Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

Stichting Red Mijn Zorg in oprichting


Uit onvrede over schrijnende misstanden binnen de zorg, wordt Red Mijn Zorg opgericht. Dit initiatief komt voort uit het Landelijk Meldpunt Misstanden Stichting Fokus, waar inmiddels bijna 100 meldingen binnenstroomden van cliënten die vastlopen door machtsmisbruik en een keiharde angstcultuur.

Doel van de stichting

De stichting wil zorgafhankelijke mensen bijstaan die in de clinch liggen met hun zorgaanbieder. Wat doen ze? Gratis ondersteuning bieden bij bemiddeling, juridische vraagstukken en het regelen van alternatieve zorg. Wat willen wij gaan doen?

Tijdens gesprekken met cliënten is duidelijk geworden dat de zorg voor een aanzienlijk aantal cliënten in groot gevaar komt, doordat zij geen zorg meer ontvangen van Fokus. Dit is ook een reden voor veel cliënten om zich niet uit te spreken. Er bestaan diverse instanties die kunnen helpen in het organiseren van de zorg op een andere manier. Deze instanties zijn vaak lastig te vinden, en daarnaast hebben sommige cliënten ook moeilijkheden met communiceren. Ook worden kritische Fokuscliënten gedreigd met huisuitzettingen. Die factoren maken het erg moeilijk om uit die vicieuze cirkel te stappen, met alle gevolgen van dien.

Ze gaan een ondersteuningspunt opzetten op basis van vrijwilligers en aangesloten organisaties om die missende schakel te zijn. Zo kunnen wij informatie verstrekken, contacten aanbieden met instanties en ook helpen met de communicatie. Deze dienst willen wij kosteloos aanbieden aan iedereen die in conflict is geraakt met diens zorgaanbieder en geen uitweg meer heeft. Dit ondersteuningspunt noemen wij: Red Mijn Zorg.

Maar… zonder geld geen actie. Daarom roepen de oprichters op om te doneren via hun crowdfunding: https://www.doneeractie.nl/opstart-stichting-red-mijn-zorg/-102037. Iedere euro helpt om deze steunpilaar van de grond te krijgen!

Meer weten? Check www.meldpunt-misstanden-fokus.nl of stuur een mailtje naar [email protected].
Het bericht Stichting Red Mijn Zorg in oprichting verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Rechter verduidelijkt: 100% vergoeding niet-gecontracteerde zorg bij wachtlijstproblematiek


Een recente rechterlijke uitspraak heeft belangrijke verduidelijkingen gebracht over de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg. Het biedt niet alleen meer houvast voor patiënten, maar ook voor zorgaanbieders die in het complexe speelveld van wachtlijstproblematiek opereren. Hieronder vatten we de belangrijkste inzichten samen.

Niet-gecontracteerde zorg als oplossing voor wachttijden

Patiënten hoeven vanuit kostenperspectief niet terughoudend te zijn om voor niet-gecontracteerde zorg te kiezen. Zorgverzekeraars zijn namelijk verplicht om deze zorg onder bepaalde voorwaarden volledig te vergoeden. Cruciaal hierbij is dat de patiënt zich eerst meldt bij de zorgverzekeraar voor zorgbemiddeling. Als deze bemiddeling niet leidt tot tijdige zorg, mag de verzekeraar de vergoeding niet beperken wanneer de patiënt elders sneller geholpen kan worden door een niet-gecontracteerde aanbieder.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft recent het belang van niet-gecontracteerde zorgaanbieders benadrukt in het oplossen van de wachtlijstproblematiek. Het is duidelijk dat deze aanbieders een cruciale rol spelen als vangnet binnen het zorgsysteem.

Wat betekent ‘niet tijdig’?

Een veelgestelde vraag onder niet-gecontracteerde aanbieders is wat nu precies wordt verstaan onder ‘niet tijdig’. Tot voor kort was dit lastig te beantwoorden. Een recente rechterlijke uitspraak brengt hier meer helderheid in.

De casus betrof een patiënte die GGZ-zorg nodig had. Zij koos voor een niet-gecontracteerde aanbieder omdat de door haar zorgverzekeraar Anderzorg voorgestelde aanbieders haar niet snel genoeg konden helpen. De rechter stelde haar echter in het ongelijk, omdat Anderzorg binnen de GGZ-Treeknorm van 4 weken een plek bij een gecontracteerde aanbieder kon bieden. Daarmee had de zorgverzekeraar aan haar zorgplicht voldaan.

Startpunt van de Treeknorm

Een belangrijk inzicht uit de uitspraak is dat de rechter het startpunt van de Treeknorm definieert als het moment van verwijzing door de huisarts. Dit moment is objectief bepaalbaar en markeert wanneer de behoefte aan zorg officieel is vastgesteld. Dit is essentieel voor zowel patiënten als aanbieders om te weten.

Implicaties voor niet-gecontracteerde aanbieders

Niet-gecontracteerde aanbieders spelen een belangrijke rol in het bieden van tijdige zorg, maar moeten nauwkeurig omgaan met documentatie:

Controleer zorgbemiddeling: Vraag patiënten of zij zorgbemiddeling hebben aangevraagd bij hun verzekeraar. Dit is een voorwaarde voor volledige vergoeding.

Noteer de verwijzingsdatum: Het moment van verwijzing door de huisarts bepaalt het startpunt van de Treeknorm. Zorg dat deze datum vastligt.

Vraag om schriftelijk bewijs: Laat patiënten bewijs overleggen van de zorgbemiddelingsaanvraag en de verwijzingsdatum. Dit voorkomt discussie met zorgverzekeraars.

Belang voor patiënten

Patiënten die te maken hebben met lange wachttijden, moeten goed op de hoogte zijn van hun rechten en de juiste stappen volgen. Alleen door zorgbemiddeling aan te vragen en de verwijzingsdatum vast te leggen, kunnen zij gebruikmaken van het vangnet dat niet-gecontracteerde zorg aanbiedt.

Met deze uitspraak is opnieuw benadrukt dat heldere communicatie en goede documentatie essentieel zijn om binnen de regels van het zorgsysteem te opereren. Zowel patiënten als aanbieders kunnen hiervan profiteren, mits zij goed voorbereid het traject ingaan.
Het bericht Rechter verduidelijkt: 100% vergoeding niet-gecontracteerde zorg bij wachtlijstproblematiek verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Meer keuzevrijheid voor zzp’ers in de zorg: een noodzakelijke visie


eer keuzevrijheid voor zzp’ers in de zorg: een noodzakelijke visie

De vandaag door het CBS gepubliceerde cijfers laten een zorgwekkende trend zien: in 2023 stegen de uitgaven aan externe inhuur in de zorgsector opnieuw fors. Ten opzichte van 2022 namen deze kosten met 11,2% toe, waardoor het aandeel van externe inhuur in de totale personeelskosten verder groeide. Dit roept niet alleen vragen op over de houdbaarheid van de huidige aanpak, maar benadrukt ook de noodzaak om het debat over keuzevrijheid en arbeidsverhoudingen in de zorgsector te verbreden.

Balans tussen loondienst en zzp-schap

Volgens Bert de Haas, bestuurder bij FNV Zorg & Welzijn, is de stijging in uitgaven voor externe inhuur al sinds 2015 een feit. Hij stelt dat deze toename onnodig is en pleit voor het aantrekkelijker maken van loondienst. Hoewel dit een begrijpelijk standpunt is, sluit het onvoldoende aan bij de wensen van veel zorgprofessionals. Veel zzp’ers hebben bewust gekozen voor deze vorm van werken vanwege de autonomie, flexibiliteit en betere werk-privébalans die zij in loondienst niet ervaren. Het eenzijdig richten op het terugdringen van zzp-schap doet geen recht aan deze realiteit.

Keuzevrijheid als oplossing

In plaats van te streven naar een exclusieve voorkeur voor loondienst, zou de sector moeten inzetten op het bieden van échte keuzevrijheid voor zorgprofessionals. Dit betekent dat zowel zzp-schap als loondienst aantrekkelijke opties moeten zijn. Werkgevers en beleidsmakers zouden zich moeten richten op:

Meer autonomie in loondienst: Zorgprofessionals in loondienst zouden meer zeggenschap moeten krijgen over hun werktijden, werkdruk en inhoudelijke verantwoordelijkheden.

Gelijkwaardige beloning: De kloof tussen de verdiensten van zzp’ers en zorgmedewerkers in loondienst moet worden verkleind. Een marktconform salaris is hierbij essentieel.

Flexibele arbeidsvoorwaarden: Door flexibele contracten en persoonlijke invulling van arbeidstijden te faciliteren, kan loondienst een aantrekkelijk alternatief worden voor zzp’ers.

Respect voor zzp’ers: In plaats van zzp’ers te benaderen als probleem, zouden zij gezien moeten worden als waardevolle samenwerkingspartners binnen de zorg. Hun keuzevrijheid en ondernemerschap verdienen respect.

Handhaving wetgeving niet de enige oplossing

Het handhaven van wet- en regelgeving rondom schijnzelfstandigheid, zoals de wet DBA, wordt vaak genoemd als oplossing voor de huidige situatie. Echter, dit biedt slechts een gedeeltelijke uitkomst. Het is cruciaal om te erkennen dat de keuze voor zzp-schap niet altijd voortkomt uit dwang of een gebrek aan alternatieven. Voor veel zorgprofessionals is het een bewuste keuze om hun expertise op eigen voorwaarden aan te bieden.

Tips om te voldoen aan de wet DBA

Voorkom gezagsverhoudingen: Zorg ervoor dat de zzp’er voldoende vrijheid heeft om het werk naar eigen inzicht in te richten, zonder directe aansturing door de opdrachtgever.

Werk met duidelijke afspraken: Leg afspraken over werkzaamheden, tarieven en verantwoordelijkheden schriftelijk vast.

Geen integratie in bedrijfsvoering: Laat de zzp’er niet dezelfde taken uitvoeren als medewerkers in loondienst, om de indruk van een verkapt dienstverband te voorkomen.

Toon ondernemerschap: Zorg dat de zzp’er meerdere opdrachtgevers heeft en zichtbaar is als zelfstandig ondernemer, bijvoorbeeld via een eigen website of marketingactiviteiten.

Cao-onderhandelingen als kans

De huidige cao-onderhandelingen vormen een uitgelezen kans om concrete stappen te zetten. In sectoren als ziekenhuizen, gehandicaptenzorg en GGZ kunnen afspraken worden gemaakt die zowel de positie van loondienstmedewerkers versterken als ruimte bieden voor samenwerking met zzp’ers. Dit vraagt om een fundamentele herziening van de bedrijfsvoering, waarbij niet alleen de zorgvragers maar ook de zorgverleners centraal staan.

Conclusie

De zorgsector staat op een kruispunt. Het eenzijdig terugdringen van zzp-schap is niet de oplossing voor de huidige uitdagingen. Door te kiezen voor een aanpak die zowel loondienst als zzp-schap ondersteunt, kan de sector een duurzame toekomst tegemoet zien. Meer keuzevrijheid, respect en gelijkwaardigheid voor zorgprofessionals zijn hierbij essentieel. Alleen door gezamenlijk op te trekken kunnen we de zorgsector versterken en de kwaliteit van zorg waarborgen.

Bron: FNV
Het bericht Meer keuzevrijheid voor zzp’ers in de zorg: een noodzakelijke visie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Groene technologie voor medische gassen: een stap naar duurzame zorg op operatiekamers


Vanaf 2025 wordt in ziekenhuizen in de Benelux en Frankrijk een nieuwe standaard gezet met technologie die medische gassen veiliger, gezonder en duurzamer maakt. Deze ontwikkelingen richten zich op het minimaliseren van de ecologische voetafdruk van de zorgsector en het verbeteren van de werkomstandigheden voor zorgprofessionals.

Veiligheid, gezondheid en duurzaamheid

Medische technologie gericht op veiligheid en duurzaamheid speelt een cruciale rol in de zorg. Innovatieve oplossingen worden ingezet om zorgprofessionals te beschermen tegen schadelijke blootstelling aan anesthesiegassen, lachgas en chirurgische rook. Het doel is om veilige, gezonde en efficiënte werkomgevingen te creëren die het comfort van patiënten verbeteren. Deze inzet houdt niet op bij de installatie van technologie; ook na implementatie worden zorgverleners ondersteund om te zorgen voor blijvende impact op de werkomgeving en het milieu.

Duurzame oplossingen voor medische gassen

Twee nieuwe technologieën worden geïntroduceerd:

Halogenated Drug Recovery Unit (HDR): Deze technologie vangt anesthesiegassen op die momenteel vaak rechtstreeks in de atmosfeer worden vrijgelaten. Door deze gassen centraal te verwerken, kunnen ziekenhuizen hun ecologische voetafdruk aanzienlijk verkleinen en bijdragen aan een duurzamere zorgsector.

MedGasScan: Een geavanceerde lekdetectiecamera die lekken in het leidingnetwerk van medische gassen opspoort. Dit helpt zorginstellingen om emissies te verminderen en kosten te besparen, terwijl de veiligheid wordt verhoogd.

Naar een duurzame toekomst

Deze technologieën dragen bij aan een toekomst waarin zorgprofessionals optimaal beschermd worden, patiënten kwalitatieve zorg ontvangen en ziekenhuizen duurzamer opereren. Dit alles draagt bij aan een gezonde balans tussen mens, patiënt en planeet. Het initiatief benadrukt het belang van voortdurende innovatie en samenwerking in de zorg om zowel de gezondheid als het milieu te beschermen.

Met deze ontwikkelingen wordt een belangrijke stap gezet richting een duurzamere zorgsector waarin zowel de kwaliteit van zorg als de ecologische impact centraal staan.

Bron: Puramed
Het bericht Groene technologie voor medische gassen: een stap naar duurzame zorg op operatiekamers verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Meer Rechten voor PGB-Zorgverleners: Wetsvoorstel Verhoogt Bescherming en Vergoedingen


21 februari 2025 – Ministerraad gaat akkoord met wetsvoorstel

In een belangrijke stap voor de bescherming van PGB-zorgverleners, heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel dat hen nieuwe rechten biedt. PGB-zorgverleners met een arbeidsovereenkomst voor minder dan vier dagen per week krijgen voortaan wettelijk recht op een uitkering in geval van werkloosheid (WW), ziektewet (ZW) en WIA. Dit wetsvoorstel, gepresenteerd door Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, is een belangrijke wijziging van de huidige regelgeving die wordt toegepast op zorgverleners in dienst van mensen met een persoonsgebonden budget (PGB).

Het wetsvoorstel, dat nu naar de Raad van State voor advies gaat, beoogt de uitzonderingspositie van PGB-zorgverleners, zoals huishoudelijke hulpen en zorgverleners, te beëindigen. Momenteel geldt voor deze werknemers een afwijkende regeling, vastgelegd in de Regeling Dienstverlening aan Huis. Deze regeling werd oorspronkelijk geïntroduceerd om de arbeidsmarkt voor persoonlijke dienstverlening te stimuleren en zwart werk tegen te gaan. Echter, de uitzonderingsbepalingen hebben ervoor gezorgd dat zorgverleners in PGB-omgevingen minder arbeidsrechten genieten dan reguliere werknemers.

Wat verandert er?

Het wetsvoorstel voorziet in een verbetering van de arbeidsomstandigheden voor deze groep zorgverleners. Door de wijziging vallen PGB-zorgverleners, die een arbeidsovereenkomst hebben, voortaan onder de verplichte werknemersverzekeringen. Dit betekent dat ze recht hebben op de reguliere regels voor loondoorbetaling tijdens ziekte, verlof en ontslag. Daarnaast regelt het wetsvoorstel het innen van premies voor de werknemersverzekeringen, wat zal bijdragen aan een eerlijke en transparante uitvoering van de regeling.

De verantwoordelijkheid voor het inhouden van loonbelastingen en premies voor de volksverzekeringen komt te liggen bij de budgethouders, die de zorgverlener in dienst hebben. Om deze taak effectief uit te voeren, zal de Sociale Verzekeringsbank (SVB) budgethouders ondersteunen bij het beheren van de administratieve verplichtingen.

Achtergrond: De Uitspraak van de Centrale Raad van Beroep

De veranderingen worden deels ingegeven door een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in maart 2023. In die uitspraak werd geoordeeld dat de uitzonderingen voor PGB-zorgverleners indirect discrimineerden op grond van geslacht, aangezien de meerderheid van deze zorgverleners vrouwelijk is. De CRvB stelde dat de uitzonderingsbepalingen in strijd zijn met gelijke behandeling. Het kabinet heeft besloten om de rechten van deze groep zorgverleners nu op gelijke hoogte te brengen met die van andere werknemers.

Waarom is dit belangrijk?

Het wetsvoorstel is van cruciaal belang voor de rechtspositie van PGB-zorgverleners, die vaak in onzekere arbeidsomstandigheden werken. Veel van hen hebben geen recht op sociale verzekeringen, wat betekent dat ze bij ziekte of werkloosheid zonder vangnet kunnen komen te zitten. De nieuwe wetgeving biedt hen de bescherming die ze verdienen, en zorgt voor een eerlijker speelveld in de zorgsector. Ook draagt het bij aan het terugdringen van zwart werk en versterkt het de positie van werknemers in de zorg.

Met deze wijziging hoopt het kabinet niet alleen de rechten van zorgverleners te verbeteren, maar ook een stap vooruit te zetten in het bevorderen van eerlijke arbeidsomstandigheden en gelijke behandeling op de werkvloer.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Met de verwachte invoering van de wet kunnen zorgverleners die onder een PGB-regeling werken, nu rekenen op de zekerheid van sociale verzekeringen. Dit betekent dat ze niet alleen recht hebben op een uitkering bij werkloosheid, maar ook tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid. De aanpassing biedt dus zowel een financieel vangnet als meer arbeidszekerheid voor een vaak kwetsbare groep werkenden in de zorg.

Het is te verwachten dat de Raad van State het wetsvoorstel binnenkort zal beoordelen, waarna de wet mogelijk in de komende maanden in werking zal treden. Tot die tijd blijven de huidige regels van kracht.

Bron: Rijksoverheid
Het bericht Meer Rechten voor PGB-Zorgverleners: Wetsvoorstel Verhoogt Bescherming en Vergoedingen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Gordelroosvaccin onbetaalbaar voor velen


Jaarlijks krijgen ruim 90.000 Nederlanders te maken met gordelroos, een pijnlijke en potentieel invaliderende infectieziekte. Terwijl de samenleving vergrijst en het aantal besmettingen zal toenemen, blijft een effectief vaccin voor velen onbereikbaar. De kosten van circa €500 per persoon, omdat twee vaccinaties nodig zijn, schrikken veel ouderen af. Ondertussen worden in omringende landen zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de vaccinaties wél vergoed.

Prijs vormt drempel

GGD-artsen en ouderenbonden maken zich zorgen over de gezondheidskloof die dreigt te ontstaan. Veel mensen haken af zodra ze horen wat het vaccin kost. Voor ouderen met een beperkt budget is €500 een fors bedrag en geen vanzelfsprekende uitgave.

Het gordelroosvaccin, Shingrix, biedt langdurige en effectieve bescherming tegen de infectie en de chronische zenuwpijn die bij een aanzienlijk percentage van de patiënten optreedt. De gevolgen van deze zenuwpijn, postherpetische neuralgie, kunnen slopend zijn. Patiënten ervaren hevige brandende pijn en een belemmering in hun dagelijkse functioneren.

Voorkomen beter dan genezen

Het Nederlandse vaccinatiebeleid loopt achter op andere Europese landen. De Gezondheidsraad adviseerde al in 2019 om het vaccin op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma voor 60-plussers, maar opeenvolgende kabinetten hielden de hand op de knip. De prijs van het vaccin werd als te hoog beoordeeld, waardoor vergoeding uitbleef.

Ondertussen lopen de kosten voor behandeling van chronische pijn en ondersteunende zorg hoog op. De kosten voor medicatie, ziekenhuisopnames en ondersteuning bij chronische pijn lopen in de miljarden. Vaccinatie kan deze problemen voorkomen en de maatschappelijke kosten op lange termijn juist verlagen.

Stijgende zorgkosten en medicijntekorten

De behandelingsopties voor chronische zenuwpijn zijn bovendien beperkt en vaak problematisch. Patiënten krijgen anti-epileptica, antidepressiva of zelfs methadon voorgeschreven. Deze medicijnen hebben niet alleen zware bijwerkingen, maar zijn ook duur en kampen met toenemende beschikbaarheidsproblemen.

Daarnaast worden patiënten met langdurige zenuwpijn minder mobiel en hebben ze vaker mantelzorg of verpleegzorg nodig. Dit vergroot de druk op de zorg en kan bijdragen aan een afname van de kwaliteit van leven.

Politieke druk neemt toe

De maatschappelijke roep om vergoeding groeit. Kamerleden uit verschillende politieke partijen hebben staatssecretaris Karremans opgeroepen om het vaccin alsnog in het Rijksvaccinatieprogramma op te nemen. De komende voorjaarsnota zal duidelijk maken of het kabinet bereid is om de vaccinaties te financieren.

Janine Budding
Het bericht Gordelroosvaccin onbetaalbaar voor velen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Staatssecretaris onderneemt actie na petitie over misstanden bij Stichting Fokus


Staatssecretaris Vicky Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) reageert op de petitie van de Landelijke Werkgroep Misstanden Stichting Fokus. In een brief aan de Tweede Kamer erkent zij de problemen binnen de organisatie en kondigt zij maatregelen aan om de situatie te verbeteren.

De staatssecretaris spreekt haar waardering uit voor de betrokkenen die misstanden bij Fokus onder de aandacht hebben gebracht. Tijdens een werkbezoek zag zij zowel positieve als negatieve aspecten van de zorgorganisatie, die bekend staat om haar systeem van zelfstandige woonvormen met assistentie. Hoewel sommige cliënten tevreden zijn over de eigen regie, blijven er zorgen over de kwaliteit van zorg en sociale veiligheid.

Om de situatie te verbeteren, worden verschillende stappen genomen. Een extern bureau zal een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de werkomgeving en bejegening binnen Fokus. Daarnaast worden bewoners met klachten beter ondersteund via externe vertrouwenspersonen en juridische stappen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt de situatie nauwlettend in de gaten en kan onaangekondigde inspecties uitvoeren.

Verder wordt extra ondersteuning ingezet voor locaties waar veel meldingen over binnenkomen. Ook zal het ministerie van VWS onderzoeken of de huidige financieringsstructuur via subsidies gevolgen heeft voor de rechtspositie van bewoners en hoe dit toekomstbestendig gemaakt kan worden.

De staatssecretaris benadrukt dat deze maatregelen met spoed worden doorgevoerd en zal de Kamer na het zomerreces informeren over de voortgang.

Dit zijn de belangrijkste punten uit haar reactie aan de Kamer van 12 februari.

Werkbezoek aan Fokus-locatie

Tijdens een bezoek in januari kreeg de staatssecretaris zowel positieve als negatieve signalen over Fokus.

Fokus wordt gewaardeerd vanwege de eigen regie voor cliënten, maar er zijn ook zorgen over misstanden en uitdagingen zoals personeelstekorten.

Toezicht door IGJ

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op Fokus, onderzoekt meldingen en kan onaangekondigde bezoeken brengen.

IGJ monitort verbeteringen, inclusief klachtenafhandeling en arbeidsmarktvraagstukken.

Acties en verbeteringen

Onderzoek naar de situatie bij Fokus:

Een extern bureau zal een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar gedrag, sociale veiligheid en bejegening, afgestemd met het ministerie, IGJ, cliëntenraad en medewerkers.

Ondersteuning voor bewoners:

Klachten kunnen worden ingediend bij een externe cliëntenvertrouwenspersoon, de geschillencommissie of de rechter.

Toegankelijkheid van vertrouwenspersonen wordt bewaakt en opgeschaald indien nodig.

Bewoners worden aangemoedigd om misstanden bij de IGJ te blijven melden.

Het ministerie van VWS zal individuele casussen analyseren om structurele problemen te identificeren.

Er blijft contact met VWS over meldingen van dreigende zorgstopzettingen.

Versnelling van verbeteringen op Fokuslocaties:

Externe ondersteuning wordt ingezet om verbeteringen te versnellen, gebruikmakend van kennis uit andere zorgsectoren.

Er komt een analyse van de financieringsstructuur van Fokus via subsidies, om te beoordelen hoe dit de rechtspositie van bewoners beïnvloedt en of aanpassingen nodig zijn.

Vervolgstappen

De staatssecretaris zet deze acties snel in gang en zal de Tweede Kamer na het zomerreces van 2025 informeren over de voortgang.

reactie van Staatssecretaris petitie landelijk wergroep misstanden stichting Fokus.Downloaden

Kort samengevat: de staatssecretaris erkent de problemen bij Fokus en neemt maatregelen om de situatie te verbeteren via onafhankelijk onderzoek, toezicht en ondersteuning van bewoners.
Het bericht Staatssecretaris onderneemt actie na petitie over misstanden bij Stichting Fokus verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Wlz-clausule: Is deze nog houdbaar vraag KNB zich af?


Aanleiding voor dit artikel is het aanzwengelen van een maatschappelijke discussie is het recente artikel van de KNB: ‘Is de Wlz-clausule nog wel van deze tijd?’ waarin wordt gesteld dat de maatschappelijke houdbaarheid van deze clausule ter discussie staat. De discussie rondom de Wlz-clausule raakt een belangrijk maatschappelijk thema: de betaalbaarheid en toegankelijkheid van langdurige zorg in Nederland. Als onafhankelijk cliëntondersteuner zie ik dagelijks hoe ouderen en hun families worstelen met de financiële en praktische keuzes rondom zorg en wonen. De kernboodschap die ik als cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar wil uitdragen is dat zorg zo lang mogelijk thuis organiseren, met een beetje hulp van het eigen spaargeld, een verstandig, prettige en meestal ook doelmatige keuze kan zijn.

Financiële gevolgen van zorg thuis versus in een instelling

Veel mensen vrezen dat hun spaargeld of overwaarde van hun woning volledig opgaat aan zorgkosten bij opname in een verpleeghuis. Dit heeft geleid tot de populariteit van de Wlz-clausule. Echter, het is belangrijk om te begrijpen dat er verschillende eigen bijdragen zijn, afhankelijk van de situatie:

Minimale eigen bijdrage: Voor mensen die een lage zorgvraag hebben van minder dan 20 uur zorg per maand en thuis ondersteuning ontvangen, bijvoorbeeld via de Wmo, geldt vaak een lage of geen eigen bijdrage. In 2025 bedraagt deze minimale eigen bijdrage €29,20 per maand.

Lage eigen bijdrage (Wlz thuis of eerste vier maanden verpleeghuis): De lage eigen bijdrage voor een verzorgingshuis of verpleeghuis is in 2025 minimaal €205,- en maximaal €1.076,60 per maand. Maakt u gebruik van een modulair pakket thuis (MPT) of Persoonsgebonden Budget (PGB) dan bedraagt de lage eigen bijdrage minimaal €29,20 en maximaal €900,80 per maand. Als iemand zorg vanuit de Wlz ontvangt maar nog thuis woont, of net is opgenomen in een verpleeghuis, geldt een lagere eigen bijdrage. Deze is inkomensafhankelijk maar blijft relatief beperkt.

Hoge eigen bijdrage (Wlz-instelling na vier maanden): Na vier maanden opname in een zorginstelling stijgt de eigen bijdrage aanzienlijk, afhankelijk van het inkomen en vermogen. Op dat moment kunnen financiële keuzes uit het verleden, zoals schenkingen of het inzetten van spaargeld, effect hebben.

Hulp van de overheid bij langer thuis wonen

De overheid stimuleert ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en biedt diverse maatregelen en ondersteuning aan. Dit omvat onder andere aanpassingen aan de woning, extra hulp en begeleiding en financiële regelingen. Op de website van de Rijksoverheid (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorg-en-ondersteuning-thuis/hulp-aan-ouderen-om-langer-thuis-te-blijven-wonen) is uitgebreide informatie te vinden over deze mogelijkheden.

Thuis blijven wonen als haalbare optie

Met het kabinetsbeleid dat inzet op zo lang mogelijk thuis wonen en minder verpleeghuisplekken, wordt het steeds belangrijker om een plan te maken voor zorg in de thuissituatie. Dit betekent onder andere:

Het benutten van het spaargeld voor woningaanpassingen en particuliere zorg.

Het verkennen van mantelzorgmogelijkheden en aanvullende ondersteuning.

Het bewust omgaan met vermogensplanning, niet alleen vanuit fiscaal oogpunt, maar ook met het oog op toekomstige zorgbehoeften.

Voorbeelden uit de praktijk

Een veelvoorkomende situatie is een oudere met een eigen woning en wat spaargeld die overweegt om alvast een deel van het vermogen aan de kinderen te schenken. Dit kan slim lijken, maar als diezelfde persoon over vijf jaar intensieve zorg nodig heeft en het eigen vermogen is verdwenen, kan er minder zorg ingekocht worden en zijn de keuzemogelijkheden beperkter.

Steeds vaker maak ik als cliëntondersteuner mee dat mensen er bewust voor kiezen om hun spaargeld aan te wenden om het wat ruimer voor zichzelf te regelen. Dit betekent dat zij investeren in extra hulp of luxe voorzieningen die de kwaliteit van leven verbeteren, zoals huishoudelijke ondersteuning, particuliere zorg of extra comfort in de eigen woning. Dit biedt hen niet alleen meer regie over hun eigen situatie, maar voorkomt ook dat zij sneller afhankelijk worden van reguliere zorginstellingen.

Is Wlz-clausule is nog een vanzelfsprekendheid?

De Wlz-clausule is geen vanzelfsprekendheid meer en het is tijd dat we anders gaan kijken naar de financiering van ouderenzorg. In plaats van primair te focussen op het beperken van de eigen bijdrage, zouden we ouderen moeten aanmoedigen hun middelen strategisch in te zetten om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen met passende zorg. Dit vraagt om een verandering in denken, waarbij zorg niet langer alleen als een collectieve verantwoordelijkheid wordt gezien, maar ook als een gedeelde inspanning tussen overheid, individu en familie.

Bronnen

KNB: Is de Wlz-clausule nog wel van deze tijd? Beschikbaar op: https://www.knb.nl/notariaat-magazine/2024-04/is-de-wlz-clausule-nog-wel-van-deze-tijd

Rijksoverheid: Hulp aan ouderen om langer thuis te blijven wonen. Beschikbaar op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorg-en-ondersteuning-thuis/hulp-aan-ouderen-om-langer-thuis-te-blijven-wonen

CAK: Eigen bijdrage langdurige zorg. Beschikbaar op: https://www.hetcak.nl/zelf-regelen/eigen-bijdrage-rekenhulp

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS): Beleidskader ouderenzorg 2025

Janine Budding
Het bericht Wlz-clausule: Is deze nog houdbaar vraag KNB zich af? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Virussen Winter 2025: griep, corona, norovirus, rhinovirus, RS-virus en adenovirus


Niet alleen griep, maar ook corona, norovirus, rhinovirus, RS-virus en adenovirus gaan momenteel rond

In de wintermaanden krijgen veel mensen te maken met verschillende virussen. Hoewel de symptomen vaak overlappen, zijn er belangrijke verschillen tussen de virussen. Zo komt griep vaak acuut op met hoge koorts en spierpijn, terwijl een verkoudheid milder is en zich geleidelijker ontwikkelt. Corona kan zich manifesteren met ademhalingsklachten en soms verlies van reuk en smaak. Andere virussen, zoals het norovirus en het RS-virus, veroorzaken specifieke klachten zoals braken of benauwdheid.

De beste zelfzorgtips zijn rust, voldoende vochtinname, en eventueel gebruik van pijnstillers zoals paracetamol. Bij verkoudheidsklachten kan stomen verlichting bieden. Hygiënemaatregelen, zoals regelmatig handen wassen en goed ventileren, helpen verspreiding van de virussen te beperken. Bij ernstige klachten of langdurige symptomen is het verstandig om contact op te nemen met een arts.

Griep (Influenza A en B)

Symptomen: Koorts, hoesten, keelpijn, spierpijn, vermoeidheid, hoofdpijn.

Incubatietijd: 1-4 dagen.

Ziekteperiode: 1 tot 3 weken.

Aanpak: Veel rust, voldoende vochtinname, eventueel paracetamol tegen koorts en pijn. Besmettelijk vanaf 1 dag voor de eerste klachten tot 5-7 dagen erna. Regelmatig handen wassen en ventileren helpt verspreiding te voorkomen.

Verkoudheid

Symptomen: Loopneus, keelpijn, lichte hoofdpijn, milde vermoeidheid, lichte koorts.

Incubatietijd: 1-3 dagen.

Ziekteperiode: 5-10 dagen.

Aanpak: Paracetamol bij pijn, stomen of zoutwaterneusspray bij verstopte neus.

Corona (COVID-19)

Symptomen: Hoesten, benauwdheid, lichte koorts, spierpijn (soms), vermoeidheid, verlies van reuk of smaak.

Incubatietijd: 2-14 dagen (gemiddeld 5 dagen).

Ziekteperiode: 1 tot 3 weken.

Aanpak: Veel rust, voldoende vochtinname, zelftesten beschikbaar. Blijf thuis bij ernstige klachten en vermijd contact met kwetsbare groepen.

Norovirus

Symptomen: Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, hoofdpijn, milde koorts.

Incubatietijd: 12-48 uur.

Ziekteperiode: 2-3 dagen (bij kinderen tot een week).

Aanpak: Veel drinken om uitdroging te voorkomen. Medicatie is niet effectief.

Rhinovirus

Symptomen: Hoesten, loopneus, koorts, soms dikke benen.

Incubatietijd: 2-4 dagen.

Ziekteperiode: 5-10 dagen.

Aanpak: Symptomen verlichten met paracetamol en rust.

RS-virus

Symptomen: Verkoudheid, hoesten, benauwdheid, piepende ademhaling, koorts.

Incubatietijd: 4-6 dagen.

Ziekteperiode: 1-3 weken.

Aanpak: Bij ernstige klachten (benauwdheid) medische hulp inschakelen. Vooral gevaarlijk voor jonge kinderen en ouderen.

Adenovirus

Symptomen: Keelontsteking, oogontsteking, koorts, luchtwegklachten, diarree.

Incubatietijd: 2-14 dagen.

Ziekteperiode: 1-3 weken.

Aanpak: Rust en voldoende vocht. Symptomen verdwijnen meestal vanzelf.

Hoe weet je wat je hebt?

Veel symptomen van deze virussen overlappen. In de meeste gevallen is het niet nodig om precies te weten welk virus je hebt, omdat de klachten vanzelf overgaan. Wil je toch meer zekerheid, dan kun je gebruikmaken van zelftesten. Voor griep zijn er online zelftesten beschikbaar die werken zoals de coronazelftesten.

Daarnaast kunnen huisartsen bij twijfel een test doen om te bepalen of een infectie door een virus of bacterie wordt veroorzaakt. Ook wordt via een netwerk van huisartspraktijken landelijk onderzocht welke virussen circuleren, onder andere door slijmmonsters uit neus en keel van patiënten te analyseren.

Meer informatie en links naar zelftesten kun je vinden op de website van het RIVM.
Het bericht Virussen Winter 2025: griep, corona, norovirus, rhinovirus, RS-virus en adenovirus verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Treant ziekenhuiszorg en zorgverzekeraar Zilveren Kruis hebben begin november een overeenkomst voor 2025 met elkaar afgesloten.


Verzekerden van Zilveren Kruis (en labels De Friesland, de christelijke zorgverzekeraar, FBTO en Interpolis) kunnen ook in 2025 voor hun ziekenhuiszorg terecht bij de drie ziekenhuislocaties van Treant in Emmen, Hoogeveen en Stadskanaal.

Duidelijkheid

Ron Akkerman, lid van de raad van bestuur van Treant, is tevreden met deze uitkomst. ‘Het is goed nieuws voor een groot deel van onze patiënten, die bij Zilveren Kruis zijn verzekerd. Het is een prachtig signaal dat Zilveren Kruis en Treant ruim voor het begin van 2025 een contract hebben dat voorziet in de regionale behoefte aan medische specialistische zorg.’

Roland Eising, Senior manager Zorginkoop bij Zilveren Kruis, is blij met de snelle overeenkomst 2025 met Treant. ‘Deze nieuwe afspraak met Treant brengt duidelijkheid voor onze verzekerden en helpt om in 2025 de noodzakelijke zorgtransformatie weer een stap verder te brengen. Samen werken we verder aan belangrijke thema’s als digitale en passende zorg, zodat Treant meer zorg kan bieden aan patiënten tegen gelijkblijvende kosten.’

Toekomstbestendig

‘We spreken met Zilveren Kruis constructief over onderwerpen die belangrijk zijn om de zorg in Drenthe en Groningen toekomstbestendig te maken’, voegt Ron Akkerman van Treant toe. ‘Het gaat om een gezamenlijke aanpak waarbij, naast digitale en passende zorg, regionale samenwerking en het binnen de perken houden van wachttijden centraal staat. Het helpt om afspraken te maken met Zilveren Kruis die deze gezamenlijke ambitie ondersteunt en ons voldoende financiële zekerheid biedt.’

[Op de foto van links naar rechts: Janneke Schouten, manager Zorgcontractering, Rinze Visser, manager Financiën en Ron Akkerman, lid raad van bestuur van Treant. Daarnaast Roland Eising, Senior manager Zorginkoop en Mariska Veenstra, zorginkoper Regio Noord van Zilveren Kruis]
Het bericht Treant ziekenhuiszorg en zorgverzekeraar Zilveren Kruis hebben begin november een overeenkomst voor 2025 met elkaar afgesloten. verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel