Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

Relatie gevonden tussen de hoeveelheid actieve slaap en de hersenontwikkeling bij te vroeg geboren baby’s


Hersenonderzoekers van het Wilhelmina Kinderziekenhuis van het UMC Utrecht hebben een link gevonden tussen meer actieve slaap bij te vroeg geboren baby’s, en een betere ontwikkeling van de witte stof in hun hersenen. Dat is belangrijk, omdat de hersenontwikkeling bij deze kwetsbare kleine patiënten vaak achterblijft, wat kan leiden tot verschillende problemen. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in The Journal of Neuroscience.

Veel te vroeg geboren baby’s zijn bijzonder kwetsbaar. Zij lopen het risico op allerlei problemen in de ontwikkeling, waaronder concentratieproblemen, gedragsproblemen, en moeilijkheden met motoriek. De kinderen hebben hierdoor vaak moeite om mee te komen op school. In het ziekenhuis wordt de slaap van deze baby’s vaak verstoord door allerlei medische handelingen die misschien ook uitgesteld hadden kunnen worden. In de baarmoeder zouden deze baby’s tot wel 22 uur slapen.

Op basis van eerder onderzoek met muizen, verwachten onderzoekers dat ‘goede’ slaap een positieve invloed heeft op de hersenontwikkeling van te vroeg geboren kindjes. Vooral de ‘actieve slaap’, waarbij baby’s bewegen, lachen of zelfs geluidjes maken, lijkt essentieel te zijn voor de hersenontwikkeling. Er was alleen nog nooit bewijs voor gevonden in mensen. Onderzoekers van het UMC Utrecht wilden daar verandering in brengen, en hebben de rol van slaap op de hersenontwikkeling van te vroeg geboren baby’s nu voor het eerst goed onderzocht.

Slaappatronen te vroeg geboren baby’s analyseren

De studie, die geleid werd door onderzoekers Xiaowan Wang en Eline de Groot, gebruikte machine learning om slaappatronen bij te vroeg geboren baby’s te analyseren. Het team ontwikkelde een algoritme dat herkent in welke fase van de slaap een baby zich bevindt. Dit algoritme maakt gebruik van gegevens over de hartslag en ademhalingsfrequentie die op neonatale intensive care-afdelingen (NICU’s) standaard in de gaten worden gehouden. “In feite hebben we ons bestaande monitoringsysteem omgetoverd tot een soort smartwatch die lichaamsfuncties in de gaten kan houden”, legt slaaponderzoeker en neonatoloog Jeroen Dudink van het UMC Utrecht uit.

Bij het onderzoek waren twee groepen te vroeg geboren baby’s betrokken die eerder op de NICU waren behandeld. De onderzoekers gebruikten gegevens van de eerste groep om hun algoritme te trainen. Data van de tweede groep, bestaande uit 58 baby’s, werd geanalyseerd op de relatie tussen slaap en de ontwikkeling van de hersenen. De onderzoekers ontdekten dat er inderdaad een relatie lijkt tussen een hoger percentage actieve slaap bij te vroeg geboren baby’s en meer witte stof in de hersenen. Het meetmoment was de uitgerekende datum van de kinderen. Op de NICU van het WKZ wordt bij de veel te vroeg geboren kinderen vaak standaard een MRI-scan van de hersenen gemaakt.

Slaapmonitoring integreren in routinezorg

De onderzoekers zijn blij dat met deze eerste concrete aanwijzing dat slaap een belangrijke rol speelt in de vroege hersenontwikkeling van mensen. “De witte stof is cruciaal bij het verwerken van informatie en het verbinden van verschillende hersengebieden met elkaar, wat weer essentieel is voor cognitieve en motorische functies”, aldus onderzoeker Eline de Groot. “We verwachten dan ook dat kwalitatief goede slaap op de lange termijn veel voordelen kan hebben voor deze kwetsbare baby’s.”

Het onderzoeksteam wil de slaap van te vroeg geboren baby’s op de NICU in de toekomst beter gaan bewaken, met behulp van de geavanceerde slaapmonitoring die ze hebben ontwikkeld. “We kunnen hopelijk in de toekomst ervoor zorgen dat de uitstelbare medische interventies alleen worden gedaan op een moment dat een baby niet in zijn of haar actieve slaap zit”, legt Jeroen uit. Op die manier wil het team onderzoeken of kwalitatief goede slaap inderdaad zorgt voor een betere hersenontwikkeling bij deze kwetsbare patiëntengroep. Dit alles met als uiteindelijke doel om te vroeg geboren baby’s een zo goed mogelijke start van hun leven te geven.

Health AI Labs @ UMC Utrecht Artificial intelligence (AI) is onderdeel van de strategie van het UMC Utrecht. Daarmee werken we aan de zorg van morgen, die innovatief, duurzaam, betaalbaar en ‘bemensbaar’ is. Alle Health AI-initiatieven van het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht zijn gebundeld, om zo een bredere en snellere toepassing van AI te bevorderen in zorg, onderwijs en onderzoek. Er zijn momenteel vijf Health AI Labs binnen het UMC Utrecht.

Bron: UMC Utrecht
Het bericht Relatie gevonden tussen de hoeveelheid actieve slaap en de hersenontwikkeling bij te vroeg geboren baby’s verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Een second opinion aanvragen na medische fout: zo pak je het aan


Een medische fout kan grote gevolgen voor je gezondheid hebben. Misschien is er een fout gemaakt tijdens de operatie waardoor je achteraf aanhoudende pijn hebt of is er een verkeerde diagnose gesteld waardoor je te laat bent met behandelen en genezing niet meer mogelijk is. Maar ook voor je financiële situatie kan het gevolgen hebben: zo kan je bijvoorbeeld je werk minder goed doen, zelfs arbeidsongeschikt raken of huishoudelijke hulp nodig hebben.

Heb je het gevoel dat je arts een medische fout heeft gemaakt bij de diagnose of behandeling van jouw klacht? Dan kan je proberen om de arts aansprakelijk te stellen zodat je recht hebt op een schadevergoeding. Op die manier zijn de financiële lasten minder en kan je je focussen op je herstel. De eerste stap die je dan moet ondernemen is in gesprek gaan met je arts. Maar zitten jullie niet op één lijn en ontkent de arts de medische fout? Dan kan je een second opinion aanvragen om zo eventueel alsnog bevestiging te krijgen dat het om een medische fout gaat.

Een second opinion aanvragen

Heb je twijfels over de diagnose of behandeling van je klacht? Dan heb je het recht om een second opinion aan te vragen, oftewel een tweede mening van een andere behandelaar. De arts die je behandeld heeft is verplicht om hieraan mee te werken, tenzij de arts goede, gegronde redenen heeft om dit niet te doen.

De behandelend arts stuurt in het geval van een second opinion het medisch dossier toe aan de tweede arts. De tweede arts kan deze opnieuw beoordelen. Denk je dat er verkeerde conclusies zijn getrokken bij het eerste onderzoek? Vraag dan aan de tweede arts of hij niet alleen de conclusies wil bekijken, maar ook de foto’s of scans zelf wil beoordelen. Foto’s en scans kan je opvragen bij het ziekenhuis. Twijfel je of het eerste onderzoek überhaupt wel goed is gegaan? Dan kan je ook een geheel nieuw onderzoek aanvragen.

Indien de second opinion je mening bevestigt, is dit (helaas) geen juridisch bewijs dat er een medische fout is begaan. Wel kan de mening van de tweede arts je gevoel bevestigen en je vertrouwen geven om het proces in werking te zetten om de eerste arts aansprakelijk te stellen.

Een beroep doen op je rechtsbijstandverzekering

Heeft een second opinion jouw mening bevestigd en weet je niet welke stappen je hierna kan ondernemen? Dan kan het helpen om je rechtsbijstandverzekering in te schakelen, indien je deze hebt. Een jurist kan je helpen bij het begrijpen van je rechten en opties.

De jurist kan je adviseren over de haalbaarheid van een juridische procedure en je bijstaan tijdens het proces. Het is belangrijk dat je een pakket hebt binnen je verzekering die medische fouten dekt, zodat je zonder bijkomende kosten rechtsbijstand kan krijgen.

Een klacht indienen

Ben je er zeker van dat het om een medische fout gaat? Dan kan je een klacht sturen naar de zorgverlener of -instelling. Als je een reactie krijgt waar je het niet mee eens bent, kan je naar de rechter stappen of een klacht indienen bij de geschillencommissie. De arts kan dan alsnog aansprakelijk gesteld worden en een schadevergoeding verschuldigd zijn. Op die manier leid jij zo min mogelijk financiële schade en kan al je focus uitgaan naar je gezondheid.
Het bericht Een second opinion aanvragen na medische fout: zo pak je het aan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Werken als je slechtziend of blind bent? Natuurlijk!


‘Met het project Toegang tot Werk hebben we een beweging in gang gezet, waardoor meer mensen die slechtziend of blind zijn een betaalde baan krijgen’, vertelt Anneke Berkhout, projectcoördinator werk bij de Oogvereniging. Vanmiddag presenteerde ze voor meer dan zeventig aanwezigen, waaronder 15 werkgevers, de resultaten, conclusies en aanbevelingen. De belangrijkste conclusie? ‘We zijn erin geslaagd om de bewustwording te vergroten en werkgevers te motiveren om duurzame plaatsingen te gaan realiseren. De verzamelde kennis en informatie zal de basis vormen voor een praktische handreiking voor werkgevers.’

Bereidheid is groot

‘Gedurende het project hebben we in totaal 75 verschillende werkgevers benaderd en met 34 werkgevers zijn we uiteindelijk in gesprek gegaan’, zegt Berkhout. ‘De bereidheid onder deze werkgevers om mensen die slechtziend of blind zijn aan te nemen is groot. Wel zien we dat het overwinnen van de te nemen hobbels tijd kost. Een belangrijke aanbeveling die ik dan ook geef, is: hou vol, blijf proberen en laat vooral ook de succesverhalen zien.’

Succesverhaal

Berkhout is zelf een van de succesverhalen. Ze is blind en heeft haar hele leven goed betaalde banen gehad. Ze heeft er haar levenswerk van gemaakt dat het vanzelfsprekend is dat mensen die slechtziend of blind zijn gewoon betaald werk hebben. Deze presentatie is de kroon op haar werk, nu ze de pensioenleeftijd heeft bereikt. Maar stilzitten doet ze niet. Ze gaat bij Bartiméus Fonds door met haar strijd voor betaald werk voor mensen die slechtziend of blind zijn. 

Aanbevelingen

Berkhout presenteerde vanmiddag meerdere aanbevelingen: ‘Het is belangrijk dat werkgevers en werknemers de juiste informatie krijgen. Daarnaast moet er een platform komen waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Ook is er nog enige winst te behalen in het toekennen van werkvoorzieningen door het UWV. Denk hierbij aan het vereenvoudigen van aanvraagprocedures en het verruimen van de verstrekking van voorzieningen tijdens stages en proefplaatsingen.’ Alle resultaten, conclusies en aanbevelingen zijn te lezen in de Rapportage Toegang tot Werk.

Klaar voor de volgende stap

‘We zijn blij dat vele organisaties er positief tegenover staan om mensen die slechtziend of blind zijn aan te nemen’, geeft Luuk-Jan Boon, directeur van de Oogvereniging, aan. ‘Maar we zijn er nog niet. Nu moeten werkgevers ook daadwerkelijk mensen die slechtziend of blind zijn aannemen. Daarom zijn we ook bij het Informatie- en Adviespunt Zichtbaar in Werk betrokken. Dit is dé vraagbaak voor werken met een visuele beperking, zowel voor werkgevers, als voor werknemers en arbeidsbemiddelaars/begeleiders.’ Het Informatie- en Adviespunt is een samenwerking tussen de Oogvereniging, Bartiméus en Koninklijke Visio.

Samenwerking

Het project Toegang tot Werk is uitgevoerd in samenwerking met Koninklijke Visio en Bartiméus en gefinancierd door Bartiméus Fonds en Visio Foundation. De Rabobank, een belangrijke samenwerkingspartner, faciliteerde de bijeenkomst.

Bron: Oogvereniging
Het bericht Werken als je slechtziend of blind bent? Natuurlijk! verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Landelijke campagne bestrijdt misvattingen rondom palliatieve zorg


Het gesprek over ongeneeslijk ziek zijn en alles wat er dan nog mogelijk is, moet beter. Dat vinden vijftien samenwerkende organisaties die deze week een publiekscampagne lanceren. ‘Ongeneeslijk. Niet uitbehandeld’ is de titel. De campagne moet leiden tot bewustwording over wat palliatieve zorg kan betekenen voor mensen met een levensbedreigende ziekte en hun naasten. “Toegang tot palliatieve zorg begint met het gebruik van de juiste woorden”, zegt Saskia Teunissen, hoogleraar palliatieve zorg en voorzitter van de stuurgroep Nationaal Programma Palliatieve Zorg II.

Zeven mensen met een levensbedreigende ziekte vertellen in de campagne hun persoonlijke verhaal. Door hun verhalen wordt duidelijk waarom goede zorg in de palliatieve fase zo belangrijk is, juist in een periode waarin we elkaar vrede, gezondheid en alle goeds toewensen. De campagne vindt plaats van 23 december tot 12 januari. Het zijn Julian (20), Kevin (27), Mike (39), Mirjam, (49) Renée (54), Waheeda (56) en Wim (73) die openheid van zaken geven. Vier van hen hebben voor het grote publiek een bekend gezicht: Mike, Mirjam, Renée en Wim. Zij kwamen ook in beeld bij de voorloper van deze campagne, in maart dit jaar. De persoonlijke verhalen zijn te lezen via overpalliatievezorg.nl.

Mensen met een levensbedreigende ziekte die vroeg in het ziektetraject uitgenodigd worden om hun persoonlijke wensen, waarden en behoeftes te bespreken en vast te leggen, ervaren daar veel voordelen bij. Zoals minder last van angst en sombere gedachten, het minder ontvangen van niet-passende behandelingen en minder vaak ongewenst in het ziekenhuis worden opgenomen. Het gesprek vormt de opening naar de beste zorg en ondersteuning in een periode van onzekerheid van het zekere levenseinde.

Palliatieve zorg voor groeiende groep mensen relevant

Voor een groeiende groep mensen in Nederland is palliatieve zorg relevant. In 2022 overleden er in Nederland ruim 170.000 mensen ten opzichte van 110.000 mensen in 2018. Zo’n 70% van deze overlijdens komt niet onverwacht. De belangrijkste oorzaken zijn kanker, orgaanfalen, dementie en beroertes. 120.000 mensen en hun naasten kunnen profiteren van palliatieve zorg.

Een woord als ‘uitbehandeld’ blokkeert

“Mensen die ongeneeslijk ziek zijn hebben in beperkte mate toegang tot de palliatieve behandelingen die wél beschikbaar zijn”, zegt Saskia Teunissen, hoogleraar palliatieve zorg en voorzitter van de stuurgroep NPPZ II. “Ook voor zorgverleners en ondersteuners is het niet vanzelfsprekend en ook niet gemakkelijk om die mogelijkheden onder de aandacht te brengen. Toegang tot palliatieve zorg begint met het gebruik van de juiste woorden. Een woord als ‘uitbehandeld’ blokkeert die toegang en geeft een gevoel van eenzaamheid en buitengesloten worden. Daarom lanceren we dit vervolg op de campagne ‘Ongeneeslijk. Niet uitbehandeld’.

Waarden, wensen en behoeftes vroegtijdig bespreken

Mensen met een levensbedreigende ziekte die vroeg in het ziektetraject uitgenodigd worden om hun persoonlijke wensen, waarden en behoeftes te bespreken en vast te leggen, ervaren daar veel voordelen bij. Zoals minder last van angst en sombere gedachten, het minder ontvangen van niet-passende behandelingen en minder vaak ongewenst in het ziekenhuis worden opgenomen. Het gesprek vormt de opening naar de beste zorg en ondersteuning in een periode van onzekerheid van het zekere levenseinde.

Over het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II

Het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II) wil de maatschappelijke bewustwording over palliatieve zorg vergroten en proactieve zorg en ondersteuning voor iedereen beschikbaar maken. Organisaties die gezamenlijk sturing geven aan het programma zijn: Patiëntenfederatie, ActiZ, V&VN, KNMG, Medische Kindzorg, Stichting PZNL, Vereniging PZNL, Kenniscentrum Kinderpalliatieve zorg, Landelijk overleg Consortia Palliatieve Zorg (LOCo), Universitaire Expertisecentra Palliatieve zorg (EPZ), Multidisciplinaire beroepsvereniging Palliactief, IKNL, Vereniging NPZ. ZonMw en VWS zijn toehoorder van de Stuurgroep.

Bron: PZN
Het bericht Landelijke campagne bestrijdt misvattingen rondom palliatieve zorg verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Bejaardenhuis 2.0 is niet de oplossing


Aad de Groot, topman van zorgverzekeraar DSW, is groot pleitbezorger van een nieuwe aanpak van de ouderenzorg. Dat schrijft NOS. Andere manieren van samen wonen en leven is inderdaad enorm urgent. Zeker met de vergrijzing en toename van het aantal thuiswonende mensen met dementie.

Het mag zelfs nog een stap verder dan De Groot stelt. Een bejaardenhuis 2.0 is namelijk niet de oplossing. Bovendien is dat helemaal niet te realiseren, omdat er onvoldoende zorgpersoneel zal zijn voor het dubbele aantal mensen met dementie. In 2040 zijn er namelijk een half miljoen mensen met dementie.

De oplossing is een dementievriendelijke buurt. Hierin krijgen thuiswonende ouderen hulp die ze nodig hebben. Deze buurt is gemixt. Dus niet alleen met ouderen, ook met gezinnen en jongeren. Juist die diversiteit is nodig voor mensen met dementie om onderdeel te blijven van de samenleving en om buurten te laten groeien waar men elkaar kan en wil helpen.

Er moet, zoals De Groot stelt, per wijk één zorgaanbieder zijn en een budget per wijk. Een zorgmedewerker in de buurt kan dan meer tijd bij mensen thuis besteden in plaats van op de fiets of in de auto.

Verder is een gezamenlijke ontmoetingsplek hard nodig als onderdeel van de dementievriendelijke buurt, omdat die de drempel lager maakt om elkaar te helpen. En als deze mensen ondersteund worden, zowel professioneel als informeel, dan is kunnen ze langer thuis blijven wonen. Sommige ouderen hoeven dan helemaal niet meer naar het verpleeghuis.

Zo hoeven ouderen (met dementie) zo min mogelijk te verhuizen en blijven ze langer onderdeel van de samenleving. En dat verbetert de kwaliteit van hun leven en verlaagt de druk op de zorg.

Gerjoke Wilmink, directeur, Alzheimer Nederland
Het bericht Bejaardenhuis 2.0 is niet de oplossing verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

MIND Oproep aan informateur voor behoud vrije artsenkeuze


Voorkom klassenzorg in de ggz

De toegang tot de ggz is al te lang een te groot probleem. Daarom moet alles op alles gezet worden om de zorg die er is, te behouden en beter beschikbaar te maken voor de ruim 1 miljoen mensen die jaarlijks hulp nodig hebben. Ongeveer 11 procent van de ggz wordt niet gecontracteerd door zorgverzekeraars. Deze ongecontracteerde zorg wordt steeds minder vergoed door zorgverzekeraars. Alleen mensen die daarvoor fors kunnen bijbetalen, hebben nog toegang. De ongecontracteerde zorg staat daardoor flink onder druk; goede zorgverleners dreigen de ggz te verlaten. MIND maakt zich hier grote zorgen over en vreest voor nog langere wachtlijsten. In de brief van MIND aan de informateur, in aanvulling op de gezamenlijke brief met de ggz-sector van dinsdag 19 december, vragen we om in het regeerakkoord het behoud van de vrije artsenkeuze op te nemen en maatregelen te nemen om de ggz en informele zorg daarbuiten beter toegankelijk te maken.

Recht op vrije artsenkeuze

In het huidige zorgstelsel met marktwerking bepalen de zorgverzekeraars met wie zij contracten afsluiten. De aanbieders die gecontracteerd worden, zijn niet voor iedereen geschikt of toegankelijk; onder andere vanwege uitsluitingscriteria. Om patiënten toch de mogelijkheid te geven zelf de zorg te regelen die zij nodig hebben, is artikel 13 in de Zorgverzekeringswet opgenomen; de vrije artsenkeuze. Mensen kunnen dan zelf een behandelaar zoeken en bij een restitutiepolis de volledige kosten bij de zorgverzekeraar declareren. De vrije artsenkeuze staat echter onder druk. Begin november werd duidelijk dat nog maar drie verzekeringen een volledige restitutiepolis bieden. Waren het er in 2022 nog 11; in 2023 waren het er nog maar 7 en komend jaar blijven er nog maar 3 restitutiepolissen over. Bij veel naturapolissen dalen de vergoedingen voor niet-gecontracteerde ggz tot slechts 50% van de kosten.

Zoektocht naar passende en beschikbare zorg

Het afgelopen kabinet stuurde aan op contractering van zorg en kwam met het voorstel ‘wet bevorderen zorgcontractering’. Deze voorgestelde wet biedt zorgverzekeraars en het ministerie van VWS de ruimte de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg verder te verlagen. En dit alles terwijl het juist in de ggz zo belangrijk is dat je zelf op zoek kunt naar een passende behandelaar. De behandelrelatie bepaalt voor een groot deel het succes van therapie. Ook is het zorgaanbod voor bepaalde psychische aandoeningen zo beperkt en nog minder daarvan gecontracteerd, dat mensen niet zonder een restitutiepolis kunnen. Simpelweg omdat ze met zo’n polis een iets grotere kans hebben om toch passende zorg te vinden binnen het beperkte aanbod. Wanneer deze ongecontracteerde zorg voor mensen niet meer te betalen is, zullen aanbieders hun praktijk moeten sluiten. Onlangs, op 18 oktober 2023, stemde vrijwel de gehele oppositie in de Tweede Kamer voor een motie van Fleur Agema om de vrije artsenkeuze te behouden conform artikel 13 en zo klassenzorg te helpen voorkomen. En op 12 december stelden Kamerleden Westerveld en Bushoff Kamervragen over het verdwijnen van de restitutiepolissen. MIND hoopt dat een nieuw kabinet hier gevolg aan gaat geven en pleit ervoor om het behoud van de vrije artsenkeuze in het regeerakkoord op te nemen.

Verbeter toegang tot zorg en steun

Al 23 jaar geleden, in 2000, werden afspraken gemaakt om de wachtlijsten in de ggz aan te pakken. De zogeheten Treeknormen zouden garantie bieden op tijdige zorg. Inmiddels zijn de ellenlange wachtlijsten nog steeds de realiteit. De ggz is ontoegankelijk voor mensen die dringend zorg nodig hebben. Uit onderzoek onder het MIND ggz-panel blijkt dat de helft van de respondenten die na 2021 hulp zocht én daarbij problemen ondervond, de toegang tot één of meerdere behandelingen werd geweigerd. De helft van hen kreeg te horen dat hun problematiek te complex was, een derde hoorde dat er geen passende zorg was. Wat MIND betreft moet er meer passend specialistisch aanbod in de ggz komen, en meer aandacht voor maatschappelijk herstel. Dit vraagt om (domein-overstijgende) financiering van bijvoorbeeld maatregelen om mensen met een psychische aandoening aan werk te helpen, en het uitbreiden van laagdrempelige ggz-steunpunten in de wijk. We zien hiervoor echter een beperkt urgentiegevoel in de politiek en de maatschappij. Dit terwijl het aantal mensen met psychische klachten alleen maar toeneemt. Wij roepen de informateur op om in het regeerakkoord maatregelen op te nemen voor het verbeteren van de toegang tot (specialistische)ggz en het versterken van herstelmogelijkheden in het sociaal domein.

Bron: MIND
Het bericht MIND Oproep aan informateur voor behoud vrije artsenkeuze verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

ESHPM benoemt Matthias Rieger tot ‘Theme Chair Global Health


Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) gaat het onderzoek en onderwijs op het gebied van Global Health de komende jaren verder versterken. Per 1 januari 2024 is daarom Matthias Rieger aangetrokken als Theme Chair Global Health bij ESHPM. Rieger over zijn benoeming: “Ik ben heel erg enthousiast over mijn aanstelling bij ESHPM met haar lange traditie in het aanpakken van ongelijkheden op gezondheidsgebied over de hele wereld en haar interdisciplinaire aanpak.” 

Matthias Rieger is een econoom met interesse in economische ontwikkeling en gezondheid, maar ook gedragseconomie. Hij heeft veel ervaring met veld- en beleidsexperimenten met partners in meerdere landen en disciplines in het Mondiale Zuiden. Deze experimenten hebben bijgedragen aan het ontwikkelings- en gezondheidsbeleid op zowel mondiaal als lokaal niveau. Hij wil graag nieuwe mondiale gezondheidspartnerschappen opzetten op het gebied van onderwijs, onderzoek en beleidsadvies. Ook start hij drie onderzoekslijnen, namelijk een field experiment lab om gezondheidsgedrag te bestuderen, een Global Health natural experiment lab en een initiatief voor kennisvertaling. Rieger zal zijn ingebed bij de sectie Health Economics, maar zal vanuit die inbedding een ESHPM-breed programma ontwikkelen in samenwerking met andere ESHPM-secties. Daarnaast blijft Rieger nog deels verbonden aan het International Institute of Social Studies (ISS) om ook die samenwerking te versterken.

Rieger gaat het thema vanuit ESHPM samen met het Rotterdam Global Health Initiative (RGHI), met Igna Bonfrer als directeur, ontwikkelen. RGHI is een succesvolle samenwerking tussen ISS in Den Haag, Erasmus Medisch Centrum en Erasmus School of Economics. Bonfrer: “De afgelopen jaren hebben we al veel gedaan in Latijns-Amerika, Azië en nu ook Afrika. Ik verwacht dat RGHI door deze benoeming een nog sterkere magneet zal worden voor diegenen die geïnteresseerd zijn in het bevorderen van uitmuntend onderzoek en onderwijs, bijvoorbeeld op het gebied van eerlijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg voor iedereen”.

Bron: ESHPM
Het bericht ESHPM benoemt Matthias Rieger tot ‘Theme Chair Global Health verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Kerstwens


“Beste lezers van MedicalFacts,

In deze bijzondere tijd van het jaar willen we graag onze warmste kerstgroeten met jullie delen. Moge jullie omringd zijn door liefde, vreugde en goede gezondheid tijdens deze feestdagen.

Wij begrijpen het belang van gezondheid en welzijn, en zijn er van overtuigd dat jullie, als lezers van een medische nieuwssite, dat ook doen. Laten we samen streven naar een gezondere en gelukkigere wereld in het nieuwe jaar.

Ik hoop dat jullie genieten van heerlijke maaltijden, gezelschap van vrienden en familie, en dat jullie tijd vinden om te ontspannen, wandelen en van de mooie momenten te genieten. Laten we blijven streven naar transparantie, eerlijkheid en doelmatige zorg, niet alleen tijdens de feestdagen, maar het hele jaar door.

Fijne kerstdagen en een gezond en voorspoedig nieuwjaar gewenst!

Met vriendelijke groet,

Janine Budding & Jan de Leeuw
Het bericht Kerstwens verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Nieuwe cijfers wijzen op dreigend zorginfarct


FNV Zorg & Welzijn slaat alarm

FNV Zorg & Welzijn luidt de noodklok naar aanleiding van de vandaag gepubliceerde arbeidsmarktprognose van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn (AZW). De cijfers tonen aan dat in 2033 een zorginfarct dreigt met een verwacht tekort van bijna 190.000 medewerkers in de sector Zorg & Welzijn. Begin vorig jaar waarschuwde FNV al voor deze ontwikkeling, maar de situatie verslechtert snel.

Bestuurder FNV Zorg & Welzijn, Elise Merlijn, reageert geschokt op de nieuwe cijfers: ‘Mijn eerste reactie was er een van misselijkheid, als je de cijfers ziet met betrekking tot de tekorten naar 2033, (over tien jaar!) dan schrik je jezelf te pletter. Hoe kan de zorg enige vorm van menselijke maat houden als we het hebben over deze tekorten?’

Recente Arbeidsmarktprognose AZW (in aantallen personen)

Branche2024 (Ref.)2024 (Nieuw beleid)2033 (Ref.)2033 (Nieuw beleid)Universitair medische centra2.5002.70011.10010.600Ziekenhuizen en overige med. spec. zorg4.4005.00027.70026.500Geestelijke gezondheidszorg5.5005.80014.50014.100Huisartsen en gezondheidscentra1.2001.4005.4005.900Overige zorg en welzijn7.0007.40020.20019.500Verpleeghuiszorg13.10014.20064.90051.900Thuiszorg4.9005.60017.00027.400Gehandicaptenzorg7.8008.40023.10023.000Jeugdzorg9001.0003.3003.400Sociaal werk2.7003.0007.7007.500Totaal50.00054.500194.900189.800Bron: AZW    

Urgentie nog nooit zo hoog

Over de hele breedte verviervoudigt het personeelstekort. Met name in de ziekenhuizen zullen enorme problemen ontstaan, het personeelstekort zal daar de komende tien jaar ruim vervijfvoudigen, zo blijkt uit de prognose. Van een tekort van 5000 mensen nu, naar 27.700 in 2033. Volgens FNV Zorg en Welzijn is dat de doodsteek voor het Nederlandse zorgsysteem. Merlijn: ‘We hebben tijdens de corona-periode gezien wat er gebeurt als de capaciteit in de ziekenhuizen niet voldoende is. Er was sprake van Code Zwart. Maar binnen tien jaar is dat permanent het geval. We kijken nu echt naar Den Haag voor een noodplan. De urgentie is nog nooit zo groot geweest.’

Nieuw beleid zorgt voor nog groter tekort

In de cijfers wordt onderscheid gemaakt tussen de huidige situatie en die waarin de verwachte effecten van een aantal relevante voorgenomen of recent ingevoerde beleidsmaatregelen zijn meegenomen. Opvallend is dat nieuw beleid met name in de thuiszorg juist voor een nog groter tekort zorgt. Merlijn: ‘De ouderenzorg gaat dusdanig met tekorten te maken krijgen dat er nauwelijks sprake zal zijn van herstel. Plannen van sommige partijen om de ouderenzorg dan maar via verpleeghuizen te reanimeren, lijkt een utopie gezien de cijfers. Door de tekorten zal er nog minder zorg beschikbaar zijn en zullen ouderen nog veel meer aangewezen worden op eigen creatieve oplossingen en (overbelaste) mantelzorg.’

Oproep tot actie

FNV roept de overheid en alle betrokken partijen op om onmiddellijk met een doortastend plan van aanpak te komen. Een dringende herziening van de arbeidsvoorwaarden, het verminderen van de werkdruk en het aantrekkelijker maken van de sector zijn cruciaal om de kwaliteit van de zorg te waarborgen. FNV benadrukt dat zorgmedewerkers onmisbaar zijn voor het handhaven van de huidige standaard in de zorg.

Bron: FNV
Het bericht Nieuwe cijfers wijzen op dreigend zorginfarct verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Ook longen van de ‘fitte’ roker zijn er vaak slecht aan toe


Onderzoekers UAntwerpen/UZA brengen verborgen longschade bij rokers in kaart

Roken als een schoorsteen zonder dat je uithoudingsvermogen eronder lijdt: sommige rokers lijken ermee gezegend. Tijdens een standaard longfunctietest bij de dokter werken hun longen naar behoren, maar schijn bedriegt. Met de longen van een groot deel van de ‘fitte’ kettingrokers is het namelijk even slecht gesteld als met die van een beginnende rokerslongpatiënt. Antwerpse onderzoekers brachten die schade voor het eerst in kaart. “We hadden nooit durven denken dat het zo erg zou zijn.

De onderzoekseenheid LEARN – kort voor Lung Research Antwerp –  onderzocht de kleine luchtwegen in de longkwabben en longen van 39 patiënten. Daarbij namen ze zowel organen van rokers als niet-rokers onder de loep. De longen van de rokers werden onderverdeeld in die met of zonder COPD. “COPD staat voor chronic obstructive pulmonary disease”, legt professor Stijn Verleden (UAntwerpen) uit. “In de volksmond wordt de ziekte ‘rokerslong’ genoemd. COPD-patiënten hoesten geregeld slijmen op. Ze zijn al na lichte fysieke inspanningen kortademig en bij het ademhalen weerklinkt er een piepend geluid in hun luchtwegen.” Dokters kunnen rokerslong gemakkelijk vaststellen bij patiënten tijdens een routineonderzoek. Met een eenvoudige longfunctietest wordt hun longinhoud gemeten. Prof. Verleden: “Wanneer die patiënt het slecht doet op de proef, weet de dokter dat de kans op COPD bestaat. Maar als arts wil je de ziekte natuurlijk detecteren nog voor al die symptomen de kop op steken. Daar zit net het probleem. Want er zijn mensen die veel roken, maar het toch goed doen op die test. Zij glippen door de mazen van het net. Na afloop van het doktersbezoek roken ze vaak vrolijk verder, terwijl ze misschien net op het kantelpunt staan om rokerslong te ontwikkelen. Die voorloper van de ziekte noemen we pre-COPD. Een heel groot aantal van de pre-COPD-patiënten krijgt later toch rokerslong. Een ziekte die onomkeerbaar en ongeneeslijk is.”

Even zwaar beschadigd

Maar hoe erg zou het gesteld zijn met de longen van zware rokers zonder rokerslong? Om dat te achterhalen bestudeerden de onderzoekers de verschillende longstalen met een micro-CT-scanner. Dat is een geavanceerde technologie waarbij men 3D-röntgenbeelden van het longweefsel kan maken. De resolutie van zo’n scanner is tot honderd keer beter dan die bij gewone beeldvorming. Zo kregen de onderzoekers een nauwkeurig beeld over de staat van de kleine luchtwegen en longblaasjes.Verleden: “De kleine luchtwegen in de longen kan je het best vergelijken met een netwerk van pijpleidingen. Als we lucht inademen, wordt de zuurstof via die buisjes naar de longblaasjes geleid. De longblaasjes staan in contact met onze bloedvaten. Het is via die blaasjes dat zuurstof uiteindelijk in ons bloed terechtkomt. Op de micro-CT-beelden was te zien hoe bij patiënten met pre-COPD, die niet slaagden op de longfunctietest, 35 à 40 procent van de kleine luchtwegen compleet vernietigd was. Ook de longblaasjes waren zwaar beschadigd.”Vervolgens keken de onderzoekers naar de longstalen van forse rokers die bij een dokterscontrole onder de radar waren gebleven. “Bij zulke mensen waren de kleine luchtwegen en longblaasjes even zwaar aangetast”, vertelt Verleden. “Uit de literatuur wisten we uiteraard dat roken ook hun longen beschadigt, maar niet in welke mate die kleine luchtwegen toegetakeld waren. Nooit hadden we durven denken dat ze er even slecht aan toe zouden zijn als bij een beginnende rokerslongpatiënt. Die bevinding zou rokers aan het denken moeten zetten. Het is niet omdat je nog niet de klachten van een verstokte roker hebt, dat je daardoor ook beter af bent.”

 Logistiek huzarenstukje

Het wetenschappelijk onderzoek van LEARN is een wereldprimeur. Dat heeft alles te maken met het logistiek huzarenstukje achter de studie. “Onze onderzoeksgroep is een samenwerkingsverband tussen verschillende afdelingen binnen de Universiteit Antwerpen en het UZA”, legt Verleden uit. “Daardoor kennen we de gedetailleerde medische geschiedenis van elk van die longstalen. Dat maakt deze studie in ons onderzoeksdomein baanbrekend.”

Bron: UAntwerpen/UZA
Het bericht Ook longen van de ‘fitte’ roker zijn er vaak slecht aan toe verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel