Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

NOC*NSF kent status van High Performance Partner van TeamNL toe aan Sport Medisch Centrum Jeroen Bosch Ziekenhuis


Het Sport Medisch Centrum (SMC) van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in

’s-Hertogenbosch heeft de status van High Performance Partner van Team NL ontvangen van NOC*NSF. Het krijgt deze status omdat de (zorg)professionals van het SMC al jaren hun sportmedische expertise inzetten voor de topsport en nauw samenwerken met de sporters en staf van TeamNL. Op 10 november 2023 ontvangt het SMC een plaquette uit handen van Maarten Moen, chef-arts van NOC*NSF. 

Op de foto van links naar rechts: Maarten Moen (chefarts NOC*NSF), Petra Keijsers (sportarts SMC JBZ), Elly van den Boogaard (sport diëtiste SMC JBZ), Arjan Kokshoorn (sportarts SMC JBZ), Joost van de Mortel (manager bedrijfsvoering JBZ), Gerda op het Veld (projectleider TeamNL) en Maarten Hulshof (fysiotherapeut SMC JBZ)

Petra Keijsers, sportarts van het SMC: “We zijn heel trots dat we als centrum deze erkenning voor ons werk hebben gekregen. Wij werken met zeer veel plezier samen met de gedreven sporters van TeamNL. Wij delen met hen onze sportmedische expertise, om hun performance te optimaliseren. Tegelijkertijd doen wij in de samenwerking kennis en ervaring op die wij inzetten voor de amateursporters en chronische patiënten die wij ook binnen ons centrum begeleiden”.

Kwaliteit en betrokkenheid

Het SMC heeft een langdurige relatie opgebouwd met de TeamNL sporters in de topsportprogramma’s turnen, wielrennen en urban sports. Op dit moment begeleiden de (zorg)professionals van het SMC de Nederlandse sporters in hun voorbereiding op de Olympische spelen van volgend jaar zodat zij in Parijs hun beste prestatie kunnen neerzetten. Daarbij gaat het met name om de topsporters die in Den Bosch en omstreken trainen. Het SMC valt namelijk organisatorisch gezien onder de regio BrabantSport TeamNL centrum Zuid.

Joost van de Mortel, manager bedrijfsvoering SMC: “Dat wij deze mooie status krijgen, is een erkenning voor de kwaliteit en betrokkenheid van onze collega’s. Zij zetten zich dag in dag uit in voor de topsporters die zij begeleiden door een optimaal medisch – en prestatieklimaat te creëren. Het is mooi dat dit gezien wordt door NOC*NSF en dat nu wordt bevestigd dat we een goede bijdrage leveren.”

TeamNL

TeamNL is hét sportteam dat Nederland 365 dagen per jaar vertegenwoordigt op internationaal topniveau. Van atletiek tot zwemmen. Het zijn de allerbeste sporters die aanwezig zijn op EK’s, WK’s en Olympische en Paralympische Spelen. Eén sportteam met één ambitie: Nederland vertegenwoordigen op de fiets, het veld, de baan, in het water en, waar er maar gesport wordt, de beste van de wereld zijn! TeamNL topsporters strijden voor Nederland, inspireren Nederland en maken Nederland trots. TeamNL is van Nederland. Achtentwintig bonden hebben zich gebundeld om samen met NOC*NSF een gezicht aan TeamNL te geven.

Sport Medisch Centrum

Het SMC is het expertisecentrum van het Jeroen Bosch Ziekenhuis op het gebied van sport, beweging en gezondheid. Het SMC is aangesloten bij de Federatie van Sportmedische Instellingen (FSMI), het is gecertificeerd door de SCAS en heeft hiermee het certificaat van de Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg (SCAS) gekregen. Met dit door het NOC*NSF erkende kwaliteitskeurmerk mag het SMC topsporters met A- en B-status behandelen en begeleiden.

Bron: JBZ
Het bericht NOC*NSF kent status van High Performance Partner van TeamNL toe aan Sport Medisch Centrum Jeroen Bosch Ziekenhuis verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Zorgbalans vergroot eigen regie revalidanten met inzet van de Compaan met BproCare


Met haar ambitie om in 2030 toonaangevend te zijn als het gaat om oplossingen voor de exploderende zorgvraag, heeft Zorgbalans weer een volgende stap gezet. Vanaf november is de tablet de Compaan gekoppeld aan het zorgcommunicatie- en technologieplatform van BproCare bij Zorgbalans. Hiermee kunnen de revalidanten van de ouderenzorgorganisatie in de toekomst communiceren met zorgmedewerkers en naasten over hun revalidatieproces en zo hun eigen regie in het zorgproces vergroten.

Door de dubbele vergrijzing neemt ook de druk op het bieden van goede geriatrische revalidatiezorg (GRZ) toe. Het is daarom belangrijk dat de GRZ anders wordt ingericht, waarbij naar verwachting een groter deel van de revalidatiezorg straks vanuit huis wordt aangeboden en er minder lange opnames nodig zijn. De Compaan wordt al jaren door Zorgbalans ingezet in de thuissituatie. Voor contact en zorg op afstand is de Compaan zelfs de standaard in de wijkzorg. Ook voor haar revalidanten ziet Zorgbalans kansen voor deze technologie.

Klantreis revalidant

Eerst heeft Zorgbalans de klantreis van de revalidant in kaart gebracht om na te gaan waar digitalisering gewenst en mogelijk is. Vervolgens is gekeken in welke fase van het revalidatieproces de Compaan kan ondersteunen. Daaruit zijn verschillende ideeën naar voren gekomen die vanaf heden beschikbaar zijn, zoals herinnering medicatie-inname en de toegang tot instructievideo’s die het revalidatieproces ondersteunen. De komende maanden komen er nieuwe functionaliteiten bij. Hierbij staat steeds de eigen regie van de revalidant over zijn of haar behandeling centraal. En wordt een veilige terugkeer naar huis vergemakkelijkt.

BproCare en de Compaan

De Compaan is bij Zorgbalans gekoppeld aan het zorgcommunicatie- en technologieplatform van BproCare. Dit digitale platform kan berichten (signalen, alarmen, tekst, beeld, geluid) versturen naar de smartphone van de zorgmedewerkers van Zorgbalans. Het streven is om zoveel mogelijk met één app op de telefoon de functionaliteiten van de verschillende zorgtechnologieën te kunnen bedienen. Naast de Compaan, zijn onder andere ook alarmknoppen, bedsensoren en dwaaldetectiesystemen op het platform aangesloten. De komende jaren zullen daar nog meer zorgtechnologieën aan worden toegevoegd die van waarde zijn voor revalidanten en zorgmedewerkers.

Door de koppeling van de Compaan aan het zorgcommunicatie- en technologieplatform van BproCare heeft de tablet voor Zorgbalans een veel bredere toepassing gekregen. Door de functionaliteiten van de Compaan en BproCare te combineren, kan de revalidant met behulp van de tablet alarmeren bij een zorgvraag, aan dagelijkse revalidatiedoelen werken, zijn of haar zorgdossier inzien en bij terugkeer naar huis zorg op afstand ontvangen.

Ervaringen van de gebruikers

Eén van de revalidanten: “Ik was bang dat ik niet met de Compaan kon omgaan, maar ik had het zo onder de knie. Heel fijn dat ik nu kan beeldbellen met mijn vrouw als ze een dag niet langs kan komen. Ook kan ik zien welke oefeningen ik moet doen voor een sneller herstel. Dat lukt me niet elke dag even goed, maar ik wil zo snel mogelijk weer alles zelf kunnen.”

Voor Zorgbalans is het cruciaal dat alle systemen met elkaar samenwerken. Lars Heutink, projectleider bij Zorgbalans: “Het is van groot belang dat oplossingen goed samenwerken en op één plek samenkomen, in dit geval in de app van BproCare. Daarbij staan uiteraard dataveiligheid, de mogelijkheid om de data van het platform te gebruiken en gebruiksvriendelijkheid voor cliënten en medewerkers voorop. Zorgbalans is daarom de samenwerking aangegaan met BproCare.”

Bron: Zorgbalans
Het bericht Zorgbalans vergroot eigen regie revalidanten met inzet van de Compaan met BproCare verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

TU Delft persbericht: Veilige, voordelige, donorloze rode bloedcellen


Het produceren van gekweekte rode bloedcellen (cultured Red Blood Cells; cRBCs) biedt mogelijk een onuitputtelijke bron cellen waarmee aan de groeiende behoefte voor bloedtransfusies kan worden voldaan. TU Delft en Sanquin hebben onlangs het productieproces voor deze cRBCs aanzienlijk verbeterd, waarmee de kwaliteit en veiligheid van de cellen beter kan worden geborgd dan in het huidige donorsysteem. Daarnaast zouden de gekweekte cellen gebruikt kunnen worden voor nieuwe behandelingen door te dienen als dragers van therapeutische moleculen.

“Tot nu toe kon men slechts zeer kleine hoeveelheden rode bloedcellen kweken”, zegt Joan Gallego, die op vrijdag 10 november in Delft zijn proefschrift over het onderwerp verdedigt. “De cellen ontstaan uit voorlopercellen, erytroblasten genaamd. Het menselijk lichaam produceert rode bloedcellen door middel van een proces (erytropoëse) in het beenmerg. Erytroblasten hebben daar een ideale micro-omgeving voor groei, gekenmerkt door de vrije uitwisseling en het transport van groeifactoren en de afvoer van afvalstoffen. Voordat ze in de bloedbaan terechtkomen, differentiëren de voorlopercellen zich in rode bloedcellen door aanzienlijk te krimpen, het hemoglobinegehalte te verhogen en uiteindelijk hun celkern volledig uit te stoten , waardoor ze zich niet meer kunnen vermenigvuldigen.”

Aljoscha Wahl, de promotor van Gallego, is onlangs overgestapt naar Erlangen maar was betrokken bij het leeuwendeel van het onderzoek aan TU Delft. Wahl: “Dit fascinerende project was ook een zeer stimulerende ervaring voor de vele MSc-studenten die tijdens het PhD-project afstudeerden. We zijn zeker nog niet uitontwikkeld.”

Arbeidsintensief voor rode bloedcellen

De huidige technologie voor het kweken van rode bloedcellen is zeer arbeidsintensief, werkt op vrij kleine schaal en vereist grote hoeveelheden zeer duur groeimedium. Gallego ontwikkelde in reguliere bioreactoren een omgeving waarin voorlopercellen zeer snel konden groeien om zo zeer hoge celconcentraties mogelijk te maken en zorgde ervoor dat de cellen zich alleen tot rode bloedcellen konden differentiëren bij die hoge concentraties. De bioreactoren van 0,5 liter van Joan zijn voor de begrippen van de biotechnische industrie misschien zeer kleinschalig, maar zijn toch aanzienlijk groter dan de huidige statische kweeksystemen met een productiecapaciteit van enkele milliliters. Het team van TU Delft-Sanquin heeft het proces opgeschaald naar bioreactoren van 3 liter, wat de weg vrijmaakt voor commerciële reactoren van meer dan 10.000 tot 25.000 liter en de kapitaalkosten per transfusie-eenheid enorm omlaag brengt.

Luuk van der Wielen, promotor van de afdeling Biotechnologie aan de TU Delft en het Bernal Instituut aan de Universiteit van Limerick, concludeert: “In onze eerste gesprekken in 2016, gaf Sanquin aan al tevreden te zijn als we erin slaagden rode bloedcellen te kweken voor patiënten met specifieke ziekten, zoals bijvoorbeeld sikkelcelziekte. Als TU Delft hebben we Sanquin uitgedaagd om reguliere bloedtransfusies als doel te stellen. Pas als je grote vragen durft te stellen, krijg je ook baanbrekende antwoorden. Joan en het gehele Sanquin-TU Delft team hebben dit samen mogelijk gemaakt. Het is een geweldige doorbraak die de kracht van onze multidisciplinaire aanpak onderschrijft.”

De proefopstelling naast een bioreactor vol gekweekt bloed

Kosten

“Naast het verhogen van het aantal rode bloedcellen per bioreactor en het versnellen van het kweekproces (de zogeheten volumetrische productiviteit), stonden we ook voor de opgave om de kosten van het dure groeimedium te verlagen”, voegt Gallego toe. “Groeifactoren en eiwitten die aan het medium worden toegevoegd, dragen in belangrijke mate bij aan de kosten. Holotransferrine, een ijzerdragend eiwit dat betrokken is bij de synthese van hemoglobine, is een flinke kostenpost. Gelukkig zijn we erin geslaagd om holotransferrine te vervangen door een GMP-compatibele ijzergeladen chelator. Daarmee kom je uit op een fractie van de kosten, zeker in de differentiatiefase. En daarbij hebben we geen enkel toxisch effect waargenomen.”

Marieke van Lindern, promotor en hoofd van de afdeling Hematopoëse bij Sanquin Research, zegt: “Nu moeten we de rode bloedcellen nog zuiveren door de celkernen te verwijderen. Toch staan we optimistisch in de wedstrijd: met de huidige bevindingen kunnen we ook al flink bezuinigen op de kosten voor elke gekweekte transfusie-eenheid. Een grotere uitdaging is het vele papierwerk dat moet worden ingediend voor goedkeuring. Het zal me daarom verbazen als we het proces vóór 2030 voldoende op kunnen schalen en klaar kunnen krijgen voor farmaceutische productie.”

Succesvolle week van rode bloedcellen op 0.5L (links) en 3L schaal (rechts)

De proefopstelling naast een bioreactor vol gekweekt bloed

Promotieverdediging: Promotieverdediging J.S. Gallego Murillo (tudelft.nl)
Het bericht TU Delft persbericht: Veilige, voordelige, donorloze rode bloedcellen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

‘Te weinig zorgen over luierberg in de zorg’


Volgens voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal produceert een kind 25 kilo afval aan luiers per maand, 300 kilo per jaar. Tel daar nog eens een berg van 85 miljoen kilo aan incontinentiemateriaal bij die de zorg jaarlijks gebruikt en weggooit. Dat is onvoorstelbaar veel. En slechts 15 miljoen kilo wordt gerecycled.

In de consumentenmarkt springen vele ondernemers in op het probleem omdat er een maatschappelijke druk gevoeld wordt. Daarnaast zijn de alternatieven voor wegwerpluiers financieel ook aantrekkelijk.

Die urgentie wordt in de zorgsector te weinig gevoeld. In de Green Deal Duurzame Zorg 3.0 staat weliswaar opgenomen dat in de komende jaren 5 procent minder incontinentiemateriaal gebruikt moet worden, maar er is onvoldoende vraag naar wasbare luiers om de markt op gang te brengen. Terwijl er verschillende circulaire oplossingen zijn. Het moet bijvoorbeeld financieel aantrekkelijker worden voor zorginstellingen om met wasbare luiers te gaan werken. Ook liggen er plannen klaar om luierproducenten (financieel) verantwoordelijk te maken voor het recyclen van luiers, een goed begin.

Tegelijkertijd gooit de zorgsector nu nog enorme hoeveelheden ongebruikte luiers weg. Dus laten we kijken naar het stimuleren van alternatieven voor wegwerp, en doelen stellen voor hergebruik. Dan ontstaat er een markt waar de duurzaam ondernemer de oplossing kan brengen en kunnen we straks weer over de luierberg heen kijken.

Bas Maier, Sectormanager zorg, MVO Nederland
Het bericht ‘Te weinig zorgen over luierberg in de zorg’ verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Loes Velthoven-Verlinden vanaf 10 november voorzitter NVM-mondhygiënisten


“Kan verder bouwen op de stevige fundamenten gelegd door Manon van Splunter-Schneider”

NVM-mondhygiënisten is verheugd om te kunnen meedelen dat Loes Velthoven-Verlinden, de huidige vicevoorzitter en bestuurslid op de portefeuille Onderwijs, Scholing en Wetenschap, op 10 november 2023 het voorzitterschap bij NVM-mondhygiënisten overneemt. Manon van Splunter-Schneider zal op de Algemene Ledervergadering van 10 november na meer dan zeven jaar voorzitterschap het stokje officieel overdragen aan Loes Velthoven-Verlinden.

Verbindende rol

Loes Velthoven-Verlinden motiveert haar keuze voor het voorzitterschap als volgt: “Als mondhygiënist ben ik gepassioneerd over het bevorderen van de professionele ontwikkeling en groei van ons beroep. Ik geloof dat we als NVM-mondhygiënisten een belangrijke rol spelen in het verbeteren en bevorderen van de preventieve mondzorg in Nederland en het versterken van de positie van de mondhygiënist in de gezondheidszorg. Elke Nederlander moet kunnen rekenen op een toegankelijke en betaalbare mondzorg.”

Stevige fundamenten

“Mijn voorganger Manon van Splunter-Schneider heeft NVM-mondhygiënisten op een voortreffelijke wijze op de kaart gezet bij de partijen in de mondzorg, het ministerie van VWS en de politiek. Onder haar voorzitterschap heeft NVM-mondhygiënisten zich verder geprofessionaliseerd als belangenbehartiger voor de leden en kenniscentrum voor de preventieve mondzorg. Op deze fundamenten bouw ik graag verder en op het NVM-najaarscongres van 10 november zullen we hier aandacht aan schenken bij het afscheid van Manon.”
Het bericht Loes Velthoven-Verlinden vanaf 10 november voorzitter NVM-mondhygiënisten verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Nieuw regionaal kankernetwerk OncoNoVo+


Met de oprichting van het regionale oncologienetwerk OncoNovo+ krijgen patiënten met kanker in de provincies Noord-Holland en Flevoland de beste oncologische zorg. Alle 13 ziekenhuizen in deze regio hebben zich aangesloten bij dit netwerk. Op 7 november ondertekenden zij de samenwerkingsovereenkomst tijdens een feestelijk oprichtingssymposium. “We werken samen om de kankerzorg in de toekomst goed, toegankelijk en beschikbaar te houden”, aldus Edwin van der Meer, bestuursvoorzitter van BovenIJ en avondvoorzitter tijdens het oprichtingssymposium.

Voor patiënten betekent de ondertekening dat ze overal in de regio dezelfde hoogwaardige kwalitatieve zorg krijgen. “Met dit netwerk bedienen we bijna een kwart van het totaal aantal oncologiepatiënten in Nederland. Door kennis en kunde te bundelen in OncoNoVo+ krijgen patiënten de beste zorg op de juiste plek, zoals ook beschreven in het Integraal Zorgakkoord. Die zorg wordt zoveel mogelijk dicht bij huis of zelfs thuis geleverd waar dat kan. Als hoogspecialistische zorg nodig is, gaat de patiënt naar een expertisecentrum”, aldus Van der Meer. 

Oncologisch chirurg Geert Kazemier van Amsterdam UMC is enthousiast over het netwerk: “We kunnen hierdoor in regionale multidisciplinaire teams de behandeling van de patiënt bespreken. Dat gebeurt nu al wekelijks bij een heleboel kankersoorten, maar we willen dat voor alle soorten kanker doen. Zo krijgt de patiënt vanaf de start van de behandeling de best mogelijke zorg.”

Betere organisatie van zorg en meer innovatie

De samenwerking richt zich op zorg, onderzoek, opleiding en een betere organisatie van oncologische zorg in de regio. Door in alle ziekenhuizen dezelfde taal en informatiestandaarden te gebruiken in de patiëntendossiers, betekent dit dat iedereen dezelfde termen gebruikt voor dezelfde begrippen en is onderzoek mogelijk in grotere patiëntgroepen. De uitkomsten van dit onderzoek helpen patiënten van de toekomst. 

 Meer kennis en expertise

De ziekenhuizen hebben dezelfde werkwijze en bundelen kennis en expertise. Het streven is dat 95% van de kankerbehandelingen dicht bij huis zijn. Voor meer specialistische zorg kan het zijn dat patiënten naar een van de expertisecentra binnen het netwerk moeten. Na de behandeling daar keert de patiënt zo snel als mogelijk weer terug naar het regionale ziekenhuis voor de verdere behandeling, controles en nazorg.

De ziekenhuizen die in het netwerk samenwerken zijn: Amsterdam UMC, Antoni van Leeuwenhoek, Bovenij, Dijklander Ziekenhuis, Flevoziekenhuis, Noordwest Ziekenhuisgroep, OLVG, Rode Kruis Ziekenhuis, Spaarne Gasthuis, Tergooi, Zaans Medisch Centrum, Ziekenhuis Amstelland en Ziekenhuis St Jansdal. De plus van OncoNoVo+ staat symbool voor zorginstellingen binnen en buiten de regio die ook willen samenwerken. 

Bron: http://www.onconovo.nl/
Het bericht Nieuw regionaal kankernetwerk OncoNoVo+ verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Diabetesmedicatie bijna 3 keer zo duur in 5 jaar tijd


De kosten voor diabetesmedicatie zijn de afgelopen jaren flink toegenomen. Zo betaalde iemand met diabetes type 2 vorig jaar gemiddeld 93,06 euro en in 2018 was dit ‘slechts’ 35,57 euro. Dit blijkt uit onderzoek van Independer op basis van data van Zorginstituut Nederland. Ruim één miljoen Nederlanders hebben diabetes, waarvan de meesten in Drenthe wonen. Ruim 7 procent van de inwoners kampt daar met deze ziekte. In de gemeente Tiel is dat zelfs bij bijna één op de zes (15,3%) van de inwoners het geval. 

De twee meest voorkomende vormen van diabetes zijn type 1 en type 2. Het grote verschil is dat type 1 aangeboren is en type 2 dat meestal niet is. Type 2 kan aan de genen liggen maar kan ook te maken hebben met de leefstijl. In Nederland zijn er ruim 1,1 miljoen mensen met diabetes, 90% hiervan heeft diabetes type 2. Als we kijken naar de vergoeding die verzekeraars betaalden aan de apotheken voor patiënten met type 2 diabetes, dan zien we een forse stijging. In 2018 kostte dit per gebruiker per jaar gemiddeld 35,57 euro en in 2022 liep dit op naar 93,06 euro. Dit komt neer op een stijging van 161,7%. De prijsstijging is gebaseerd op de 28 voorgeschreven medicijnen voor diabetes type 2.

Voor mensen met diabetes type 1 ziet dat beeld er anders uit. Zij hebben een behandeling met insuline nodig en de kosten voor dit injectiemiddel zijn over het algemeen juist in prijs afgenomen. De gemiddelde vergoeding voor alle typen insuline tezamen daalde per gebruiker met gemiddeld 14,13% tussen 2018 en 2022.

Kosten vallen onder het eigen risico

De medicijnen voor diabetes type 1 en type 2 worden vergoed door de basisverzekering. “Als je diabetes type 2 hebt, dan hoef je meestal geen insuline te spuiten, maar gebruik je in eerste instantie alleen medicijnen. Deze medicijnen worden vergoed, maar gaan helaas wel ten koste van je eigen risico. In sommige gevallen moet je voor jouw medicijnen ook een eigen bijdrage betalen, maar dat kan per verzekeraar verschillen. Let dus goed op de voorwaarden voordat je een verzekering vergelijkt of afsluit”, aldus Mirjam Prins, expert zorgverzekeringen bij Independer.

Meeste diabetici wonen in Drenthe en Limburg

Naar verhouding zijn de meeste diabetici in Drenthe woonachtig. In deze provincie heeft 7,4% van alle inwoners diabetes. Ook in Limburg (7,1%) en Groningen (6,8%) wonen naar verhouding veel mensen met diabetes type 1 en 2. Het percentage ligt juist het laagst in Utrecht (5,1%) en Noord-Holland (5,4%).

Benieuwd naar de trend in jouw regio? Bekijk hier de kaartjes.

Inwoners met suikerziekte: gemeentelijke uitschieters

Lokaal zijn de verschillen veel groter. Volgens de meest recente cijfers van Vektis wonen de meeste mensen met diabetes in Tiel. In deze Gelderse gemeente heeft maar liefst 15,3% van de inwoners suikerziekte. Ook in het Groningse Pekela en Stadskanaal ligt het percentage veel hoger dan elders in het land. De top 10 gemeenten met naar verhouding de meeste diabetici:

Tiel (Gelderland): 15,3% van de inwoners heeft diabetes

Pekela (Groningen): 10% van de inwoners heeft diabetes

Stadskanaal (Groningen): 9,7% van de inwoners heeft diabetes

Kerkrade (Limburg): 9,2% van de inwoners heeft diabetes

Westerwolde (Groningen): 9% van de inwoners heeft diabetes

Brunssum (Limburg): 8,9% van de inwoners heeft diabetes

Emmen (Drenthe): 8,9% van de inwoners heeft diabetes

Midden-Groningen (Groningen): 8,8% van de inwoners heeft diabetes

Veendam (Groningen): 8,7% van de inwoners heeft diabetes

Landgraaf (Limburg): 8,5% van de inwoners heeft diabetes

In Oegstgeest ligt het percentage juist het laagst. In deze Zuid-Hollandse gemeente heeft ‘slechts’ 3,3% van de inwoners suikerziekte. Ook in Rozendaal, Bloemendaal, Teylingen en Midden-Delfland ligt het percentage een stuk lager dan in andere gemeenten (alle vier 3,6%).

Aanvullende diabetes zorg vaak extra verzekeren

Van de gemeenten met de meeste diabetici ligt de helft in de provincie Groningen. Dit zijn zowel mensen met type 1 als 2. “Diabetici hebben vaak ook vervelende problemen met hun voeten, zoals huid- en nagelproblemen. Een behandeling door een pedicure wordt niet standaard door de basisverzekering vergoed, daarvoor moet je eerst een voetonderzoek ondergaan. Ook de behandelingen bij een pedicure gaan ten koste van het eigen risico. Of je moet hiervoor aanvullend verzekerd zijn”, aldus zorgverzekering-expert Mirjam Prins van Independer.

Meer over de methodologie

Om de kosten voor diabetes medicatie te berekenen is gekeken naar basisvergoeding Zorgverzekeringswet voor de betreffende geneesmiddelen zoals weergegeven in de Meerjarentabel per ATC-code bij de GIPdatabank van het Nationaal Zorginstituut. Voor de classificatie is gebruikgemaakt van het Farmacotherapeutisch Kompas en ter controle op volledigheid en correcte classificatie is navraag gedaan bij Apotheek.nl.

Voor de berekening van kosten bij diabetes type 2 is gekeken naar de kosten van medicatie die enkel te koppelen is aan dit type diabetes. Indien medicatie ook voor bij een andere aandoening vergoed wordt dan is deze hier niet in opgenomen. Semaglutide is hierbij wel opgenomen omdat deze in 2022 nog niet vergoed werd bij obesitas.

Voor de berekening van het aantal inwoners met diabetes is gekeken naar de prevalentiecijfers van Nivel voor 2022 en dit is afgezet tegen de inwoners volgens het CBS voor 2022. Voor de regionale cijfers is gebruikgemaakt van de Vektis cijfers over 2021 Deze cijfers komen twee jaar na dato beschikbaar en zijn zodoende de meest recent beschikbare cijfers.
Het bericht Diabetesmedicatie bijna 3 keer zo duur in 5 jaar tijd verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Zorgverzekeraars vergoeden medisch noodzakelijke mineralen-geneesmiddelen, kaliumcitraat, magnesiumcitraat, magnesiumgluconaat, magnesiumlactaat en zinksulfaat ook in 2024


Zorgverzekeraars vergoeden ook volgend jaar een aantal zogeheten mineralen-geneesmiddelen vanuit de basisverzekering. Het gaat om kaliumcitraat, magnesiumcitraat, magnesiumgluconaat, magnesiumlactaat en zinksulfaat (zogeheten mineralen), die een groep patiënten niet als voedingssupplement maar als geneesmiddel gebruikt.

De regeling voor 2024 is gelijk aan de regeling die voor 2023 getroffen is. Gebruikers die deze geneesmiddelen in 2022 en 2023 vergoed kregen op basis van bepaalde voorwaarden, blijven deze geneesmiddelen dus ook in 2024 via hun apotheek vergoed krijgen. Dat geldt ook voor nieuwe gebruikers die aan deze vergoedingsvoorwaarden voldoen. Deze groep mineralengeneesmiddelen wordt door specifieke patiëntengroepen zoals patiënten met ernstige nierziekten of stofwisselingsziekten, gebruikt als therapeutisch middel en niet als voedingssupplement.

Kaliumcitraat, magnesiumcitraat, magnesiumgluconaat, magnesiumlactaat en zinksulfaat

Het betreft de volgende middelen en voorwaarden:

Voor magnesiumgluconaat 500 mg en magnesiumlactaat 350 mg geldt dat het eerste recept afkomstig is van een internist/MDL-arts of (kinder)nefroloog en de patiënt bekend is met renale hypomagnesiëmie of hypomagnesiëmie ten gevolge van chemotherapie of short bowel syndroom.

Voor kaliumcitraat 500 mg geldt dat de patiënt bekend is met niersteenlijden of renale tubulaire acidose.

Voor magnesiumcitraat 376 mg geldt dat het eerste recept afkomstig is van een internist/MDL-arts of (kinder)nefroloog.

Voor kaliumcitraat- en magnesiumgluconaat d dranken geldt dat ze naast de bovengenoemde voorwaarden alleen worden vergoed bij patiënten met slikproblemen en kinderen jonger dan 12 jaar.

Voor zinksulfaat capsules 200 mg geldt dat de patiënt bekend is met het syndroom van Danbolt of ziekte van Wilson.

Voor zinksulfaat drank geldt dat het alleen wordt vergoed voor kinderen jonger dan 7 jaar.

Het Zorginstituut Nederland, de NZa, de KNMP en ZN werken momenteel samen om de bekostiging van deze groep geneesmiddelen vanaf 2025 structureel te regelen.
Het bericht Zorgverzekeraars vergoeden medisch noodzakelijke mineralen-geneesmiddelen, kaliumcitraat, magnesiumcitraat, magnesiumgluconaat, magnesiumlactaat en zinksulfaat ook in 2024 verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Spijt van Tattoo slaat alarm na verdubbeling brandwonden door laseren


Stichting organiseert Tattoo Laser Seminar om animo voor praktijkopleiding te peilen

Het aantal Nederlanders dat na het verwijderen van een tatoeage ernstige brandwonden en littekens oploopt, is de afgelopen twee jaar verdubbeld. De oorzaak hiervan is een gebrek aan kennis en ervaring bij schoonheidssalons, tattooshops, ontharingsstudio’s, maar ook bij huidtherapeuten. Daarom wil de Stichting Spijt van Tattoo een praktijkopleiding voor behandelaars starten om tatoeages veilig en zonder huidschade te leren verwijderen .

Om de interesse voor zo’n praktijkopleiding te peilen, organiseert de stichting op 25 november het Tattoo Laser Seminar in Rotterdam. Het seminar is bedoeld voor iedereen die tatoeages verwijdert of de benodigde apparatuur levert.

De stichting heeft daarbij een heldere visie en doel voor ogen: de consument moet beter geïnformeerd worden over de risico’s van ondeskundige laserbehandelingen en moet weten waar hij of zij tatoeage deskundig en veilig kan laten verwijderen. Ook moeten behandelaars de kans krijgen om kennis en ervaring op te doen door middel van praktijkgericht onderwijs.

Spijt van Tattoo slaat al jaren alarm over het groeiend aantal behandelingen dat verkeerd afloopt. In 2021 opende de stichting daarvoor het landelijk meldpunt ‘Tattoo laser ellende’, dat veel aandacht kreeg van de media. Binnen een week kwamen ruim 300 meldingen van slachtoffers met ernstige brand- en huidwonden binnen. Eind 2021 stond de teller op 417. Vorig jaar kwamen 586 meldingen binnen en het eerste half jaar van 2023 al 442. Als die trend doorzet hebben zich eind dit jaar meer dan 800 slachtoffers gemeld.

Deze stijging houdt gelijke tred met de groei van het aantal tattooshops. In de jaren 70 waren er slechts een handvol tattooshops, maar volgens het RTL Nieuws van 7 juni 2023 telt Nederland nu bijna 3700 tattooshops. Deze groei is te verklaren door het veranderde imago van tatoeages, mede dankzij de populariteit ervan bij voetbalsterren, influencers, artiesten en vloggers. Na de extreme groei van het aantal tattoostudio’s zal de komende decennia een extreme groei van de studio’s die ze verwijderen plaatsvinden, met als gevolg nog meer letselschadeslachtoffers, verwacht Spijt van Tattoo.

Uit onderzoek in Amerika door Advanced Dermatology blijkt dat ruim 78 procent spijt heeft van een of meerdere tatoeages. Het Meldpunt Tattoo Laser Ellende ziet daardoor niet voor niets een verdubbeling van het aantal meldingen van brandwonden, littekens en pigmentverlies in de afgelopen twee jaar.

De initiatiefnemers achter de stichting zijn Dex en Andy Han. Samen helpen zij met hun non-profitorganisatie mensen die moeten rondkomen van een minimumuitkering, geheel kosteloos, om de tatoeages uit het gezicht, de hals of van de handen te verwijderen. Samen zeggen ze in koor: ,,Wij willen mensen een tweede kans bieden voor een eerste indruk.” Andy vult aan: ,,Wij hopen hiermee hun toekomstperspectief te veranderen en hen zowel sociaal als maatschappelijk meer kansen te kunnen bieden voor een nieuwe toekomst.”

De stichting heeft met haar campagnes ‘Dag Tattoo, Hallo Baan’ en de oprichting van het ‘Landelijk Meldpunt Tattoo Laser Ellende’ buitengewoon veel media-aandacht gekregen. Mede hierdoor, en door de serie op SBS6 ‘Getekend voor het Leven’ met André Hazes, is ze gemakkelijk vindbaar op het internet. Dat heeft geleid tot een dagelijkse waslijst van e-mails van mensen die een second opinion vragen na een mislukte laserbehandeling.

Volgens Andy ontstond uit de vragen die zij vervolgens moesten beantwoorden, een goed beeld van het probleem:

Het merendeel van de mensen was zich helemaal niet bewust van de risico’s.

Niemand was door de behandelaar gewezen op de risico’s.

Daardoor kozen mensen vaak simpelweg voor een kliniek bij hen in de buurt.

Het probleem doet zich voornamelijk voor bij schoonheidssalons, tattoostudio’ en ontharingsstudio’s, maar ook bij erkende huidtherapeuten blijkt het veelvuldig voor te komen.

Er is zelfs een melding van iemand die zich had laten behandelen door een dermatoloog in een ziekenhuis.

Andy en Dex zijn daarom overtuigd dat het verwijderen van tatoeages als een specialistisch vak beschouwd moet worden. ,,Wij zijn uiteindelijk na ruim 27 jaar ervaring en met vallen en opstaan uitgegroeid tot tattoo-laserexperts. En zelfs wij leren nog dagelijks. De tattoo-inkt en pigmenten blijven zich ontwikkelen en daarmee verandert ook de reactie van de huid na een laserbehandeling”, stellen ze.

Door de enorme stijging van het aantal slachtoffers hebben Dex en Andy gezocht naar een oplossing om de stijging een halt toe te roepen. Met al hun ervaring zijn zij tot de conclusie gekomen dat er twee zaken cruciaal zijn voor de oplossing van het probleem: bewustwording bij consumenten en behandelaars van de risico’s en een goede praktijkopleiding voor behandelaars.

,,Alle slachtoffers, zonder uitzondering, kregen na het oplopen van een tweedegraads brandwond te horen: ‘Ik heb dit echt nog niet eerder meegemaakt?’ Als experts zijn wij bereid dat te geloven. Maar zeg nou eerlijk: hoeveel ervaring heb je als je maar twintig tatoeages per week verwijdert?”, zegt Andy.

Als stichting willen zij mensen helpen, zowel letselschadeslachtoffers als degenen die het letsel hebben veroorzaakt. Dit doen zij door kosteloos advies te geven of door doorverwijzing naar de juiste instanties of personen uit hun jarenlange netwerk: specialisten, artsen, specialisten in wondzorg of letselschadeadvocaten.

Zij denken collega’s die tatoeages verwijderen het beste te kunnen helpen door het delen van hun kennis en ervaring van de afgelopen 27 jaar middels een praktijkopleiding. ,,Dit vak leer je niet in een kort cursusje van een paar weekenden. Zelf zijn wij ervan overtuigd dat minstens 100 uur nodig is om iemand het vak echt goed te kunnen leren. Wij willen namelijk kunnen garanderen dat iemand die de opleiding heeft gevolgd, ook gegarandeerd veilig en verantwoord iedereen kan behandelen, ongeacht welke inkt is gebruikt, ongeacht de huidskleur of afkomst. De vraag is alleen: is men bereid om 100 uur vrije tijd op te offeren en elke keer naar Rotterdam te komen?”, vragen zij zich af. Om dat te toetsen heeft de stichting het Tattoo Laser Seminar georganiseerd op zaterdag 25 november in Rotterdam. De exacte locatie wordt later bekendgemaakt.

Met het Tattoo Laser Seminar hoopt de stichting te kunnen peilen of er überhaupt behoefte is aan een opleiding. Tijdens het seminar zullen Dex en Andy Han hun ervaring en visie delen. Plastisch chirurg Dr. Etienne Lommen zal uitleggen waarom specifieke kennis van inkt-pigmenten, lasertechniek, nazorgprotocollen en kennis van verschillende huidtypes essentieel zijn om een tatoeage veilig te kunnen verwijderen. ,,Tatoeages verwijderen zonder de juiste kennis is als autorijden zonder rijbewijs: het gaat goed zolang er geen ongelukken gebeuren”, aldus Lommen.

Letselschadeadvocaat Leyla Akkanat van Arslan & Arslan – Letselschade zal tevens uitleggen dat behandelaars mogelijk aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de schade die zij toebrengen als gevolg van een behandeling die niet met de nodige zorgvuldigheid is uitgevoerd. ,,Wanneer iemand anders aansprakelijk is voor het ontstaan van het letsel heeft men in beginsel recht op schadevergoeding. Wij staan slachtoffers bij in het verhalen van de schade die men oploopt als gevolg van een onzorgvuldig uitgevoerde behandeling. Waar mogelijk treffen wij een minnelijke regeling met de behandelaar zonder tussenkomst van de rechter, maar waar nodig door middel van een gerechtelijke procedure”, aldus Leyla Akkanat.

Het Tattoo Laser Seminar zal plaatsvinden op zaterdag 25 november. Meer informatie en het bestellen van kaarten kan via de website: www.spijtvantattoo.org
Het bericht Spijt van Tattoo slaat alarm na verdubbeling brandwonden door laseren verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Urologische klachten van ketaminegebruikers gehoord en behandeld op Ketaminepoli


Een ketamineverslaving beïnvloed alle aspecten van je leven. Uroloog in opleiding Wouter van der Sanden ziet steeds meer patiënten op zijn Ketaminepoli in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. “Met de Ketaminepoli wil ik me inzetten voor deze patiënten. Door met de juiste kennis, samen met andere zorginstellingen en patiënten een behandeling te bieden die werkt. Zonder altijd de blaas eruit te moeten halen.”

Van der Sanden ziet het ketaminegebruik in Nederland alleen maar toenemen. Hij vertelt: ‘Ketamine wordt vaak als relatief veilige drug gezien. Er belanden minder patiënten met een ketamine overdosis op de Spoedeisende Hulp dan patiënten met bijvoorbeeld een overdosis cocaïne. Maar door ketaminegebruik ontstaan er forse urologische klachten. Waardoor ketamine een hele gevaarlijke verslaving is.”  Het is voor ketaminegebruikers met urologische klachten lastig om medische hulp te krijgen. Van der Sanden ontdekte dat er weinig bekend is over de benodigde behandeling en veel mensen worden niet doorverwezen naar de juiste zorginstelling. “Huisartsen stuurden mensen met klachten vaak terug naar huis. Patiënten kregen het advies om eerst te stoppen met ketamine en daarna terug te komen. Voor verslaafden die dagelijks ketamine gebruiken, is dit erg lastig. Hierdoor worden klachten alleen maar erger en neemt de lichamelijke schade toe.

Uroloog in opleiding Wouter van der SandenEerste Ketaminepoli van Nederland in het Jeroen Bosch ZiekenhuisVan der Sanden start begin 2022 met de eerste Ketaminepoli van Nederland in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. “Met de juiste hulp kunnen patiënten, vaak zijn ze rond de 20 jaar, nog een heel leven opbouwen.”, zegt Van der Sanden. Inmiddels ziet hij ongeveer honderdtwintig patiënten uit het hele land. Veel ervaren dezelfde klachten: “Ze hebben constante pijn in de onderbuik, moeten vaak plassen en hebben pijn bij plassen. Vergelijk het met een blaasontsteking, maar dan honderd keer erger. Het slijmvlies in de blaas is gevoelig voor ketamine. Ditzelfde slijmvlies zit ook in de urineleiders en aan de binnenkant van de nieren. Ketaminegebruik kan zelfs leiden tot nierfunctieverlies. Daarnaast kunnen jongens de rest van hun leven last hebben van erectieproblemen.” De uitdaging van afkickenDe grote uitdaging in de behandeling is het doorbreken van de vicieuze cirkel van ketaminegebruik. Van der Sanden legt uit: ‘Patiënten hebben enorm veel pijn en proberen dit te onderdrukken met ketamine. Ze geven aan dat ketamine het enige is wat helpt. Hierdoor is afkicken enorm moeilijk. Bovendien heb je steeds meer ketamine nodig om de pijn te onderdrukken en neemt de kans op blaasschade en nierfunctieverlies daardoor toe.’ Gelukkig ziet Van der Sanden een grote groep patiënten succesvol afkicken. Na de behandeling ervaren ze een stuk minder klachten. Patiënten zijn tot op zekere hoogte zelfs klachtenvrij. Van der Sanden: “Soms is naast afkicken een kleine operatie voldoende. Zoals het laseren van zweertjes in de blaas om pijn te verminderen of het geven van botoxinjecties in de blaas om de drang om te plassen te verminderen. In extreme gevallen moet de blaas verwijderd worden en brengen we een stoma aan.” Deze is pas echt effectief als iemand definitief stopt met het gebruiken van ketamine. Preventie en samenwerkingUiteindelijk hoopt Van der Sanden dat bewustwording zal leiden tot een afname van ketamineverslaving. Er moet meer nadruk komen te liggen op de gevaren van ketaminegebruik. Het JBZ blijft werken aan samenwerking met zorginstellingen om een veelzijdige aanpak te bieden.
Het bericht Urologische klachten van ketaminegebruikers gehoord en behandeld op Ketaminepoli verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel