Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

Kraamzorg in Nederland in gevaar


Vakbonden sturen brandbrief naar ministerie

Als er niet onmiddellijk wordt ingegrepen dan is er op korte termijn geen kraamzorg meer in Nederland voor heel veel moeders en pasgeborenen. Dat is de grote vrees van de vakbonden FNV, CNV, NU’91, FBZ en AVV. Daarom hebben de bonden een brandbrief gestuurd aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Er moet onmiddellijk actie komen.

Het grootste probleem is dat er te weinig kraamverzorgenden zijn. Er staan momenteel 1.000 vacatures uit die niet opgevuld kunnen worden. Kraamverzorgenden kunnen niet tot nauwelijks vakantie opnemen vanwege het tekort. De werkdruk is enorm groot en het ziekteverzuim ligt nu op 10%. Het mag in Nederland niet voorkomen dat vrouwen die net moeder zijn geworden midden in de nacht met een tasje en onder de arm het ziekenhuis moeten verlaten en dat ze het vervolgens verder zelf mogen uitzoeken vinden de vakbonden.

Urgente en directe oplossing

De bonden willen dat het ministerie onmiddellijk ingrijpt. Er is een urgente en directe oplossing nodig. Het vak van kraamverzorger moet aantrekkelijker worden en de lonen moeten omhoog. Dagelijks ontvangen vakbonden berichten van kraamverzorgenden die de kraamzorg verlaten, veel gehoord argument is dat wat er van een kraamverzorgende gevraagd wordt niet in verhouding staat tot de beloning.

Supermarkt verdient beter

Vakbonden krijgen letterlijk van leden te horen “mijn zoon werkt in de supermarkt, hij verdient meer dan ik terwijl ik dit werk al jaren doe en constant moet bijscholen”. Uit onderzoek blijkt dat de lonen in de zorg achterlopen op die van andere sectoren en binnen de zorg loopt de kraamzorg helemaal achter. Kraamverzorgenden verdienen zo’n 10% minder dan collega’s uit andere zorgtakken. Daar moet op korte termijn echt iets aangedaan worden vinden de bonden.

Iedereen wijst naar elkaar

Het ministerie moet volgens de bonden het voortouw nemen, want iedereen wijst daarbij naar elkaar, maar niemand neemt de verantwoordelijkheid om tot een structurele oplossing te komen. Dit kan niet wachten, waarschuwen de bonden, anders is er straks geen kraamzorg meer in Nederland.

Bron: FNV
Het bericht Kraamzorg in Nederland in gevaar verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

FNV meldt misstanden VWS bij  Arbeidsinspectie


Tientallen extra meldingen in 24 uur tijd

Vakbond FNV heeft een melding gedaan bij de Arbeidsinspectie (NLA) vanwege de misstanden op het ministerie van VWS die de bond afgelopen week in het nieuws bracht. Dit naar aanleiding van een verkennend onderzoek onder VWS-ambtenaren dat alarmerende resultaten opleverde. De Arbeidsinspectie gaat naar aanleiding van deze melding onderzoek doen. Volgens de bond is er bij onderdelen van het ministerie sprake van verziekte arbeidsverhoudingen en een giftige werksfeer die hele negatieve gevolgen heeft voor de mensen op de werkvloer. Een situatie die niet kan blijven voortbestaan.

Zelfde urgentie als arbeidsongeval

FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: “Sinds de publicatie van ons verkennend onderzoek regent het aanvullende meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij VWS. We voelen een verantwoordelijkheid en hebben daarom een melding gedaan bij de arbeidsinspectie. We verwachten dat dit met dezelfde urgentie wordt opgepakt als een arbeidsongeval. Want zo zou grensoverschrijdend gedrag moeten worden gezien.”

Inhoud van meldingen alarmerend

Bestuurder Tanja Schrijver: “Vanwege de antwoorden van mensen die aangeven zichzelf mogelijk iets te willen aandoen vinden we het een urgente zaak die ook de directe aandacht van de Arbeidsinspectie verdient.”

Tientallen extra VWS-ambtenaren melden zich

Sinds het rapport dinsdagmiddag uitkwam is de eerdere peiling weer open gezet. In de 24 uur die volgden vulden ruim 150 mensen extra de enquête in en gaven 16 mensen aan dat ze teruggebeld wilden worden over hun arbeidssituatie. De bond roept ook niet-leden bij VWS op de FNV vragenlijst in te vullen. Het onderzoek is in totaal nu ruim 250 keer ingevuld. Meldingen die bij de FNV binnen kwamen, geven aan dat het interne onderzoek, dat dinsdag door de Bestuursraad werd aangekondigd, wordt gewantrouwd omdat het herleidbaar is naar de ambtenaren zelf. Zo zou er te specifiek gevraagd worden op welke afdeling en onder welke leidinggevende mensen vallen.

Bescherming nodig

Afgelopen week riep de FNV de hoogste leidinggevende van het ministerie op ‘snel en doeltreffend in te grijpen’ hulp geven aan medewerkers die nu met suïcidale gedachten rondlopen en  het bevriezen van ontslagprocedures waar ambtenaren in verwikkeld zijn na melden van grensoverschrijdend gedrag. De vakbond vindt het van het grootste belang dat ambtenaren beter worden beschermd en dat er een extern meldpunt komt om misstanden te melden.

Bron: FNV
Het bericht FNV meldt misstanden VWS bij  Arbeidsinspectie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Eerste stap naar behandeling Nederlandse hartspierziekte


Wetenschappers van onder meer het Universitair Medisch Centrum Groningen en Amsterdam UMC zijn erin geslaagd om hartspiercellen te beschermen tegen de aftakeling die optreedt bij de erfelijke hartspierziekte PLN. Deze oorspronkelijk in Friesland ontstane ziekte kan ernstig hartfalen en hartritmestoornissen met een hartstilstand veroorzaken en is nu nog ongeneeslijk. De ontdekking betekent een eerste stap naar een behandeling voor naar schatting 10.000 mensen, in Nederland alleen, die deze ziekte hebben of kunnen krijgen. De Hartstichting steunt het onderzoek. 

Professor dr. Arthur Wilde, medisch adviseur Hartstichting: “De PLN ziekte is een bijzondere ziekte omdat die door de genetische achtergrond vooral in Nederland voorkomt en onbehandelbaar is. Dat leidt tot een ernstige ziektelast en vroegtijdig overlijden van veel dragers van deze ziekte. Er is dus echt dringend behoefte aan een hele nieuwe behandelingsstrategie en dit prachtige onderzoek is daar een eerste stap in”. 

Verkeerd eiwit aangemaakt

Mensen met de erfelijke hartspierziekte PLN hebben een verandering in dat deel van het DNA dat zorgt voor de aanmaak van het eiwit phospholamban. Dit eiwit is belangrijk voor het samentrekken en ontspannen van hartspiercellen. Door het foutje in het DNA wordt er een verkeerd eiwit aangemaakt. Onderzoekers hebben nu aangetoond dat een belangrijk netwerk in de hartspiercel, dat de samentrekking en ontspanning van hartspiercellen regelt, misvormd raakt door dit verkeerde  

PLN-eiwit. De hartspiercel takelt daardoor af en sterft uiteindelijk, waardoor gezond hartweefsel afneemt en littekenweefsel in het hart ontstaat. Hierdoor pompt het hart steeds slechter. 

Aftakeling afremmen

De onderzoekers hebben bij muizen met deze ziekte ontdekt dat ze het aftakelingsproces kunnen afremmen door de hartspiercel een ander eiwit, genaamd DWORF, te laten aanmaken. Dit is de eerste stap naar een behandeling van deze ziekte. Ze hebben de resultaten gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Circulation Research. De onderzoekers gaan in vervolgonderzoek bestuderen hoe ze dit eiwit bij patiënten kunnen stimuleren, maar ook hoe ze het verkeerde PLN-eiwit kunnen onderdrukken. 

Friese oorsprong

Hans Snijder, directeur Hartstichting: “De verandering in het DNA die deze ziekte veroorzaakt, is ongeveer 600 tot 800 jaar geleden ontstaan in Friesland. Als geboren en getogen Fries ben ik uiteraard extra verheugd met de uitkomsten van dit eerste onderzoek”.  

Mensen met de hartspierziekte PLN kunnen ernstige hartritmestoornissen en hartfalen krijgen. Deze vorm van hartfalen kan zo gevaarlijk verlopen dat een steunhart of harttransplantatie de enige uitweg is. Er is geen enkele specifieke behandeling die de ziekte afremt. Patiënten kunnen alleen een ICD krijgen die ingrijpt bij hartritmestoornissen, of behandeld worden met hartfalen medicijnen om klachten en symptomen ten gevolge van hartfalen te verminderen.  

De publicatie van het onderzoek is hier te lezen en lees hier het eerdere interview met onderzoeker bij het UMCG Herman Silljé.

Bron: Hartstichting
Het bericht Eerste stap naar behandeling Nederlandse hartspierziekte verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Seniorenorganisaties ANBO en PCOB kiezen unaniem voor fusie


De ledenraden van de landelijke seniorenorganisaties ANBO en PCOB hebben vandaag unaniem ingestemd met een fusie. Dat betekent dat zij vanaf 1 januari 2024 samen verdergaan onder de naam ANBO-PCOB. Hiermee zijn zij de grootste landelijke belangenbehartiger voor senioren. In aanloop naar het fusiebesluit trokken ANBO en PCOB al steeds vaker samen op. “In het licht van huidige maatschappelijke uitdagingen vinden we het van groot belang met vereende kracht op te komen voor de belangen van senioren” aldus Anneke Sipkens, directeur-bestuurder van de nieuwe vereniging.

Prioriteit voor ANBO-PCOB is om de stem van senioren stevig te laten horen in de politiek. Met de dubbele vergrijzing in het vooruitzicht zullen vraagstukken rondom ouder worden in toenemende mate de politieke agenda moeten gaan bepalen. Door samen te werken in de Seniorencoalitie hebben ANBO en PCOB onder andere op koopkracht, pensioen, wonen en zorg al laten zien dat zij een goede vuist kunnen maken in Den Haag. Die beweging willen zij de komende jaren gaan versterken. Dat doen zij door in gesprek te blijven met de doelgroep en actief bij hen op te halen wat er speelt en welke behoeften er zijn.

De krachtenbundeling betekent ook dat de dienstverlening aan leden naar een hoger niveau wordt getild. Met diensten zoals de Belastinghulp, vrijwilligers die komen helpen aan huis en een mooi actueel magazine en informatieve website, weet ANBO-PCOB nu al in te spelen op vragen en behoeften die er bij senioren spelen in verschillende levensfasen. Deze dienstverlening aan leden zal de komende periode worden uitgebouwd. Anneke Sipkens: “We willen uitgroeien tot het aanspreekpunt voor senioren over alle onderwerpen die voor hen van belang zijn”.

De ruim 200 lokale afdelingen van ANBO-PCOB, die verspreid zijn over het land, vormen samen het kloppend hart van de vereniging. Op tal van plekken in Nederland komen senioren bijeen om activiteiten met elkaar te ondernemen en samen te zijn. Dit bloeiende verenigingsleven zal worden gekoesterd en versterkt. ANBO-PCOB wil leden verder ondersteunen in het ontmoeten en samenzijn. Ook wordt gebouwd een levendige online gemeenschap zodat senioren ook gemakkelijk digitaal contact kunnen leggen.

Bron: ANBO-PCOB
Het bericht Seniorenorganisaties ANBO en PCOB kiezen unaniem voor fusie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Tijdelijk hogere kans op hart- en vaatziekten na corona infectie


Een kleine groep mensen heeft een verhoogde kans op bepaalde hart- en vaatziekten na een corona infectie. Dit zijn vooral ziektes door bloedstolsels, bijvoorbeeld in de longen, en de hartritmestoornis boezemfibrilleren. Na 60 dagen daalde de kans op deze problemen. Dit blijkt uit onderzoek van UMC Utrecht op initiatief van Hartstichting die ook het onderzoek financierde. 

De onderzoekers ontdekten dit door de gegevens van meer dan 220.000 mensen die een corona infectie hadden doorgemaakt te analyseren. 95% van deze patiënten konden thuis blijven na de corona infectie. Bij slechts 1% van de mensen traden de hart- en vaatproblemen op. Dit is een zeer kleine groep. Het ging uiteindelijk om grote aantallen patiënten, omdat er in de eerste en tweede coronagolf veel mensen besmet raakten met het virus. Patiënten die ernstig ziek worden door een corona infectie krijgen dan ook in de beginfase medicijnen die bloedstolsels moeten tegengaan.

Geen verhoogd risico op ontstekingen aan het hart

De onderzoekers benadrukken dat er geen bepaalde groep mensen is die een verhoogd risico heeft op klachten door bloedstolsels of ritmestoornissen. De problemen zijn wel wat vaker te zien bij mensen tussen de 40 en 60 jaar en dan meer bij mannen. Uit dit onderzoek bleek geen verhoogd risico op ontstekingen aan het hart door corona.

Ook bij andere luchtweginfecties zoals de griep hebben mensen tijdelijk een verhoogd risico op hart- en vaatproblemen, vooral bij mensen met hart- en vaatziekten en ouderen. Dit benadrukt het belang van de griepprik bij deze mensen.

Eerdere resultaten van deze onderzoeksgroep lieten al zien dat coronapatiënten met hart- en vaatziekten of diabetes een grotere kans hebben om in het ziekenhuis terecht te komen dan coronapatiënten zonder deze aandoeningen. Deze mensen hebben daarom een corona vaccinatie nodig. Hiervoor worden ze dan ook opgeroepen, evenals voor de griepprik.

De Hartstichting financierde dit onderzoek uit donaties die we speciaal ontvingen voor onderzoek naar de effecten van corona op het hart en bij mensen met hart- en vaatziekten. Het onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in European Heart Journal Open.

Bron: Hartstichting
Het bericht Tijdelijk hogere kans op hart- en vaatziekten na corona infectie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Het BovenIJ na een jaar IZA, waar staan we nu?


Met het Integraal Zorgakkoord (IZA) als uitgangspunt heeft het BovenIJ vol ingezet op passende zorg.

In deze infographic staan de behaalde resultaten en daar zijn we best trots op. De meerjarenvisie van het BovenIJ gaat uit van de juiste zorg op de juiste plek door de juiste zorgprofessional. Inzet van digitale middelen waar mogelijk en wenselijk vanuit patiëntperspectief, samenwerking in de regio met andere zorg- en welzijnsaanbieders en alles samen met en voor onze patiënten en inwoners. Zorg goed voor elkaar in Amsterdam-Noord.

1 jaar IZA

Ruim een jaar geleden werd het IZA aangeboden aan de Tweede Kamer. Met als doel de zorg kwalitatief goed , toegankelijk en betaalbaar te houden door een  transformatie naar passende zorg in gang te zetten. Het BovenIJ in Amsterdam-Noord steunt die beweging en is de weg ingeslagen van ziekenhuis naar gezondheidsorganisatie. Dat blijkt onder meer uit onze regionale samenwerking op oncologische gebied binnen het netwerk onconovo+, de integratie van de SEH en de HAP tot Spoedpost Noord, de resultaten op het gebied van spreiding en concentratie zorg, de ontregel-de-zorg-initiatieven, het verplaatsen van zorg van BovenIJ naar de huisartsen via het huisartsen+punt en onze focus op preventie en een gezonde leefomgeving.

Beter Samen in Noord

Het BovenIJ werkt binnen het programma Beter Samen in Noord van de KrijtMolenAlliantie (een initiatief van acht organisaties voor zorg en welzijn) aan het verbeteren van de gezondheid en het verkleinen van de gezondheidsverschillen van de bewoners van Amsterdam-Noord. “Het feit dat de gemeente Amsterdam en Zilveren Kruis hier aan meewerken en het programma door VWS wordt gezien als een van de ‘best practices’ in Nederland, laat zien dat we in Amsterdam-Noord het IZA echt aan het uitvoeren zijn met aantoonbare resultaten,” aldus Edwin van der Meer, voorzitter van de Raad van Bestuur BovenIJ.

Spoedpost Amsterdam-Noord

In mei opende minister Kuipers onze nieuwe, integrale ‘Spoedpost Amsterdam-Noord’, waar de spoedeisende hulp van het BovenIJ en de Huisartsenposten Amsterdam als één team samenwerken. “Op de Spoedpost krijgen patiënten passende integrale acute zorg, op de juiste plek en door de juiste zorgprofessional,” vertelt van der Meer. Dat kan variëren van een (digitaal) zelfzorgadvies tot een behandeling door de huisarts, SEH-arts of een poortspecialisme. “Deze manier van werken draagt bij aan het efficiënt inzetten van zorgpersoneel maar bovenal aan een goede onderlinge samenwerking tussen zorgprofessionals betrokken bij de spoedzorg,” gaat van der Meer verder.

De juiste zorg op de juiste plek

Het BovenIJ geeft op verschillende manieren vorm aan de juiste zorg op de juiste plek. Digitale zorg, waaronder appen en beeldbellen via BeterDichtbij en de inzet van de Thuismeten app van Luscii zorgen ervoor dat een deel van de patiënten niet altijd meer naar het BovenIJ hoeft te komen. Antibiotica- en cytostaticakuren vinden deels thuis plaats en dat scheelt weer verpleegdagen. En dankzij de deelname van een groot aantal specialismen aan de consulten van het huisartsen+punt, voorkomen we onnodige verwijzingen naar de tweede lijn. Uiteraard werkt het BovenIJ ook samen met collega ziekenhuizen zoals het OLVG, Amsterdam UMC  en het AvL –NKI  en worden patiënten die bijvoorbeeld hoogcomplexe operatieve medische zorg nodig hebben daar geopereerd om daarna de vervolgbehandeling te krijgen in het BovenIJ. 

Ruimte voor vernieuwing

De voorbeelden in dit persbericht zijn slechts een kleine greep uit de passende zorg initiatieven waar het BovenIJ mee bezig is. “Om te laten zien waar we staan en naartoe bewegen, publiceren we deze infographic,” laat van der Meer weten, “we zijn trots op wat we met elkaar hebben bereikt in Amsterdam-Noord en zien nog volop kansen voor verdere vernieuwingen en verbeteringen. Dit vraagt om anders kijken, anders denken maar vooral anders doen. “Daar ligt wat mij betreft ook de kracht van ons BovenIJ een organisatie die wendbaar is, innovatie snel omarmt en daadkrachtig is in de uitvoering. Het BovenIJ biedt graag ruimte aan onze medische en verpleegkundige professionals om initiatieven en pilots die passen in het gedachtengoed van het IZA daadwerkelijk te realiseren; dat doen we lerend, datagedreven met lef, leiderschap en lol. Klein is het nieuwe groot!

1-jaar-iza-10Downloaden

Bron: BovenIJ
Het bericht Het BovenIJ na een jaar IZA, waar staan we nu? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Crisis in de GGZ


Het is absoluut verontrustend om te lezen hoe de situatie in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) in Nederland verslechtert en de toegankelijkheid ervan onder druk staat. Dit is een belangrijk onderwerp dat de aandacht van beleidsmakers en de samenleving verdient. Als onafhankelijk clientondersteuner met een passie voor zorg en het sociaal domein, gaat dit probleem me aan het hart.

Als onafhankelijk clientondersteuner, voel ik me geroepen om het alarm te slaan dat de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland bedreigt. Samen met patiënten, naasten, psychologen, psychiaters en GGZ-instellingen wil ik een dringende oproep doen: laten we de GGZ niet door de bodem zakken.

De situatie is alarmerend, en de belangenbehartigers (MIND, NIP, NVvP en de Nederlandse GGZ) delen deze bezorgdheid. We hebben de overheid en politici gezamenlijk opgeroepen om in te grijpen voordat de toegankelijkheid van de GGZ verder verslechtert.

In een brief aan de informateur hebben belangenbehartigers (MIND, NIP, NVvP en de Nederlandse GGZ) drie cruciale oplossingsrichtingen aangedragen. Allereerst moeten we investeren in mentale gezondheid om de zorgvraag te verminderen. Ten tweede moeten we de GGZ-sector aantrekkelijker maken voor werknemers door administratieve lasten te verminderen en vertrouwen in professionals te vergroten. Ten slotte moeten we werken aan een duurzaam zorgstelsel met betere financiering, minder marktwerking en meer eenvoud.

Om een gezonde en toegankelijke GGZ te behouden, moeten we onze aandacht richten op drie pijlers: tijdige en passende zorg, voldoende gekwalificeerde zorgverleners en financiële stabiliteit in de GGZ-sector. De realiteit is echter dat deze pijlers dreigen om te vallen. Het aantal mensen met mentale klachten is sinds 2009 met 53% gestegen, terwijl het budget voor de GGZ slechts met 11% toenam. Meer dan 80.000 mensen staan op wachtlijsten, soms zelfs voor behandelingen die één tot twee jaar in beslag nemen.

Het gebrek aan zorgverleners en de overmatige administratieve lasten maken het moeilijk om de benodigde zorg te leveren. Als we ons beleid niet aanpassen, zullen de huidige 4.800 vacatures in 2021 toenemen tot 11.200 in 2030. Bovendien lijden GGZ-instellingen financiële verliezen, waardoor het risico bestaat dat het aanbod verdwijnt in plaats van groeit.

Een nieuw kabinet heeft nu de kans om samen met de GGZ-sector actie te ondernemen en de toegankelijkheid van de GGZ te waarborgen. Investeren in mentale gezondheid en het verminderen van de zorgvraag zijn van vitaal belang. Het is tijd om het vertrouwen in professionals te vergroten, administratieve lasten te verminderen en samenwerking tussen de zorg en het sociaal domein te bevorderen. Financiële stabiliteit is cruciaal om ervoor te zorgen dat GGZ-instellingen kunnen blijven functioneren.

Laten we hopen dat het nieuwe kabinet deze oproep serieus neemt en concrete maatregelen neemt om de GGZ niet verder te laten afglijden. De geestelijke gezondheid van onze samenleving staat op het spel, en het is aan ons om ervoor te zorgen dat mensen met psychische aandoeningen de zorg krijgen die ze verdienen. Laten we samenwerken aan een gezonde toekomst voor de GGZ in Nederland.
Het bericht Crisis in de GGZ verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Zorgelijke Cijfers in de Zorg: De Verborgen Realiteit Achter de 18% Stijging van PNIL Kosten


Complexiteit achter de Cijfers

In de wereld van de zorgsector gaat het er vaak ingewikkeld aan toe. Cijfers en statistieken kunnen een vertekend beeld geven als we niet de diepte ingaan en de complexiteit van de situatie begrijpen. Onlangs publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) haar bevindingen over de jaarrekeningen van zorginstellingen in Nederland voor het jaar 2022. Wat blijkt? Een verontrustende stijging in verlieslijdende instellingen en de schijnbare boosdoener: de kosten van personeel dat niet in loondienst (PNIL) is.

Het is verleidelijk om de conclusie te trekken dat de kosten van PNIL de hoofdoorzaak zijn van de verslechterde financiële situatie in de zorgsector. Maar laten we niet te snel oordelen. PNIL omvat niet alleen zzp’ers maar ook uitzendkrachten en gedetacheerden. Een artikel in Zorgvisie heeft de 18% stijging ten onrechte volledig toegeschreven aan zzp’ers, zonder duidelijk bewijs uit de cijfers. Dit kan ertoe leiden dat zzp’ers en bemiddelingsbureaus de schuld krijgen van de kostenstijging, terwijl dit niet geheel op hen terug te voeren is.

Laten we de nuances niet uit het oog verliezen. Het gestegen ziekteverzuim, een van de oorzaken van de stijgende kosten van PNIL, kan niet aan zzp’ers worden toegeschreven. Het is hoogstwaarschijnlijk deels het gevolg van de nasleep van de pandemie. Bovendien is de hoge werkdruk, mede veroorzaakt door het ziekteverzuim en het aantal openstaande vacatures, een belangrijke factor.

Zorginstellingen hebben al geruime tijd moeite om personeel aan te trekken en te behouden. Afspraken zijn gemaakt in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ) om deze kwestie aan te pakken. Het is echter opvallend dat zorginstellingen grotendeels lijken af te wachten op oplossingen vanuit deze programma’s, terwijl ze zelf al veel eerder actie hadden kunnen ondernemen. Dus het is niet verbazingwekkend dat de kosten van PNIL stijgen.

We moeten ook niet vergeten dat een stijging van 18% op zichzelf weinig betekent. De CBS-cijfers laten zien dat een deel van deze stijging wordt gecompenseerd door een daling van de kosten van vast personeel, wat logisch is. Als er onvoldoende vast personeel beschikbaar is, is er meer personeel nodig dat niet in loondienst is. Om een realistisch beeld te krijgen, moeten we deze “besparing” op vast personeel in overweging nemen.

Uit de cijfers blijkt dat de kosten van PNIL 9,05% van de totale personeelskosten bedragen, inclusief de toename van 18%. Dit betekent dat het percentage PNIL in 2021 ongeveer 7,7% bedroeg. Hieruit blijkt dat de toename van 18% relatief gezien meevalt. Helaas zal “de 18% stijging van de personeelskosten van PNIL” waarschijnlijk de komende tijd de aandacht blijven trekken, ondanks de nuances.

Laten we niet te snel conclusies trekken en laten we de complexiteit van de zorgsector niet onderschatten. Een diepgaande analyse is nodig voordat we de schuld bij één groep leggen. Het is een complexe kwestie die een zorgvuldige benadering vereist, en simplistische conclusies zullen niemand helpen. Met dank aan de scherpe analyse van SoloPartners.
Het bericht Zorgelijke Cijfers in de Zorg: De Verborgen Realiteit Achter de 18% Stijging van PNIL Kosten verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Gemeente Almelo eist subsidie terug van failliete Zorginstelling Twenty4 Wonen


In een recente ontwikkeling blijkt dat de gemeente Almelo aanspraak maakt op een substantieel bedrag aan zorgsubsidie, dat eerder was verleend aan de zorginstelling Twenty4 Wonen. Deze kwestie komt aan het licht nadat Twenty4 Wonen onlangs faillissement heeft aangevraagd, waardoor het twijfelachtig is of de gemeente Almelo ooit haar geld zal terugkrijgen. Deze financiële problemen zijn niet alleen het gevolg van de gemeentelijke claim, maar ook van een aanzienlijke belastingschuld waarmee de zorginstelling te maken heeft.

De gemeente Almelo heeft de zorgsubsidie opgeëist, vanwege de bewering dat de geleverde zorg niet voldoet aan de vereiste kwaliteitsnormen. Dit geschil heeft de zorgaanbieder ernstig in de problemen gebracht, aangezien ze ook te maken hebben met een aanzienlijke belastingschuld. De eigenaren van Twenty4 Wonen hebben uiteindelijk het faillissement aangevraagd, en dit is onlangs uitgesproken.

De belastingschuld bedraagt naar verluidt ongeveer twee ton, deels veroorzaakt door uitgestelde coronasteun die nog moet worden terugbetaald. De moeder en dochter, die het zorgbedrijf runden, hebben deze informatie aan curator Wouter Weenink verstrekt.

Twenty4 Wonen, voorheen bekend als Insieme Cura, was een kleinschalige zorginstelling die zich bezighield met de begeleiding van cliënten met een indicatie via de Wet langdurige zorg (Wlz). Ze boden 24-uurs zorg, begeleid wonen en ambulante zorg voor volwassenen vanaf 18 jaar. Het zorgbedrijf, opgericht in 2016, had vestigingen in Almelo en Enschede.

Achter de schermen van deze zorginstelling waren er al geruime tijd problemen, die verergerden na een brand in een van hun locaties in Enschede eerder dit jaar. Dit leidde tot loonproblemen voor het personeel, wat resulteerde in enkele medewerkers die vertrokken. Dit bracht de bewoners in een kwetsbare positie.

De financiële problemen van de bv werden verergerd door zowel de claim van de belastingdienst als de terugvordering van zorgsubsidie door de gemeente Almelo. De gemeente had in 2019 al een onderzoek ingesteld naar de kwaliteit van zorg geleverd door Twenty4 Wonen, en dit onderzoek wees uit dat de zorg niet voldeed aan de subsidievoorwaarden, wat leidde tot de terugvordering van de subsidie.

Hoewel Twenty4 Wonen bezwaar had aangetekend tegen deze vordering, ontving de gemeente Almelo recentelijk signalen dat de kwaliteit van de zorg opnieuw in het geding was, onder andere vanwege het gebrek aan medewerkers om de cliënten te begeleiden. Omdat het hier ging om Wlz-cliënten, was de gemeente officieel geen partij in het geschil, maar vanwege de kwetsbaarheid van de cliënten ondernam de gemeente toch actie om hen onder te brengen bij andere zorgaanbieders via het Zorgkantoor.

Curator Wouter Weenink zal de komende tijd verder onderzoek doen naar de omstandigheden rondom het faillissement van Twenty4 Wonen. Het blijft nu de vraag hoe het beroep van de zorginstelling tegen de vordering van de gemeente Almelo zal verlopen, gezien het faillissement van de bv.

Bron: RTV oost
Het bericht Gemeente Almelo eist subsidie terug van failliete Zorginstelling Twenty4 Wonen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Digitale toegang tot de Overheid niet goed geregeld voor wettelijk vertegenwoordigers


Wettelijke vertegenwoordigers van mensen met een verstandelijke beperking hebben sinds de start van DigiD geen beheer over het DigiD-account van hun vertegenwoordigde. Daardoor kunnen zaken als administratie, financiën en medische dossiers niet digitaal opgepakt worden. Al jaren vragen KansPlus, Sien, Dit Koningskind, EMB Nederland en de LFB hier aandacht voor. In 2017 verscheen het rapport “Hoezo MIJNOverheid” van de Nationale Ombudsman, waarin duidelijk werd gesteld dat digitale toegang tot de Overheid niet goed was geregeld.

Ondanks lichte verbeteringen moet door de Nationale Ombudsman na zes jaar worden vastgesteld dat er voor wettelijk vertegenwoordigers nog steeds niet veel veranderd is. Dit ondanks toezeggingen van de Staatssecretaris van Koninkrijkrelaties en Digitalisering. De Ombudsman vraagt de Staatssecretaris om binnen drie maanden te komen met een duidelijk en haalbaar plan van aanpak waarin een tijdpad staat. Als belangenorganisaties pleiten wij ervoor om dit bij benoeming van de wettelijk vertegenwoordiger door de Rechtbank meteen te regelen.

De digitale toegang tot overheidsdiensten is de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd, maar recente ontwikkelingen en het rapport van de Nationale Ombudsman uit 2017 werpen een schaduw op deze vooruitgang. Het rapport wijst op een ernstig probleem: mensen missen belangrijke berichten in de digitale warboel van MijnOverheid. Dit duidt op een fundamenteel tekort in de digitaliseringsinspanningen van de overheid – het gebrek aan aandacht voor de menselijke factor.

Tijdens debatten in 2018 is er een brede consensus ontstaan over de noodzaak om de burger centraal te stellen in digitale overheidscommunicatie. Er is een roep om een empathische benadering, waarbij rekening wordt gehouden met degenen die niet mee kunnen of willen in de digitalisering.

Het recht op ondersteuning is een positieve ontwikkeling, maar het moet meer zijn dan een loze belofte. Het moet daadwerkelijk toegankelijk en effectief zijn voor alle burgers.

Daarnaast is het “recht om je te vergissen” een principe dat de overheid zou moeten omarmen. Het vermijden van boetes voor het missen van berichten op MijnOverheid is een stap in de goede richting, maar de implementatie ervan vereist zorgvuldige planning en actie.

Het behouden van keuzevrijheid voor burgers in hun communicatie met de overheid is cruciaal. Niet iedereen is comfortabel met digitale communicatie, dus het aanbieden van alternatieve methoden, zoals communicatie per post, is essentieel om niemand uit te sluiten.

In de race naar digitalisering moeten we niet vergeten dat de overheid er is om de belangen van alle burgers te dienen, ongeacht hun digitale vaardigheden. Het debat en het rapport van de Nationale Ombudsman herinneren ons eraan dat de menselijke factor nooit mag worden genegeerd in de zoektocht naar efficiëntie en modernisering. Het is tijd voor een overheid die haar burgers vooropstelt, ongeacht hun digitale bekwaamheid of voorkeuren.

In december 2022 heeft de Staatssecretaris uitgesproken begrip te hebben en te werken aan een zo spoedig mogelijke oplossing. Samen met de Nationale Ombudsman roept KansPlus de demissionair Staatssecretaris op om op korte termijn te komen tot een duidelijk en haalbaar plan van aanpak.

Bron: Kansplus
Het bericht Digitale toegang tot de Overheid niet goed geregeld voor wettelijk vertegenwoordigers verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel