7 miljard euro.

D. Het eigen risico blijft bestaan, de overheid vergoedt 2 miljard euro eigen risico via hogere uitkeringen  De vraag neemt alleen toe doordat de financieel kwetsbaren, de 5,1 miljard ontvangers van een uitkering meer zorg vragen. Dit is ongeveer 1/3 van de premie betalers. Daarmee neemt de vraag met ongeveer  900 miljoen euro toe.

E. Het eigen risico blijft bestaan, de overheid vergoedt 2 miljard euro eigen risico via hogere uitkeringen, vraag stijgt toch met 2,7 miljard.

De  kosten van de diverse opties zijn gebaseerd op de volgende veronderstellingen:

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verwacht dat door het wegnemen van het eigen risico de vraag sterk zal stijgen. Het ministerie zegt in een brief van december dat het gaat om een toename van de zorgvraag met 2,7 miljard euro. In combinatie met de 3,3 miljard aan eigen risico die na het afschaffen ervan door alle premiebetalers moet worden opgehoest, gaat het om een totaal van 6 miljard euro.

De afgelopen jaren werd de groei van de zorgvraag voor 50 procent bekostigd uit stijging van de zorgpremie en 50 procent uit algemene belastingen. In de tabellen blijven deze verhoudingen gelijk.

Het verschil in de geschatte kosten voor de burger uitgedrukt in de jaarlijkse premiestijging is substantieel. Als de zorgvraag alleen stijgt bij de personen die door eerder gebrek aan geld nu wel het eigen risico kunnen betalen bedraagt die premiestijging ongeveer 31 euro per jaar, een paar euro per maand voor de premiebetaler. Als blijkt dat de vraag toch toeneemt met het door de ministerie genoemde 2,7 miljard euro, dan gaat het om ongeveer 93 euro per jaar en daarmee 7,75 euro per maand. De waarheid zal in het midden liggen.

De gevolgen van de verschillende opties voor de premiebetaler zijn weergegeven in onderstaande tabel:

De komende weken voeren de beoogde regeringspartijen intensieve gesprekken over het te vormen beleid; wellicht kunnen zij de optie om de financieel kwetsbaren te ondersteunen met 32 euro per maand meenemen in de overwegingen. Dat kost de overheid direct geld, maar het afschaffen van het eigen risico resulteert waarschijnlijk in meer problemen dan het oplost: de druk op de zorg wordt onaanvaardbaar hoog en de premies stijgen snel. Voor de burger valt de optie om de financieel kwetsbaren te ondersteunen veel goedkoper uit, namelijk in slechts 3 tot 8 euro extra premie per maand, ten opzichte van de 25 euro die door het ministerie van VWS is aangegeven. En bovendien komen de voordelen bij de groep terecht die hier het meest behoefte aan heeft.

CBS: 26 november 2023 : Meer hulp bij het huishouden via WMO maatwerk

CBS: 21 augustus 2023: gemeentelijke uitgaven WMO

CBS: 19 december 2023: armoede en sociale uitsluiting 2023

Bron: ABN AMRO
Het bericht Afschaffen eigen risico leidt mogelijk tot meer dan 2,7 miljard euro aan zorgvraag verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Kunnen mindfulness en positief fantaseren negatieve gedachten verminderen?


Laatste deelnemers voor het mindcog onderzoek gezocht!

Het Universitair Medisch Centrum Groningen doet momenteel onderzoek de effecten van therapeutische technieken zoals mindfulness en positief fantaseren op negatieve gedachten en gevoelens. Deze gedachten spelen een belangrijke rol bij terugval van depressie.

Mensen met een gevoeligheid voor depressie hebben vaak last van aanhoudende negatieve gedachten, ook wanneer de depressieve periode voorbij is. Deze gedachten kunnen als piekeren ervaren worden. Met deze studie willen de onderzoekers nagaan hoe de gedachten van deze mensen positief te beïnvloeden zijn, zodat de kans op terugval minder wordt.

Twee therapievormen

Hiervoor gebruiken de onderzoekers twee therapievormen: mindfulness en positief fantaseren. Mindfulness richt zich op het accepteren en loslaten van (negatieve) gedachten. Positief fantaseren richt zich meer op het stimuleren van positief denken. Eerder onderzoek heeft laten zien dat therapieën waar deze technieken onderdeel van zijn, terugval van depressie kunnen verminderen. Hoe deze technieken precies werken en welke techniek voor wie het meest geschikt is, is nog niet uitgebreid onderzocht. Dat proberen de onderzoekers in kaart te brengen met verschillende meetinstrumenten.

Geheel online of een combinatie met fysieke metingen

Deelnemers aan het onderzoek kunnen dagelijks thuis hun gedachten, gevoelens en hun vermogen de aandacht te richten rapporteren. Dit biedt gedetailleerde inzichten in het effect van de technieken op gedachten van mensen met een verschillende gevoeligheid voor depressie.In de fysieke variant van het onderzoek worden de thuismetingen gecombineerd met fysieke metingen zoals een EEG, een hartslagmeting en een activity tracker.

Deelnemers

Mannen en vrouwen tussen de 18-60 jaar, die twee of meer depressieve episodes hebben gehad in de afgelopen 10 jaar en die op dit moment geen antidepressiva gebruiken, kunnen meedoen aan de studie. Daarnaast zoeken wij ook deelnemers die nog nooit depressief zijn geweest.

Lees meer informatie over het onderzoek op: https://mindcog.wordpress.com/

Bron: Universitair Medisch Centrum Groningen
Het bericht Kunnen mindfulness en positief fantaseren negatieve gedachten verminderen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Hoe betrek je ouders bij medische beslissingen over jonge kinderen? 


Bij complexe medische beslissingen tijdens de zwangerschap of bij heel jonge kinderen, speelt niet alleen het medische perspectief van de arts een rol, maar ook de waarden van de ouders. Daar rekening mee houden kan voor artsen in de praktijk een uitdaging zijn. Kinderarts-neonatoloog Rosa Geurtzen van het Radboudumc Amalia Kinderziekenhuis schreef hierover een review in The Lancet Child & Adolescent Health.

Stel, een baby ligt op de IC en krijgt complicaties die gevolgen zullen hebben voor de toekomst, zoals een bloeding in de hersenen. Ga je als arts de IC-zorg dan voortzetten of niet? In zo’n situatie, waarin het kind nog te klein is om te beslissen, spelen het perspectief en de waarden van de ouders of verzorgers een hele grote rol. Maar het is uitdagend voor een arts om die goed in kaart te krijgen.

Uit analyses van gesprekken blijkt dat een open discussie over waarden en een gedeelde aanpak regelmatig ontbreken. ‘Artsen kunnen een gesprek kleuren doordat ze voor- of nadelen eenzijdig benadrukken, of een bepaalde optie veel meer aandacht geven. Of ze laten, onbewust, hun eigen waarden doorschemeren’, zegt kinderarts-neonatoloog Rosa Geurtzen. ‘Dan voelt de keuze voor ouders misschien niet gelijkwaardig. Artsen mogen zich daar meer bewust van worden. Scholing, hulpmiddelen en meer tijd inruimen voor het gesprek kunnen hierbij helpen.’

Perspectief

Daarnaast kennen ouders hun onderliggende waarden niet altijd, en kan het lastig zijn om die in een heftige situatie te ontdekken. En ouders brengen hun waarden meestal niet uit zichzelf ter sprake. ‘Artsen moeten ouders actief begeleiden om hun waarden te ontdekken en bespreken’, vertelt Geurtzen. ’Dat bereik je als zorgprofessional als je goede vragen stelt, een empathische houding aanneemt, continuïteit biedt en steunend bent, ongeacht de beslissing.’

Hoe groot de rol van de ouders is bij een complexe medische beslissing verschilt ook per ouder. Deze keuzes zijn emotioneel zwaar, ethisch ingewikkeld, en de toekomst is vaak onzeker. Geurtzen: ‘Sommige ouders willen of kunnen helemaal niet meebeslissen. Dan moet je als arts meer de last van een besluit durven dragen. Maar uiteindelijk willen alle ouders dat hun perspectief van hoe ze in het leven staan wordt meegenomen. Het gaat erom dat je als arts die waarden passend meeneemt, om samen tot een zo goed mogelijk besluit te komen.’

Handvatten

Uit onderzoek blijkt hoe belangrijk het is om ouders te betrekken. Meerdere studies tonen dat ouders zich sterker voelen en de situatie beter aankunnen als ze actief mee mogen denken. En ouders die betrokken zijn bij een beslissing om een behandeling te stoppen, waardoor een baby komt te overlijden, hebben enkele jaren later minder verdriet dan ouders die niet meebeslisten.

Het belangrijkste gereedschap hierbij: een open en actief gesprek met de ouders, waarbij informatie beide kanten op gaat. Geurtzen: ‘De kennis van een arts is vooral biomedisch. Maar ouders houden meer rekening met anderen in hun omgeving, en sociale, psychologische en spirituele factoren. Die waarden zijn belangrijk en moeten in beeld komen. Artsen mogen zich nog meer bewust worden dat samen beslissen betekent: actief meedenken met de ouders. Daarvoor geven we handvatten in onze review.’

Bron: The Lancet Child and Adolescent Health: Incorporating parental values in complex paediatric and perinatal decisions. Rosa Geurtzen, Dominic J C Wilkinson & Radboudumc Amalia Kinderziekenhuis
Het bericht Hoe betrek je ouders bij medische beslissingen over jonge kinderen?  verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Vanavond op TV: Aandacht voor Gezinnen die Zorg Bieden aan Kinderen met Beperkingen


Vanavond, donderdag 18 januari 2024, willen we jullie graag wijzen op een interessante uitzending op TV. Het programma ‘Pointer’ zal om 20:25 uur op NPO2 aandacht besteden aan de uitdagingen waar gezinnen mee worden geconfronteerd die de zorg dragen voor kinderen met beperkingen, waaronder meervoudige beperkingen.

In Nederland wordt het steeds moeilijker om mensen met een beperking in passende woonvoorzieningen te plaatsen. Dit leidt ertoe dat mensen met een beperking vaak langer thuis blijven wonen dan wenselijk is, wat zowel voor de betrokken gezinnen als voor de cliëntondersteuners grote uitdagingen met zich meebrengt.

Uit een recent onderzoek blijkt dat meer dan 90 procent van de onafhankelijke cliëntondersteuners zich zorgen maakt over deze situatie. Lange wachtlijsten en de complexiteit van de zorgbehoefte zijn enkele van de grootste obstakels bij het vinden van geschikte woonplekken. Hierdoor worden gezinnen soms gedwongen om hun kinderen met ernstige beperkingen thuis te houden, wat enorme druk legt op naasten en verzorgers.

De uitzending van ‘Pointer’ vanavond zal dieper ingaan op deze problemen en de mogelijke oplossingen. Er zal ook gesproken worden over kleinschalige wooninitiatieven, die door groepen ouders worden opgezet om de zorg voor hun kinderen zelf te organiseren. Dit kan een alternatieve benadering zijn om betere zorg te bieden aan mensen met beperkingen.

De uitzending is vanavond om 20:25 uur op NPO2, een uitzending van ‘Pointer’ te bekijken. Laten we samen streven naar een betere toekomst voor gezinnen die zorg dragen voor kinderen met beperkingen in Nederland.
Het bericht Vanavond op TV: Aandacht voor Gezinnen die Zorg Bieden aan Kinderen met Beperkingen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel