Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

Bevlogen Huisartsen bindt strijd aan met NZa; vergoedingen voor huisvesting en personeel zijn ontoereikend


Huisartsen krijgen een te krappe vergoeding voor hun praktijkkosten. Het gaat daarbij onder meer om de kosten voor huisvesting en personeel. De huisarts betaalt deze kosten noodgedwongen deels uit eigen zak. Dit gaat uiteindelijk ten koste van de zorg. Om een reële vergoeding af te dwingen spant actiegroep ‘De Bevlogen Huisartsen’ een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)  Deze zaak dient donderdag 26 oktober 13.00 uur bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven in Den Haag.

Livestream 26 oktober zitting huisartstarieven

Donderdag 26 oktober om 13.00 uur behandelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de zaak over de huisartstarieven 2023 en 2024 van diverse huisartsen(verenigingen) tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Waar gaat de zaak over?

De NZa heeft de huisartstarieven voor 2023 en 2024 gebaseerd op een kostenonderzoek over het jaar 2015 en deze tarieven geïndexeerd. Tegen dit besluit zijn verschillende huisartsen en belangenorganisaties van huisartsen opgekomen. De huisartsen vinden dat de huisartsenpraktijk sindsdien zodanig is veranderd en hun takenpakket is verzwaard en vergroot, dat de kosten niet meer op het kostenonderzoek van 2015 gebaseerd kunnen worden. De huisartsen vinden dat de tarieven niet kostendekkend zijn.

Deze zitting zal live te volgen zijn via een livestream. De link naar de Livestream vindt u hier: 

Zitting CBb huisartsentarieven 2023 en 2024 (nfgd.nl)U verlaat Rechtspraak.nl

Het is niet toegestaan om zonder toestemming eigen opnamen te maken van de livestream of de beelden te kopiëren, op te slaan of te bewerken.

De Bevlogen Huisartsen claimt op basis van zorgvuldig onderzoek bij 40 huisartsenpraktijken in het hele land, dat de NZa tarieven voor onder meer huisvesting en personeelskosten niet reëel en niet kostendekkend zijn. De Bevlogen Huisartsen wil dat huisartsen de ruimte hebben om goede zorg te leveren en het vertrouwen krijgen om te doen wat het beste is voor de patiënt.

Veel huisartsen hebben geen fatsoenlijke praktijkruimte

Uit het eigen onderzoek van De Bevlogen Huisartsen blijkt zonneklaar dat de vergoedingen van de NZa niet kostendekkend zijn. Gemiddeld geeft een praktijk 13% meer uit aan huisvesting dan wordt vergoed. Vier op de vijf huisartsen geeft aan last te hebben van het gebrek aan fatsoenlijke bedrijfsruimte. Dit leidt tot onwenselijke situaties als het instellen van een patiëntenstop of medewerkers die telefonische spreekuren vanuit huis moeten doen omdat er simpelweg geen plek is op de praktijk. Met als gevolg: patiënten zijn de dupe. Het onderzoek laat bovendien zien dat personeelskosten hoger zijn dan vergoed. Zo zijn de kosten voor een doksterassistente 13% hoger.

De zitting bij het CBb is donderdag 26 oktober vanaf 13.00 uur te volgen via een livestream van het CBb. Klik hier om de livestream te volgen. Meer informatie over De bevlogen Huisartsen is te vinden op www.debevlogenhuisartsen.nl.
Het bericht Bevlogen Huisartsen bindt strijd aan met NZa; vergoedingen voor huisvesting en personeel zijn ontoereikend verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

‘De overheid moet internationale professionals in de zorg reguleren’


Er worden door malafide bedrijven Indonesische verpleegkundigen onder valse voorwendselen naar Nederland gehaald. Dit toont EenVandaag in hun onderzoek naar een bemiddelingsbureau in de zorg. OTTO Health Care is natuurlijk niet zelf betrokken bij deze constructies en als leidende partij in de markt zetten wij ons juist in voor fatsoenlijke regelingen om internationale professionals op een goede manier te werven. Alleen dan biedt dit een goede oplossing voor de Nederlandse zorg. We roepen de overheid daarom op om prioriteit te geven aan goede regulering en hard op te treden tegen onwenselijke constructies.

EenVandaag heeft onlangs onderzoek gedaan naar bemiddelingsbureau Yomema. De verpleegkundigen worden een goed salaris en opleiding beloofd, maar in werkelijkheid krijgen ze veel minder. Daarnaast werken ze meer uren dan toegestaan is.

Dit is onacceptabel. Deze Indonesische verpleegkundigen zijn kwetsbare mensen die misbruikt worden en de overheid moet deze praktijken nu stoppen. Zoals het wordt uitgelegd is dit handel in mensen. Dat is zo slecht voor Nederland, maar nog slechter voor de mensen zelf. Dat verdienen ze niet.

Bij OTTO Health Care doen we het daarom fundamenteel anders. Er zijn namelijk wel fatsoenlijke regelingen mogelijk voor internationale zorgprofessionals. Deze constructies zijn gebaseerd op circulaire migratie, waarbij verpleegkundigen na een aantal jaar terugkeren om de kennis en kunde die ze hebben opgedaan terug te investeren in het zorgsysteem in het land van herkomst.

Ook wij werven vanuit Azië, waar een overschot aan goed gekwalificeerde zorgmedewerkers is. De verpleegkundigen hebben bij moment van werven al de opleiding en ervaring en komen direct in dienst bij zorginstelling. OTTO Health Care ondersteunt hen met een intensief Nederlands taal- en cultuurprogramma en verzorgt de onboarding en huisvesting van de medewerkers.

Deze manier van werving is ethisch, rechtvaardig en duurzaam. De verpleegkundigen krijgen een goede kans om in Nederland te werken en te leren, en Nederlanders krijgen de handen aan het bed en de zorg die ze nodig hebben.

De wanpraktijken die de afleveringen van EenVandaag tonen, laten helaas zien dat de overheid met strengere regulering moet optreden tegen malafide praktijken in de zorg. Dit is een dringende kwestie die niet langer kan worden uitgesteld. De sector heeft daarvoor al de juiste plannen, te lezen op heteerlijkeverhaal.nu/gri… . Doen ze dit niet, dan blijven malafide bedrijven mazen in de wet vinden om misbruik te maken van internationale (zorg)medewerkers.

Frank van Gool, CEO OTTO Holding
Het bericht ‘De overheid moet internationale professionals in de zorg reguleren’ verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

iCARE4CVD: €22 miljoen voor internationaal onderzoek naar hart- en vaatziekten


Internationaal samenwerkingsverband onderzoekt gepersonaliseerde preventie en behandeling van hart- en vaatziekten

33 toonaangevende internationale partners hebben, met steun van de Innovative Health Inatiative (IHI), de handen ineengeslagen in het onderzoeksconsortium iCARE4CVD om meer inzicht te verwerven in hart- en vaatziekten en deze in de toekomst optimaal te kunnen voorkomen en behandelen. Met behulp van kunstmatige intelligentie en de gegevens van meer dan 1 miljoen patiënten in één database gaan de partners op zoek naar nieuwe strategieën om over te stappen van uniforme naar gepersonaliseerde zorg.Om meer inzicht te verwerven in hart- en vaatziekten en deze in de toekomst optimaal te kunnen voorkomen en behandelen is een internationaal publiek-privaat onderzoeksconsortium van start gegaan onder de naam iCARE4CVD (individualised care from early risk of cardiovascular disease to established heart failure), dat wil zeggen geïndividualiseerde zorg, van vroegtijdig risico op hart- en vaatziekten tot vastgesteld hartfalen. Voor het project is een budget van €22 miljoen beschikbaar. Het consortium bestaat uit 33 toonaangevende internationale partners uit het maatschappelijk middenveld, de academische wereld en de industrie en wordt geleid en gecoördineerd door de Universiteit Maastricht (UM) en het wereldwijde gezondheidszorgbedrijf Novo Nordisk.

Hart- en vaatziekten komen wereldwijd veel voor en hebben een enorme sociaaleconomische impact. Ondanks de aanzienlijke vooruitgang die is geboekt in de behandeling ervan, vormen deze ziekten nog altijd de meest voorkomende doodsoorzaak. Door de vergrijzing en door ongezond leven lijden momenteel meer dan 85 miljoen Europeanen aan hart- en vaatzieken en dit worden er nog steeds meer. Vandaar de dringende behoefte aan betere zorgpaden om de impact te verminderen.

“Bij de behandeling van onze patiënten zijn wij als artsen meestal gebonden aan een uniforme benadering. Onze missie binnen iCARE4CVD is daarentegen om de diagnose en het ziektebeheer van hart- en vaatziekten te personaliseren en zo zowel het behandelresultaat als de patiënttevredenheid te verbeteren. Om dit te bereiken verzamelen wij de gegevens van meer dan 1 miljoen proefpersonen in een gezamenlijke database om deze te analyseren met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) en, in de tweede helft van iCARE4CVD, gepersonaliseerde behandelingen prospectief te valideren,” aldus prof. dr. Hans-Peter Brunner-La Rocca, coördinator van iCARE4CVD en cardioloog aan de Universiteit Maastricht en het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ (Maastricht UMC+).

Voor betere patiëntresultaten wil iCARE4CVD vier aspecten van de huidige zorg verbeteren:

1) vroegtijdige diagnose en indeling in klinisch zinvolle subgroepen,

2) risico-indeling om de urgentie van een behandeling te bepalen,

3) voorspelling van de individuele reactie op behandeling,

4) betrekken van de perspectieven van patiënten.

“Onder hart- en vaatziekten vallen allerlei complexe, chronische aandoeningen. De meest voorkomende daarvan is slagaderverkalking. Er zijn nog veel vragen onbeantwoord als het gaat om waarom sommige mensen met risicofactoren hart- en vaatziekten ontwikkelen en anderen niet, en hoe deze ziekten zich ontwikkelen naar ernstigere stadia. iCARE4CVD vormt een belangrijke stap in de richting van een dieper inzicht in deze ziekten en op de patiënt toegesneden interventies in elk stadium, waardoor veel effectiever kan worden beantwoord aan individuele behoeften,” aldus prof. Kees Hovingh, Senior Medical Officer en iCARE4CVD Scientific Leader bij Novo Nordisk.

Gedurende het hele iCARE4CVD-project zullen de inzichten, meningen en wensen van mensen die risico lopen op hart- en vaatziekten, en mensen die ermee leven, centraal staan. Aan de hand hiervan kunnen de bevindingen worden vertaald in een meer patiëntgericht en rechtvaardig verhaal over hart- en vaatziekten en de diverse persoonlijke gevolgen ervan, zowel vanuit sociaal als vanuit medisch oogpunt.

iCARE4CVD

iCARE4CVD zal ook de gezondheidsresultaten onderzoeken bij mensen met type 1-diabetes die risico lopen hart- en vaatziekten te ontwikkelen, legt dr. Jeanette Soderberg, directeur bij JDRF (Juvenile Diabetes Research Foundation), uit. “Dankzij zo’n grote Europese samenwerking kunnen we de impact van nieuwe behandelingen die gewoonlijk worden gebruikt bij type 2-diabetes, onderzoeken op klinisch belangrijke resultaten in de vanouds ondergewaardeerde maar groeiende type 1-diabetespopulatie met risico op hart- en vaatziekten. Met behulp van biomarkers kunnen we ook bepalen wie een dergelijke interventie het hardst nodig heeft.” 

iCARE4CVD heeft 22 miljoen euro subsidie gekregen vanuit het Innovatief Gezondheidsinitiatief (Innovative Health Initiative – IHI), een gezamenlijke onderneming van de Europese Commissie en de Europese biowetenschappelijke industrie. Het project is in oktober 2023 officieel van start gegaan in heel Europa en loopt tot 31 maart 2028.

Projectinformatie

Acroniem project: iCARE4CVDStartdatum:  1 oktober 2023Duur:  54 maandenBegroting:   22 miljoen euro Coördinatie: Universiteit Maastricht, prof. Hans-Peter Brunner-La RoccaProjectleiding:Novo Nordisk A/S, dr. Nicholas CicconeWebsite:www.icare4cvd.eu

OostenrijkMedizinische Universität WienBelgiëThomas More Kempen VZWDenemarkenNovo Nordisk A/SFrankrijkBayer Healthcare SAS FranceFondation Francophone pour la Recherche sur le DiabeteHuawei Technologies FranceINSERM, Mondor Institute for Biomedical ResearchDuitslandCharité – Universitätsmedizin BerlinEvotec International GmbHDeutsche Stiftung für chronisch KrankeUniversitätsklinikum AachenWIG2 GmbHIerlandUniversity College DublinItaliëFondazione Human TechnopoleInstituto die ricerche farmacologiche Mario NegriNederlandCatalyze B.V.Erasmus Universitair Medisch Centrum RotterdamLeids Universitair Medisch CentrumMaastricht UniversityNederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNOPhilips Medical Systems Nederland BVStichting IMEC NederlandUniversitair Medisch Centrum GroningenZwedenAstrazeneca ABZwitserlandAmgen (Europe) GmbHDecentriqRoche Diagnostics International AGSIB Swiss Institute of BioinformaticsVerenigd KoninkrijkOrbital Global The Queens’s University of BelfastUniversity of GlasgowVerenigde StatenEli Lilly and Company en dochterondernemingenJDRF International  

Over IHI

Het Innovatief Gezondheidsinitiatief (IHI) is een publiek-privaat partnerschap (PPP) tussen de Europese Unie en de Europese biowetenschappelijke industrieën. De partners van IHI zijn de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, en de Europese biowetenschappelijke sector, vertegenwoordigd door de brancheorganisaties COCIR, EFPIA (inclusief Vaccines Europe), EuropaBio en MedTech Europe. IHI heeft als kerndoelen gezondheidsonderzoek en ‑innovatie om te zetten in tastbare voordelen voor patiënten en de samenleving, en ervoor te zorgen dat Europa voorop blijft lopen op het gebied van interdisciplinair, duurzaam en patiëntgericht gezondheidsonderzoek. IHI heeft een totale begroting van 2,4 miljard euro en wordt gezamenlijk gefinancierd door de EU en door brancheorganisaties die de Europese biowetenschappelijke industrieën vertegenwoordigen. Voor meer informatie: www.ihi.europe.eu

Dit project heeft financiering ontvangen vanuit de Gemeenschappelijke Onderneming (GO) voor het Innovatief Gezondheidsinitiatief (IHI) in het kader van subsidieovereenkomst nr. 101112022. De GO ontvangt steun van Horizon Europa, het EU-programma voor onderzoek en innovatie, en van EFPIA, COCIR, EuropaBio en MedTech Europe.
Het bericht iCARE4CVD: €22 miljoen voor internationaal onderzoek naar hart- en vaatziekten verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Hergebruik van medicijnen bij zeldzame ziektes


In twee publicaties in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Reviews Drug Discovery benadrukt Anneliene Jonker (TechMed Centrum) het belang van zorg voor zeldzame ziektes zien, en de innovatie die daarin nodig is. De programmamanager personalised medicine laat zien hoe drug repurposing (hergebruik van medicijnen) voor zeldzame ziekten een uitkomst kan bieden, en daarnaast hoe ontwikkelingen in innovatieve therapieën voor zeldzame ziektes worden beïnvloed door personalised medicine.

Over de hele wereld zijn er veel verschillende definities voor wanneer een ziekte zeldzaam is. Daardoor weet niemand precies hoeveel zeldzame ziektes er precies zijn. Dit maakt het lastig om efficiënt tot goede behandelingen te komen. Door over die definitie na te denken en bijvoorbeeld bepaalde subgroepen samen te voegen kun je de impact van behandelingen zo groot mogelijk maken.

Verschillende definities

“Over de hele wereld zijn er zo’n negentig verschillende definities, de Wereldgezondheidsorganisatie is ook bezig met zo’n definitie”, vertelt Jonker, “Maar hoe deze definitie beïnvloed wordt door steeds meer te kijken naar het individu, zoals bij personalised medicine gebeurt, dat wisten we eigenlijk niet. We hebben daarbij gekeken naar hoe we veel voorkomende ziektes steeds vaker in kleine subgroepen uiteenzetten. Op die manier ga je soms richting een zeldzame entiteit. Een vaker voorkomende kankersoort kan bijvoorbeeld zo een zeldzame ziekte worden doordat we hem dusdanig ver opdelen met specifieke biomarkers. Tot slot keken we naar gedeelde moleculaire kenmerken, waardoor sommige verschillende zeldzame ziektes toch op eenzelfde manier behandeld kunnen worden. “

Hergebruik van medicijnen

In haar tweede publicatie keek Jonker naar ‘drug repurposing’. Dat is het opnieuw gebruiken van medicijnen voor een andere ziekte. “Het bekendste voorbeeld is Viagra; dat werd ontwikkeld als medicijn tegen hart- en vaatziekten, maar staat nu beter bekend als middel tegen erectiestoornissen.”

Medicatie ontwikkelen voor een zeldzame ziekte is lastig. Er zijn maar weinig mensen om klinische trials mee te doen en ook nog eens weinig expertise over het verloop van de ziekte. Daardoor kost het veel geld en tijd om een medicijn te ontwikkelen voor een zeldzame ziekte. Door een medicijn te hergebruiken heb je veel minder geld en tijd nodig voor de ontwikkeling. Dit kan een uitkomst zijn bij zeldzame ziekten.

Overzicht van initiatieven

Daarvoor bracht Jonker in kaart welke initiatieven er wereldwijd al zijn geweest om hergebruik mogelijk te maken. “Als je weet wat allemaal mogelijk is, kan je als ontwikkelaar een beter route opstellen voor de ontwikkeling van hergebruik van een medicijn.” Voor haar publicatie maakte ze, samen met een internationale groep experts, een overzicht van initiatieven inclusief checklijsten om te zien wanneer het beste moment is gebruik te maken van die initiatieven. Op die manier kan hergebruik van medicijnen de ontwikkeling van een medicijn voor een zeldzame ziekte inkorten van gemiddeld dertig jaar naar zo’n tien jaar.

Meer informatie

Dr. Anneliene Jonker is programmamanager Personalised Medicine in het Technisch Medisch Centrum. Daarnaast is ze vicevoorzitter van het wetenschappelijk comité Therapieën van het International Rare Diseases Research Consortium (IRDiRC). Ze publiceerde in korte tijd twee keer in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Reviews Drug Discovery getiteld ‘Defining rare conditions in the era of personalized medicine’ en ‘IRDiRC Drug Repurposing Guidebook: making better use of existing drugs to tackle rare diseases’.

Bron: UT
Het bericht Hergebruik van medicijnen bij zeldzame ziektes verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Eerste stichting voor euthanasie bij psychische aandoeningen


Op zaterdag 28 oktober wordt officieel de eerste stichting voor euthanasie bij psychische aandoeningen gelanceerd. Stichting KEA wil kennis over, begrip voor en de mogelijkheid van euthanasie bij psychische aandoeningen vergroten.

Stichting KEA (Kenniscentrum Euthanasie bij psychische Aandoeningen) is een initiatief van psychiaters Menno Oosterhoff en Kit Vanmechelen én van naasten van patiënten. Het is de eerste stichting wereldwijd die patiëntgericht de belangen behartigt van mensen met een psychische aandoening die euthanasie willen. 

Prille begin

“We willen vooral dat patiënten en naasten zich gehoord voelen”, aldus Oosterhoff. “Dat ze weten dat er nu een belangenbehartiger voor ze is, ook al staan we nog aan het prille begin.” Stichting KEA gaat patiënten en naasten op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen over euthanasie bij psychische aandoeningen. En er wordt een mogelijkheid gecreëerd om contact te leggen met lotgenoten. 

Netwerk psychiaters en artsen

Daarnaast komen Oosterhoff en Vanmechelen met hun stichting graag in contact met psychiaters en andere artsen die bereid zijn om een second opinion te doen of euthanasie te verlenen aan patiënten met een psychische aandoening. “Hiermee hopen we artsen te coachen en aan patiënten te kunnen koppelen”, zegt Oosterhoff. “We willen er uiteindelijk voor zorgen dat meer artsen euthanasie gaan verlenen zodat het ondraaglijk lijden van patiënten en naasten verkort wordt. En om te voorkomen dat mensen, die op een jarenlange wachtlijst staan, uit pure wanhoop zelfmoord plegen”. 

Begrip

Stichting KEA wil kennis over, begrip voor en de mogelijkheid van euthanasie bij psychische aandoeningen vergroten. “Er is meer vraag dan aanbod”, aldus Oosterhoff. “Daarin willen we verbetering aanbrengen. Maar dat kost tijd. Er is een ding wat we al wel kunnen bieden en dat is begrip. Want soms is overlijden beter dan een leven met ondraaglijk en uitzichtloos lijden.” Kijk voor meer informatie op: https://stichtingkea.nl/ 
Het bericht Eerste stichting voor euthanasie bij psychische aandoeningen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

FNV: Leidinggevenden in helft gevallen zélf verantwoordelijk voor grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer


De werkvloer is niet veilig in Nederland. Dat is de schokkende conclusie van een verkennend onderzoek van de FNV naar grensoverschrijdend gedrag1 op de werkvloer onder 2000 werkenden. Bovendien blijkt in de helft van de gevallen de leidinggevende zelf de veroorzaker. Dat maakt het lastig voor werknemers om dit aan te kaarten. De gevolgen zijn soms desastreus: zo denkt 2% van de ondervraagden door het grensoverschrijdend gedrag zelfs na over zelfdoding2 en voelt 83% van de mensen die het overkomt zich niet gesteund door hun organisatie. Ruim een derde wil van werkgever veranderen door de omgangsvormen, een kwart zelfs de sector waarin ze werken verlaten.

Kitty Jong, vicevoorzitter van FNV: “Dit zijn zeer verontrustende cijfers. We hebben het in Nederland vaak over een cultuuromslag. Maar zolang het probleem voor een groot deel wordt veroorzaakt door de mensen die juist op een veilige werkomgeving zouden moeten toezien, is focus op de cultuur onder leidinggevenden hoogste prioriteit. Er moeten echt heel veel zaken veranderen op de werkvloer.” Romy werd lastiggevallen door haar leidinggevende in het horecabedrijf waar ze werkte: “Toen ik eerder wegging van een bedrijfsevenement omdat dat heel onprettig voelde escaleerde dat en schreeuwde hij ‘dus je wilt dat onze relatie alleen maar professioneel is?’ Ondanks beloften greep personeelszaken niet in. Ik voelde met totaal niet serieus genomen en ben uiteindelijk van de ene op de andere dag zelf opgestapt.”

Cijfers

Bij grensoverschrijdend gedrag brengt iemand een ander schade toe op fysiek, mentaal of emotioneel vlak. Denk daarbij aan pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie of zelfs soms lichamelijke agressie. Uit de enquête van FNV blijkt dat bijna 60% van de ondervraagden het afgelopen jaar te maken heeft gehad met één of meer van dit soort vormen van grensoverschrijdend gedrag. Ook overkomt het vrouwen veel vaker dan mannen, en mensen met een onzeker contract vaker dan mensen met een vast contract.

Gedragscode nodig

Al tientallen jaren worden werknemers blootgesteld aan dit probleem.Volgens Jong is het tijd dat iedere organisatie verplicht wordt een gedragscode te maken. Daarnaast moet het echt in de kamers van het management worden aangepakt vindt ze: “Risico’s voor grensoverschrijdend gedrag moeten bij de bron worden aangepakt. Een giftige werksfeer moet net zo serieus aangepakt worden als werken met giftige stoffen. Leidinggevenden moeten het goede voorbeeld geven, er moet voorlichting komen, werknemers die overschrijdingen zien of meemaken moeten serieus worden genomen en beschermd worden en daders moeten aangepakt durven worden. Zeker als die daders de leidinggevenden zijn. In de meeste gevallen raakt het slachtoffer de baan kwijt, maar we kunnen juist dit soort leidinggevenden missen als kiespijn.”

Topje van de ijsberg

“Het vermoeden dat wat we lezen in de media het topje van de ijsberg is, wordt in dit onderzoek bevestigd, vervolgt Jong. ‘Te veel werkenden hebben te maken met pesten, seksuele intimidatie of andere vormen van grensoverschrijdend gedrag.

Verkennend Onderzoek Grensoverschrijdend gedrag.pdf

Dossier Grensoverschrijdend Gedragwww.fnv.nl/…

Rapport in het kort:

De werkvloer is niet sociaal veilig, dat moet stoppen

Pesten, seksuele intimidatie, discriminatie, intimidatie en agressie komen helaas veel te veel voor op de werkvloer. En het erge is: de helft wordt veroorzaakt door de leidinggevende, juist degene die je een veilige werkomgeving hoort te bieden en het goede voorbeeld hoort te geven. 83% van de mensen die het overkomt voelt zich niet ondersteund door de organisatie.

Wat is er aan de hand?

31% zegt zich niet sociaal veilig te voelen

42% durft niets te zeggen van ongewenst gedrag

38% voelt zich niet respectvol behandeld

Dat geldt vooral voor vrouwen en mensen met een onzeker contract

Het beleid is niet op orde

57% geeft aan dat er geen voorlichting wordt gegeven over sociale veiligheid, dat is wel verplicht

45% is ontevreden over het beleid rond sociale veiligheid

47% vindt dat er niet goed wordt opgetreden tegen ongewenst gedrag

Waar leidt het toe?

36% overweegt te veranderen van werkgever door de omgangsvormen

26% overweegt te veranderen van sector door de omgangsvormen

Welke effecten heeft het op de mensen die het overkomt?

36% ervaart stress

25% gaat minder goed functioneren

14% meldt zich ziek

2% denkt over zelfdoding

Wat moet er gebeuren?

Risico’s van sociale onveiligheid in beeld gebracht en aangepakt

In iedere organisatie is duidelijk wat wel en niet mag en wat de consequenties zijn

Iedere organisatie heeft een of meer onafhankelijke en deskundige vertrouwenspersonen

Leidinggevenden geven het goede voorbeeld en treden op tegen grensoverschrijdend gedrag

Mensen die sociale onveiligheid meemaken serieus nemen en beschermen

Optreden tegen leidinggevenden die niet het goede voorbeeld geven en niet aanpakken

1Het volledige rapport: https://www.fnv.nl/werk-inkomen/veilig-gezond-werken/onderzoek-grensoverschrijdend-gedrag2Als FNV nemen we de signalen van mensen die denken aan zelfdoding meer dan serieus. We verwijzen dan ook door naar de zelfdoding-preventielijn. Daar kunnen mensen 24 uur per dag anoniem in meerdere talen een gesprek voeren met kundige mensen. Ze kunnen gratis bellen naar 0800-113.

Bron: FNV
Het bericht FNV: Leidinggevenden in helft gevallen zélf verantwoordelijk voor grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Gemiddelde prijsdaling oktober bedraagt 0,5%


De prijzen van receptplichtige pakketgeneesmiddelen daalden in oktober 2023 met gemiddeld 0,5% in vergelijking met de maand ervoor. Op jaarbasis levert dit een geschatte besparing op van € 17 miljloen. Het grootste deel hiervan – € 15 mln – komt van geneesmiddelen met een maximumprijs. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.

Bij de vaststelling van geneesmiddelprijzen zijn fabrikanten gebonden aan maximumprijzen. Uit de Wet GeneesmiddelenPrijzen (WGP) volgt dat deze zijn gebaseerd op het gemiddelde van de prijzen van vergelijkbare geneesmiddelen in België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Tweemaal per jaar – in april en oktober – kunnen de maximumprijzen worden herzien.In september 2023 telde de SFK 15 miljoen verstrekkingen van 11.000 verschillende artikelverpakkingen. Van 89% van deze verpakkingen bleef de apotheekinkoopprijs (AIP) in oktober gelijk, bij 7% daalde deze en bij 4% steeg de prijs. De gemiddelde prijsdaling kwam uit op 0,5%. De SFK berekende dit aan de hand van het verstrekte volume in september vermenigvuldigd met de prijzen van september en oktober. Daarmee hebben wijzigingen in aantal en aard van de verstrekte geneesmiddelen geen invloed.De overheid stelt niet voor alle artikelen een maximumprijs vast. Zo moet in ten minste twee van de referentielanden een prijs kunnen worden bepaald. De WGP-herijkingsmomenten hebben dus ook niet voor alle artikelen gevolgen. Van de 11.000 verstrekte artikelen werd voor 42% in oktober een maximumprijs vastgesteld.

De gemiddelde prijsdaling van 0,5% leidt op jaarbasis tot een geschatte besparing van € 17 miljoen aan inkoopwaarde. Van dit effect komt het grootste deel – € 15

Ivacaftor

De maximumprijs is echter niet altijd bepalend voor de hoogte – of in dit geval de daling – van de AIP. Zo kwam de prijsdaling met het grootste besparingseffect – € 7,5 miljoen – voor rekening van ivacaftor, gebruikt bij taaislijmziekte. Voor dit product daalde weliswaar de maximumprijs met 1%, maar de AIP daalde met 10% harder, en lag zowel voor als na de verandering al onder de maximumprijs. Overigens valt dit middel onder een prijsarrangement van de overheid, waardoor de werkelijke maatschappelijke prijs onbekend is.

Prijzen van geneesmiddelen daalden verder in oktober 2023

Ontwikkeling SFK-prijsindex van receptplichtige geneesmiddelen in basispakket (januari 2018 = 100)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Het bericht Gemiddelde prijsdaling oktober bedraagt 0,5% verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Groot onderzoek van start voor aanpak van artrose op maat


Artrose is in 2040 waarschijnlijk de meest voorkomende chronische ziekte van Nederland. Op dit moment hebben bijna 1,5 miljoen mensen in ons land artrose. De aard en mate van de klachten kunnen verschillen, maar ze hebben altijd impact op het dagelijks leven. Bij iedereen verloopt artrose anders, wat vraagt om behandeling op maat. Om dat zo goed mogelijk te kunnen bieden, is inzicht nodig in de kenmerken van de persoon en het ziekteproces. Tot op heden ontbreekt dat inzicht. Maar daar gaat dankzij de gesubsidieerde onderzoeksinspanningen van een uniek samenwerkingsverband verandering in komen.

De onderzoekers van het Interdisciplinair Consortium voor Klinische Bewegingswetenschappen & Technologie (ICMS) starten in november met project TopTreat. Zij gaan de komende 5 jaar 500 mensen met artrose volgen en hun kenmerken uitgebreid in kaart brengen. Het doel hiervan is inzicht krijgen in wie voor welke behandeling in aanmerking komt. Want de diversiteit onder mensen met artrose is zo groot, dat een universele behandeling niet voor iedereen effectief is.

Precies meten en weten met uniek technologieplatform

Het is voor het eerst dat de verschillende verschijningsvormen van artrose met geavanceerde technologie worden gemeten en in een platform verzameld. Het is de bedoeling om uiterst nauwkeurig in kaart te brengen hoe mensen met artrose zich voelen, hoe zij bewegen, hoe hun ziekte zich ontwikkelt en welk medicijn het meest effectief is bij wie. Omdat zowel lichamelijke, psychologische als sociale factoren een rol spelen bij gezondheid, kijken de onderzoekers naar het gehele spectrum, van cel tot welzijn en voeren het onderzoek uit in samenspraak met de patiënten zelf. De inzichten uit het onderzoek maken het mogelijk om de behandeling optimaal af te stemmen op de persoon met artrose. 

Belofte van verbetering

Het onderzoek omvat bestaande technologieën zoals ‘gewricht-op-een-chip’, nauwkeurige metingen van stofjes in het lichaam die een aanwijzing zijn voor de ziekte (biomarkers), analyses van beweging met sensoren, en het maken van computermodellen van gewrichtsbewegingen en belasting op kraakbeen. Hiermee beogen de onderzoekers specifieke kenmerken van mensen met artrose te begrijpen en vast te leggen. Op basis van deze inzichten kunnen behandelaars de meest kansrijke behandeling voor hun patiënt vaststellen.

Brede inclusie

Naast mensen met gevorderde artrose zullen ook twee groepen met verhoogd risico op artrosevorming deelnemen aan het onderzoek. Dit zijn met een kapotte of verwijderde meniscus of met een beenamputatie.

Samen verder in beweging

TopTreat is van groot belang voor de vooruitgang in de zorg voor mensen met artrose. Bovendien is de verwachting dat het project een technologieplatform ontwikkelt dat patentwaardig is en snel vertaald kan worden naar meer toepassingen in de gezondheidszorg. Met dit ambitieuze project richt ICMS zich op maximale klinische en maatschappelijke vooruitgang.

Over ICMS

Het Interdisciplinair Consortium voor Klinische Bewegingswetenschappen & Technologie (ICMS) is een uniek samenwerkingsverband tussen het RadboudUMC, Sint Maartenskliniek, Roessingh Research and Development en het TechMed Centrum van de Universiteit Twente. In TopTreat werken deze partners samen met ReumaNederland, de bedrijven ATRO Medical en Moveshelf, de Reumastichting Sint Maartenskliniek, de Twente Graduate School en het Nederlandse Ministerie van Defensie. Samen met financiering uit het topconsortium voor Kennis en Innovatie Hightech Systemen & Materialen gaat het om een project van ongeveer 4,8 miljoen euro.

Bron: Universiteit Twente en het TechMed Centrum
Het bericht Groot onderzoek van start voor aanpak van artrose op maat verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Landelijk tarief voor jeugdbeschermers


De kwetsbaarste gezinnen en kinderen kunnen in de toekomst rekenen op meer tijd en aandacht van jeugdbeschermers. Om dit te bereiken investeren Rijk en gemeenten structureel 60 miljoen euro om het aantal cliënten per jeugdbeschermer in dienst van de zogenoemde Gecertificeerde Instellingen (GI’s) te verlagen. Daardoor neemt de werkdruk voor de jeugdbeschermers af.

De overheden hebben afspraken gemaakt over een landelijk tarief waarmee gemeenten een passende bekostiging van de GI’s kunnen realiseren. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming en staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Nederland telt 13 GI’s die zich bezighouden met jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Jeugdbeschermers

“Het landelijk tarief voor jeugdbeschermers moet hen ademruimte geven in hun werk. Ook gezinnen en kinderen moeten dat gaan merken”, vertelt minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming. “We verlagen structureel per jeugdbeschermer het aantal kinderen en gezinnen dat ze bijstaan. Daardoor krijgen jeugdbeschermers meer tijd, ruimte en aandacht voor hulp aan de meest kwetsbaarste kinderen en gezinnen.”

Verlenging zij-instroomregeling

Om de druk op de jeugdbescherming verder te verlagen wordt ook de succesvolle subsidieregeling voor zij-instromers uitgebreid met 10 miljoen euro en verlengd tot en met 2025. Met deze regeling kunnen mensen die vanuit een andere baan komen worden opgeleid tot jeugdbeschermer.
Het bericht Landelijk tarief voor jeugdbeschermers verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Breast Care Foundation haalt 1,7 miljoen euro op voor gespecialiseerde borstkankerzorg, onderzoek en vroegdetectie


Tijdens een exclusief diner, bereid door 5 sterren chefs, zorgden een spectaculaire veiling en diverse optredens van onder andere Hans Klok, Jeroen van der Boom, René Froger, Shirma Rouse met de Koninklijke Luchtmacht Kapel, Emmaly Brown, Jasper Taconis en het New Amsterdam Orchestra voor een opbrengst van ruim 1,7 miljoen voor de Stichting Breast Care Foundation (BCF). Het bedrag komt ten goede aan diverse onderzoeken en projecten op het gebied van gespecialiseerde borstkankerzorg, innovatie en vroege detectie van borstkanker.

De BCF benefietavond in Hart van Holland, te Nijkerk, onder leiding van Frank Lammers Floortje Dessing, Chimène van Oosterhout en Janny van der Heijden, had een bruto-opbrengst van 1.7 miljoen euro. Oprichter BCF en directeur-bestuurder van het in borstkanker gespecialiseerde Alexander Monro Ziekenhuis (AMZ) Marjolein de Jong: ‘Het is ontzettend bijzonder dat we zo’n fantastisch bedrag hebben mogen ontvangen waarmee we zoveel mooie onderzoeken en projecten kunnen ondersteunen voor borstkankerpatiënten en vroege detectie van borstkanker. We zijn heel trots en enorm dankbaar.’ De 500 gasten werden tijdens de diverse culinaire hoogstandjes van sterrenchefs Erik van Loo, Jarno Eggen, Martin Kruithof, Lars van Galen, Thomas van Santvoort en chef Jim Xu getrakteerd op optredens van onder meer Hans Klok, Shirma Rouse, René Froger, Jeroen van der Boom, Orkest Koninklijke Luchtmacht, Emmaly Brown, Jasper Taconis, New Amsterdam Orchestra, DJ Paul C4GE en goochelaar Peter Vogel.

Speciale aandacht was er voor de campagne KEN JE BORSTEN en het Borstkanker Alfabet van BCF in samenwerking met het Alexander Monro Ziekenhuis (AMZ). In Nederland krijgt 1 op de 7 vrouwen borstkanker. Ook krijgen jaarlijks ruim 100 mannen de diagnose. Ieder jaar overlijden meer dan 3.000 mensen aan deze ziekte. Hoe eerder borstkanker wordt ontdekt, hoe groter de kans op overleven. Toch bleek uit eerder onderzoek van het AMZ en BCF dat verreweg de meeste vrouwen (ruim 84%) de 12 meest voorkomende symptomen van borstkanker niet kent en dat ruim 1 op de 5 vrouwen haar borsten überhaupt niet checkt. ‘Hier is nog enorme winst te behalen. Daarom is het Borstkanker Alfabet ontwikkeld in nauwe samenwerking met gerenommeerd reclamebureau TBWANEBOKO onder de campagne KEN JE BORSTEN. Hoe vroeger je erbij bent, hoe beter je kansen. Natuurlijk hoef je je niet direct zorgen te maken dat iedere verandering borstkanker is maar blijft alert, KEN JE BORSTEN en trek op tijd aan de bel bij je huisarts als je twijfelt, iets ziet of voelt of als borstkanker in de familie voorkomt’, aldus De Jong.

Bijzonder was ook het moment dat een jonge patiënt, haar ziektebeloop deelde met het publiek. ‘Dit maakt zo tastbaar waarvoor we hier met elkaar zo hard knokken’, aldus De Jong. Dat benadrukte veilingmeester Pauline Cramer ook tijdens de veiling waarbij een aantal unieke stukken werden geveild. Van exclusieve reizen tot een prachtig kunstwerk van Rebecca Cabau van Kasbergen en van F1 tickets tot bijzondere huisconcerten. Dit alles onder het genot van het speciaal voor deze avond bereide exclusieve diner, met culinaire toelichting door Janny van der Heijden, door sterrenchefs: Erik van Loo (Parkheuvel), Jarno Eggen (De Groene Lantaarn), Martin Kruithof (De Lindenhof), Lars van Galen (’t Lansink), Thomas van Santvoort (Flicka) en chef Jim Xu (Jimix Bar Asian Kitchen). De avond werd mede mogelijk gemaakt door veel sponsoren en supporters, met als hoofdsponsor Horeca en Hospitality onderneming Yvey.

Breast Care Foundation

BCF wil de borstkankerzorg in Nederland naar een hoger niveau brengen. De foundation stimuleert met haar doelstellingen de ontwikkeling om borstkankerzorg onder te brengen in gespecialiseerde centra om de ziekte beter te kunnen (vroeg)diagnosticeren, behandelen en van passende nazorg te voorzien. Het eerste voorbeeld hiervan is het Alexander Monro Ziekenhuis in Bilthoven, het eerste gespecialiseerde ziekenhuis in borst(kanker)zorg.

BCF zet zich in voor de volgende vier thema’s:

• Voorlichting en bewustwording bij alle vrouwen en mannen in Nederland ten behoeve van vroegdetectie

• Optimaliseren Kwaliteit van zorg én leven door alle benodigde (na)zorg te integreren in een ‘healing environment’ in een gastvrij, gespecialiseerd expertisecentrum

• Ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek

• Uitwisseling van kennis en (digitale) ontwikkeling van kennis en data.

Bron en foto: Alexander Monro Ziekenhuis
Het bericht Breast Care Foundation haalt 1,7 miljoen euro op voor gespecialiseerde borstkankerzorg, onderzoek en vroegdetectie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel