Zorgnieuws | Actualiteiten in de zorg
x

Essentiële ISO-Normen in de Medische Sector


De medische sector is een complexe en gevoelige omgeving waarin de hoogste normen voor kwaliteit en veiligheid van cruciaal belang zijn. Het implementeren van ISO-normen is een effectieve manier om deze normen te handhaven en te verbeteren. In deze blog duiken we dieper in de ISO-normen die essentieel zijn voor de medische sector.

ISO 13485: Kwaliteitsmanagementsysteem voor Medische Hulpmiddelen

ISO 13485 is dé norm voor organisaties die betrokken zijn bij de levenscyclus van medische hulpmiddelen. Van ontwerp en ontwikkeling tot productie, installatie en onderhoud, deze norm stelt strenge eisen aan kwaliteitsmanagementsystemen. Het voldoen aan ISO 13485 is van cruciaal belang om de veiligheid en prestaties van medische hulpmiddelen te waarborgen.

ISO 14971: Risicomanagement voor Medische Hulpmiddelen

Het identificeren en beheren van risico’s is een integraal onderdeel van kwaliteitsmanagement in de medische sector. ISO 14971 biedt een raamwerk voor het systematisch aanpakken van risico’s gedurende de levenscyclus van medische hulpmiddelen. Door dit te implementeren, kunnen organisaties proactief potentiële gevaren identificeren en effectieve strategieën ontwikkelen om ze te beheersen. Dit staat weer nauw verbonden met de Risico Inventarisatie & Evaluatie, een RI&E opstellen is een middel om deze risico’s te identificeren en te evalueren.

ISO 15189: Kwaliteit en Competentie van Medische Laboratoria

Voor medische laboratoria is ISO 15189 de norm die de eisen specificeert voor kwaliteits- en competentieaspecten. Dit omvat zaken als personeelsbekwaamheid, testmethoden, kwaliteitsborging en rapportage. Het naleven van ISO 15189 zorgt ervoor dat medische laboratoria betrouwbare en nauwkeurige resultaten produceren, wat essentieel is voor de juiste diagnose en behandeling van patiënten.

ISO 9001: Algemeen Kwaliteitsmanagementsysteem

Hoewel niet specifiek gericht op de medische sector, is ISO 9001 certificering een universele norm voor kwaliteitsmanagement. Voor medische instellingen biedt het een kader om algemene processen te standaardiseren, wat leidt tot efficiëntere bedrijfsvoering en een consistente kwaliteit van zorg. Het is een waardevolle aanvulling op sector-specifieke normen.

ISO 27001: Informatiebeveiliging in de Gezondheidszorg

Met de toename van digitale informatie en elektronische patiëntendossiers is informatiebeveiliging van het grootste belang in de gezondheidszorg. ISO 27001 stelt eisen voor een Information Security Management System (ISMS) om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informatie te waarborgen.

Voordelen van ISO-Normen in de Medische Sector

De implementatie van deze ISO-normen biedt aanzienlijke voordelen voor de medische sector. Allereerst zorgen ze voor een gestandaardiseerde aanpak van kwaliteitsmanagement, wat leidt tot meer consistente en betrouwbare zorg. Dit draagt bij aan een verbeterde patiënttevredenheid en vertrouwen.

Bovendien helpen ISO-normen bij het voldoen aan wettelijke vereisten en regelgeving. Dit is vooral cruciaal in een sector waar naleving van voorschriften direct verband houdt met de veiligheid van patiënten en de integriteit van medische praktijken.

Een ander voordeel is de verbetering van de efficiëntie en kostenbeheersing. ISO-normen moedigen het identificeren van inefficiënties aan, waardoor organisaties processen kunnen optimaliseren en onnodige kosten kunnen vermijden.

Toekomstige Uitdagingen en Kansen

Terwijl de medische sector blijft evolueren, zullen nieuwe uitdagingen zich voordoen. Dit kan variëren van technologische vooruitgang tot veranderingen in regelgeving. Het is van cruciaal belang dat de medische sector zich blijft aanpassen en investeert in het begrijpen en implementeren van relevante ISO-normen.

In conclusie vormen ISO-normen een onmisbaar instrument voor het waarborgen van kwaliteit, veiligheid en efficiëntie in de medische sector. Door deze normen te omarmen, kunnen medische organisaties niet alleen voldoen aan de huidige eisen, maar ook voorbereid zijn op de uitdagingen en kansen van de toekomst.
Het bericht Essentiële ISO-Normen in de Medische Sector verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Eigenbelang, sociale marginalisatie en zwakke plekken liberale instituties dragen bij aan steun populistische partijen


In de afgelopen twintig jaar zijn Europese democratieën getuige geweest van de opkomst van populistische partijen. Nieuw promotieonderzoek van dr. Francesco Marolla (Tilburg University) biedt inzicht in verklaringen voor de steun van Europese burgers aan deze partijen. “Populistische partijen krijgen aanzienlijke steun van burgers die zich sociaal gemarginaliseerd voelen, vooral in meer welvarende en geglobaliseerde samenlevingen. Ook blijken eigenbelang en zwakke plekken van liberale instituties belangrijke factoren in het verklaren van steun voor populisme”. 

Marolla onderzocht onder meer een veelgehoord argument dat populistische partijen kiezers mobiliseren door crisissituaties op te voeren, ter versterking van het frame van ‘het volk’ tegen ‘de elite’. “De economische crisis, zoals de crisis van 2008, biedt populistische partijen een argument om een beroep te doen op kiezers die teleurgesteld zijn in hun politieke establishment en zich zorgen maken over de verslechtering van de algemene economie,” zo stelt Marolla. Resultaten tonen aan dat percepties van een economische crisis de steun voor een populistische ideologie niet aanwakkeren. Factoren die te maken hebben met eigenbelang blijken wel van invloed: “Individuen worden aangetrokken door populistische partijen uit overwegingen van eigenbelang over hun kwetsbare sociaaleconomische positie en de persoonlijke financiële situatie,” aldus Marolla.

Zwakke plekken liberale instituties versterken anti-institutionele impuls

Ook tonen de bevindingen van het promotieonderzoek aan dat politieke systemen met veel liberale institutionele regelingen de anti-institutionele aantrekkingskracht van populistische partijen vergroten en de kans dat politiek gewantrouwde burgers populistische partijen steunen. “Liberale democratieën zijn nogal complexe systemen, die niet altijd begrijpelijk zijn voor alle groepen in de samenleving. Coalitieregeringen zorgen voor een bredere vertegenwoordiging van de bevolking, maar besluiten komen soms traag tot stand en burgers kunnen de indruk krijgen dat hun stem niet wordt gehoord. Populistische partijen kunnen profiteren van dit onbegrip, door protestkiezers aan te trekken.” Beleidsmakers zouden meer moeite moeten doen om burgers te informeren over waarom liberale instellingen belangrijk zijn, en tegelijkertijd zouden ze kritisch moeten zijn over de zwakheden van dergelijke instellingen, zo pleit de onderzoeker.

Relevante inzichten met oog op uitslag Tweede Kamerverkiezing 2023

Het onderzoek biedt relevante inzichten in het licht van de uitslag van de landelijke Tweede Kamerverkiezing: “De opkomst van partijen als BBB en PVV, duidt op een gevoel van malaise bij veel Nederlanders die vinden dat hun samenleving op een dwaalspoor is beland en die deze terug willen brengen naar de oude situatie. Een dergelijk sentiment kenmerkt waarschijnlijk niet alleen de meer economisch kwetsbare groepen, maar strekt zich ook uit tot de meer welgestelden. Hoe de nieuwe Nederlandse regering er ook uit komt te zien, ze zal te maken krijgen met deze groeiende gevoelens binnen de Nederlandse samenleving en waarschijnlijk ook met dringende verzoeken om institutionele hervormingen”, aldus Marolla. 

Bron: Tilburg University
Het bericht Eigenbelang, sociale marginalisatie en zwakke plekken liberale instituties dragen bij aan steun populistische partijen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Onvoldoende kennis leidt vaak tot andere diagnose bij erfelijke diabetes 


Diabetes type 1 en 2 kennen de meeste mensen wel. Maar er zijn ook andere vormen die minder bekend zijn en minder vaak voorkomen, zoals erfelijke diabetes. Vormen van erfelijke diabetes zijn MODY, MIDD en neonatale diabetes. Helaas krijgen mensen met erfelijke diabetes vaak eerst een andere diagnose en daardoor meestal niet een behandeling die past. Daarom start het Diabetes Fonds deze week een campagne om mensen bekender en bewuster te maken over erfelijke vormen van diabetes.

Erfelijke diabetes komt minder vaak voor dan diabetes type 1 en 2 en is daarom minder bekend. Het gevolg is dat 80 procent van de mensen met MODY eerst een andere diagnose krijgt. Net zoals artsen kennen mensen met diabetes deze erfelijke vormen ook lang niet altijd. Een andere diagnose kan grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld jarenlang de verkeerde behandeling krijgen. 

Vormen van erfelijke diabetes

Er zijn verschillende vormen van erfelijke diabetes. MODY, MIDD en neonatale diabetes komen het vaakst voor. Door een verandering in het DNA kan iemand erfelijke diabetes krijgen. Die persoon erft dat meestal van de vader of moeder. Bij erfelijke diabetes speelt erfelijkheid dus een heel belangrijke rol. Veel meer dan bij diabetes type 1 of 2.   

Gevolgen erfelijke diabetes voor familie

Als je een erfelijke vorm van diabetes hebt, kunnen familieleden ook een erfelijke vorm hebben of krijgen. Het gaat om ouders, kinderen, broers en zussen. Bij MODY is de kans op de erfelijke aanleg zelfs 50 procent. Mensen met een erfelijke aanleg voor MODY krijgen meestal ook MODY. Als familieleden weten dat er erfelijke diabetes in de familie voorkomt, dan kan de diagnose bij hen soms eerder worden vastgesteld. Hiermee worden klachten en problemen mogelijk voorkomen of beperkt.  

Over de campagne

De campagne bestaat onder meer uit een online kennistest. Deze test is bedoeld om mensen te informeren en alert te maken over de kenmerken van erfelijke vormen van diabetes. Als ze de kenmerken bij zichzelf herkennen, is het advies om in gesprek te gaan met hun arts. Als iemand echt erfelijke diabetes heeft, is het mogelijk dat de behandeling moet worden aangepast. Bijvoorbeeld geen behandeling meer met insuline, maar met tabletten.  

Ervaringen met MODY in mini-documentaires

Twee mensen vertellen in twee mini-documentaires over hun ervaringen met de erfelijke diabetesvorm MODY. Ze praten onder meer over welke gevolgen de verkeerde diagnose van diabetes op hun leven heeft gehad. Stefanie kreeg in eerste instantie de diagnose type 1 en Dennis type 2. Nadat ze hoorden dat ze eigenlijk MODY hadden, werd hun behandeling aangepast én konden familieleden ook op MODY worden getest. In een derde documentaire vertelt internist-endocrinoloog Marielle Schroijen (LUMC) alles over MODY, bijvoorbeeld waar je het aan kunt herkennen. 

Bron: Diabetes Fonds
Het bericht Onvoldoende kennis leidt vaak tot andere diagnose bij erfelijke diabetes  verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Consumenten kiezen zorgverzekering op prijs, maar weten niet wat ze krijgen


Ombudsonderzoek naar factoren die een rol spelen bij de keuze voor een zorgverzekering

Ombudsman Zorgverzekeringen Frederique van Zomeren heeft door onderzoeksbureau Motivaction onderzoek laten doen naar factoren die een rol spelen bij de keuze voor een zorgverzekering. “Wat opvalt, is dat er vaak een bewuste keuze is gemaakt voor een zorgverzekering maar dat de overgrote meerderheid zich overvallen voelt door de medische kosten voor eigen rekening.”

Overstapangst door hoge kosten

Deze conclusie sluit aan bij de signalen die de SKGZ ontvangt en die de aanleiding vormen voor dit onderzoek. De Ombudsman maakt zich daar zorgen over. “Consumenten blijken vaak onbewust onbekwaam te zijn, dat kan leiden tot onverwachte medische kosten voor eigen rekening, overstapangst en zorgmijding.”

Financiële verrassingen leiden tot zorgmijding

Het onderzoek toont aan dat men weliswaar bewust een keuze maakt voor een zorgverzekering, vaak op prijs gebaseerd, maar dat deze keuze later financiële verrassingen met zich meebrengt. Hierdoor komen mensen alsnog in de knel. Soms is dit risico ingecalculeerd. Maar vaker zijn consumenten zich vooraf niet voldoende bewust van de financiële risico’s van hun keuze en worden zij daar pas mee geconfronteerd als het kwaad al is geschied. Niet iedereen kan die kosten opvangen en dan is een treurige consequentie dat mensen zorg gaan mijden. Dat ze behandelingen uitstellen of zelfs stoppen, omdat ze die niet kunnen betalen. Individueel heeft dat gevolgen, maar ook voor ons allemaal. Deze zorgmijding kan immers op termijn tot hogere zorgkosten leiden.  

Alleen doen wat moet, is niet genoeg

In de optiek van de respondenten zou meer informatie kunnen helpen. Dat is begrijpelijk vanuit de gedachte: ‘als ik dit van tevoren had geweten, dan had ik nu niet in deze situatie gezeten’. Tegelijkertijd is het de vraag of meer informatie daadwerkelijk het probleem gaat oplossen. Want aandacht voor toegankelijke en begrijpelijke informatie is er al jaren. Deze ‘informatieplicht’ is zelfs in regelgeving vastgelegd. De Ombudsman vindt het belangrijk dat zorgverzekeraars en zorgverleners consumenten nog beter gaan helpen om een goede keuze te maken. Frederique: “Alleen doen wat moet, is niet genoeg. We moeten doen wat hélpt. Consumenten bevragen en ze persoonlijk, passend en proactief informeren over de eigenschappen van het gekozen verzekeringsproduct. Ook over de mogelijke financiële risico’s die met het gekozen product samenhangen.”

Voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen

En als er dan toch gedoe tussen verzekeraar en verzekerde ontstaat, dan pleit de Ombudsman ervoor om oog te blijven houden voor de mens. “Want dat er in dit complexe systeem dingen misgaan, is een gegeven. Het is belangrijk om dan naar de bedoeling achter de regels te kijken. Want er is vaak ruimte om problemen rechtmatig én rechtvaardig op te lossen. Zo voorkomen we als zorgverzekeringsstelsel dat er mensen tussen wal en schip vallen.”

Bron: SKGZ
Het bericht Consumenten kiezen zorgverzekering op prijs, maar weten niet wat ze krijgen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Bezwaar maken: van nee naar ja


Als ouder van een kind met ZEVMB vraag je regelmatig materiële en financiële middelen aan. De gezondheidszorg staat onder enorme druk en de kosten blijven stijgen. Mantelzorgers worden steeds meer belast, en dat geldt ook voor jou als ouder van een kind met complexe zorgbehoeften. Alle betrokken partijen erkennen dat deze last te zwaar wordt. Soms lijkt het afwijzen van verzoeken voor hulpmiddelen een eenvoudige manier om kosten te besparen, of dit nu terecht is of niet. Helaas gebeurt dit maar al te vaak. Er moet een verandering komen, en daarom…

Je doet dit niet omdat je dat zo leuk vindt, maar omdat het nodig is om de zorg voor je kind vol te kunnen houden. Pijnlijk dus als je steeds vaker een nee hoort op je aanvraag. Het enige middel dat je dan hebt, is bezwaar maken. Op donderdag 14 december neemt onafhankelijk cliëntondersteuner Erika van de Bilt je tijdens het online webinar ‘Bezwaar maken: van nee naar ja’ je mee in de taal en de stappen die nodig zijn om succesvoller in bezwaar te gaan. Dit webinar wordt georganiseerd door Wat niemand weet en Veronique Werz.

…hoe kun je van “nee” een “ja” maken?

Precies dat willen we met jullie delen tijdens dit webinar. Erika zal jullie begeleiden bij het begrijpen van de taal en de stappen die nodig zijn om succesvoller bezwaar te maken. Het is geen garantie voor succes, maar het vergroot wel je kansen. Het indienen van bezwaar is het enige middel dat je als ouders van kinderen met complexe zorgbehoeften hebt. Het is dus belangrijk om goed voorbereid te zijn.

Praktische informatie:

Datum: donderdag 14 december 2023

Tijd: 19.30 – 21.00 uur

Locatie: Online via ZOOM, comfortabel vanaf je eigen keukentafel met je eigen kop koffie of thee

Presentatoren: Erika van de Bilt en Veronique Werz

Kosten: € 39,95 (inclusief 21% btw)

Het webinar zal alleen plaatsvinden als er minimaal 10 deelnemers zijn ingeschreven. Als dit aantal niet wordt gehaald, wordt je geld uiteraard teruggestort.

Erika van de Bilt is een deskundige met ervaring als onafhankelijk cliëntondersteuner voor complexe zorgvragen. Ze streeft ernaar om problemen openlijk bespreekbaar te maken en heeft een creatieve benadering om brede oplossingen te vinden.

Veronique Werz is de oprichter van de stichting Lotje&co en de community ‘wat niemand weet…’. Veronique staat bekend om haar snelle en creatieve denkwijze, waarbij ze kansen ziet in allerlei situaties. Als katalysator en inspirator probeert ze een brug te slaan tussen de realiteit en dromen. Door samen te werken hoopt Veronique ouders te inspireren om een betere balans te vinden tussen draagkracht en draaglast.
Het bericht Bezwaar maken: van nee naar ja verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Eerste Kamer stemt in met betere ondersteuning visueel beperkten


Vanaf 1 januari 2024 kunnen mensen met een visuele beperking die onder de Participatiewet vallen bij UWV terecht voor speciale hulpmiddelen en werkvoorzieningen, zoals een voorleeshulp. Op dit moment bieden gemeenten deze hulp, maar zij missen hiervoor vaak de specialistische kennis. De Eerste Kamer is akkoord gegaan met het wetsvoorstel van minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) dat dit regelt.

Minister Schouten: “We maken het makkelijker voor mensen met een visuele beperking om hulpmiddelen aan te vragen én te behouden voor werk. Zo kunnen zij volwaardig meedoen en hun talenten op de werkvloer ten volle inzetten.”

Twee op de drie mensen met een visuele beperking heeft op dit moment geen betaald werk. De verwachting is dat zij door de overheveling van de taken naar UWV eenvoudiger ondersteuning zullen krijgen en daarmee een betere positie krijgen op de arbeidsmarkt.

UWV heeft veel expertise en ervaring met het beoordelen en verstrekken van noodzakelijke technische voorzieningen voor mensen met een visuele beperking. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulpmiddelen en werkvoorzieningen zoals een brailleleesregel, een voorleeshulp of aanpassingen in de software. Maar het kan ook gaan om een vervoersvoorziening naar de werkplek.

Mensen met een visuele beperking en een Participatiewet-uitkering kunnen vanaf 2024 een aanvraag voor een werkvoorziening indienen bij UWV. Op een vergelijkbare manier voert UWV sinds 1 juli 2019 ook de tolkvoorziening uit voor gemeenten. 

Bron: Rijksoverheid
Het bericht Eerste Kamer stemt in met betere ondersteuning visueel beperkten verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

FNV: Doktersassistenten en praktijkondersteuners krijgen ruim 10% meer salaris


In anderhalf jaar tijd zeker 10% meer salaris, meer vrije tijd en voorrang voor vaste medewerkers bij invulling van de roosters. Dat hebben vakbonden en werkgevers afgesproken voor de ruim 34.000 werknemers die vallen onder de cao Huisartsenzorg. Hierin zijn huisartsen niet meegeteld, zij hebben een eigen cao. Mitchell Hoogenhout, bestuurder FNV Zorg & Welzijn: ‘We hebben in dit onderhandelaarsakkoord ook nadrukkelijk ingezet op meer vrije tijd. Werknemers kunnen zelf kiezen wanneer ze deze extra vrije uren willen opnemen.’

De gemaakte afspraken worden nu aan de leden van de vakbonden voorgelegd. Zij kunnen tot en met 7 december stemmen.  

Salaris

De salarissen gaan op 1 februari met 5% omhoog voor de werknemers in de lagere en middelste salarisschalen, met een bodem van € 175 euro bruto. Dat zijn onder meer de doktersassistenten, praktijkondersteuners en werknemers op de huisartsenpost. De werknemers in de hogere salarisschalen krijgen er op die datum 4% bij, ook met een bodem van € 175 euro bruto. Op 1 november 2024 volgt een tweede loonsverhoging, dan van 2,5%. In 2025 krijgen alle werknemers er op 1 mei nog eens 2,5% bij.

Extra vrije dagen

In 2024 krijgen alle medewerkers 10 uur (op fulltime basis) extra vrije tijd. En vanaf 2025 is dat 20 uur per jaar (op fulltime basis). Deze uren vallen onder het Persoonlijk Levensfase Budget (PLB). Het is de eerste keer dat er in de cao Huisartsenzorg een PLB is opgenomen. Hoogenhout: ‘Een mooie stap voor de werknemers omdat ze zelf kunnen kiezen wanneer ze deze extra vrije tijd willen opnemen. De extra uren hoeven overigens niet in het jaar zelf opgenomen te worden, werknemers kunnen ze ook opsparen.’

Betere balans werk-privé

Naast de afspraken voor het PLB zijn er nog meer afspraken gemaakt die moeten zorgen voor een betere werk-privébalans, onder meer het recht op onbereikbaarheid. Ook zijn werknemers van 60 jaar of ouder niet meer verplicht om nachtdiensten te draaien. Die grens lag op 62 jaar.

Meer verbeteringen

Tot slot is de reiskostenvergoeding verbeterd waardoor werknemers die meer dan 5 kilometer van hun werk wonen ook de eerste 5 kilometer vergoed krijgen. De reiskostenvergoeding zelf is verhoogd naar € 0,23 per kilometer. De thuiswerkvergoeding wordt in 2024 aangepast aan de maximale belastingvrije vergoeding.

Ruim 34.000 werknemers

De cao Huisartsenzorg geldt voor ruim 34.000 die werken in de huisartsenzorg. De cao gaat in op 1 januari en loopt tot en met 30 juni 2025. Huisartsen vallen onder een andere cao.

Bron: FNV
Het bericht FNV: Doktersassistenten en praktijkondersteuners krijgen ruim 10% meer salaris verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Komst nieuw Elektronisch Patiëntendossier moet innovatie in zorg aanjagen


Het online zorgplatform Webcamconsult introduceert een nieuw Elektronisch Patiëntendossier (EPD) met als doel deze toegankelijk te maken voor elke zorgorganisatie en leverancier van digitale diensten. Deze vooruitgang markeert een significante stap in de mogelijkheden voor integratie binnen zorgorganisaties en zal innovatie versnellen.

Het EPD is in samenwerking met zorgprofessionals ontwikkeld om de communicatie tussen patiënten en zorgverleners te verbeteren en te optimaliseren. Bovendien biedt het ruimte voor integratie met bedrijven die diensten leveren aan zorgorganisaties binnen het digitale domein. Het EPD biedt de mogelijkheid aan zorgverleners om tijdens virtuele consulten meteen  medische informatie van de patiënt vast te leggen en ook weer eenvoudig terug te vinden zoals medische geschiedenis, laboratoriumresultaten en medicatiegegevens, waardoor zorgverleners tijdens virtuele consulten sneller en weloverwogen beslissingen kunnen nemen.

Belemmeringen zorginnovatie

Bert van Gerwen, CEO van Webcamconsult: “Met de introductie van het Elektronisch Patiëntendossier naast onze online communicatiediensten, zetten we een grote stap voorwaarts in het verwezenlijken van die missie.Een EPD is in de meeste gevallen behoorlijk gesloten en de kosten voor integratie met een externe leverancier kunnen aanzienlijk zijn. Dit belemmert innovatie in de zorg. Omdat we zelf ook regelmatig met deze problemen te maken kregen en omdat we soortgelijke zorgen hoorden van andere leveranciers en onze relaties, hebben we besloten een eigen EPD te ontwikkelen.”

Van Gerwen benadrukt dat het doel niet is om de bestaande complexe EPD’s in ziekenhuizen te vervangen, maar waar nodig een handzaam EPD te bieden voor met name kleinere zorginstellingen en op afdelingen van grotere instellingen die willen inzetten op hybride zorg. Het kunnen terugvallen op één systeem, dat fungeert als volledige online praktijk, is dan ook de motivatie van Webcamconsult voor de integratie van het EPD. 

Geïntegreerd EPD

Daarnaast heeft het EPD de mogelijkheid om verwijsbrieven, recepten en andere correspondentie te delen met patiënten en/of huisartsen. 

Op dit moment worden er gesprekken gevoerd met zorgorganisaties in het buitenland, waaronder Spanje, om de implementatie van Webcamconsult met het nieuwe EPD te realiseren. Vera van der Vliet, Country Manager bij Webcamconsult, benadrukt het belang van deze samenwerking: “Niet alleen in Nederland hebben zorgorganisaties te maken met een groeiende zorgvraag en stijgende kosten. Ook in het buitenland wordt gezocht naar innovatieve oplossingen om de efficiëntie te verbeteren en kosten te verlagen. Toegang voor aanjagers van e-healthoplossingen tot EPD’s is daarbij van essentieel belang. Het flexibel en betaalbaar inzetten van het EPD is dan ook het uitgangspunt.”

Het nieuwe EPD wordt internationaal uitgerold in 10 verschillende talen. Zorgaanbieders kunnen de nieuwe dienst online activeren en direct in gebruik nemen.
Het bericht Komst nieuw Elektronisch Patiëntendossier moet innovatie in zorg aanjagen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Bewindvoerders, Mentoren en Curatoren: Een Onderbetaalde Strijd voor Gerechtigheid


Het is een verhaal dat zich vaak achter de schermen afspeelt, weggestopt in bureaucratische labyrinten en beleidsjargon. Maar het heeft betrekking op een sector die van vitaal belang is voor duizenden kwetsbare mensen in Nederland. We hebben het over bewindvoerders, mentoren en curatoren, degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheren van financiën en het nemen van beslissingen voor mensen die dat niet zelf kunnen doen. En hun verhaal is er een van frustratie, onbegrip en een strijd voor rechtvaardige vergoeding.

In een recente brief aan hun leden, NBBI (Nederlandse Beroepsvereniging voor Bewindvoerders en Inkomensbeheerders) en Horus, de vereniging voor mentorschap en curatele, drukken ze hun diepe teleurstelling uit over het gebrek aan een snelle oplossing voor de problemen waarmee hun sector wordt geconfronteerd. Ondanks beloftes en gesprekken met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijven de uitdagingen onopgelost.

Deze uitdagingen omvatten onder andere een hoge werklast, ontoereikende tarieven, het verlies van ervaren medewerkers aan gemeenten, onbetaalde werkzaamheden als gevolg van een gebrek aan beschikbare uren, en bewindvoerders die niet kunnen voldoen aan solvabiliteitseisen. Het lijkt erop dat deze essentiële dienstverleners aan hun lot worden overgelaten, terwijl ze dagelijks te maken hebben met complexe casuïstiek en de zorg voor de meest kwetsbaren in onze samenleving.

De brief van NBBI en Horus bevat dringende aanbevelingen aan hun leden. Ze adviseren bewindvoerders en anderen om kritisch naar hun dienstverlening te kijken en terughoudend te zijn bij het aannemen van ingewikkelde en vaak arbeidsintensieve dossiers. Ook benadrukken ze het belang van het naleven van wettelijke taken en het aanvragen van extra uren voor complexe dossiers. Het is een teken van de ernst van de situatie dat ze bewindvoerders aanmoedigen om specifieke taken niet uit te voeren als de extra beloning niet wordt toegekend.

Maar de brief gaat verder dan alleen aanbevelingen. NBBI en Horus hebben ook stappen ondernomen om hun zaak kracht bij te zetten. Ze vragen minister Weerwind om extra subsidie om de hoge inflatie van 2022 te compenseren. Ze dringen er bij de minister op aan om onderzoek te doen naar de uren die bewindvoerders aan dossiers besteden en om eenzelfde onderzoek te doen voor curatele en mentorschap. Bovendien onderzoeken ze of een juridische procedure kansrijk is om de beloningen beter in lijn te brengen met de werkelijkheid.

Het geduld van bewindvoerders en hun verenigingen raakt op, maar hun vastberadenheid blijft sterk. Ze hebben jarenlang geduldig samengewerkt en zijn constructief betrokken geweest bij onderzoeken en gesprekken. Maar nu eisen ze gerechtigheid voor hun sector, die van cruciaal belang is voor de bestaanszekerheid van honderdduizenden kwetsbare mensen in Nederland.

Het is een verhaal dat niet vaak genoeg wordt verteld, maar het verdient de aandacht en steun. Bewindvoerders, mentoren en curatoren zijn de stabiele basis die zorgt voor degenen die dat het meest nodig hebben. Laten we hun strijd voor rechtvaardigheid niet negeren en hen de erkenning en vergoeding geven die ze verdienen.
Het bericht Bewindvoerders, Mentoren en Curatoren: Een Onderbetaalde Strijd voor Gerechtigheid verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel

x

Adviescollege kraakt nieuwe wet tegen schijnzelfstandigheid


Het wetsvoorstel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan heeft geen nut, vindt het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft een vernietigend oordeel geveld over het wetsvoorstel dat schijnzelfstandigheid moet tegengaan. In een advies aan het demissionaire kabinet maakt het ATR duidelijk dat de voorgestelde plannen niet alleen ineffectief zijn, maar ook leiden tot meer bureaucratische rompslomp.

Dit blijkt uit een verslag met het kritische standpunt van het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) met betrekking tot het wetsvoorstel tegen schijnzelfstandigheid. Het ATR betoogt dat de voorgestelde plannen niet alleen ineffectief zijn, maar ook leiden tot meer administratieve lasten. De discussie over dit wetsvoorstel blijft voortduren. De gevolgen voor zelfstandigen en bedrijven in Nederland worden afgewacht. De aangekondigde plannen lossen het probleem niet op, maar zorgen vooral voor extra administratieve rompslomp.

Het fenomeen van schijnzelfstandigheid, waarbij bedrijven medewerkers als zelfstandigen inzetten is niet alleen om sociale premies en loonbelasting te ontwijken. Het kabinet tracht dit probleem aan te pakken met een nieuwe wet, die beoogt te bepalen of iemand daadwerkelijk als zelfstandige kan worden beschouwd. Hierbij wordt gekeken naar drie factoren: de mate van aansturing en controle, de structurele aard van het werk en de verantwoordelijkheid van de zelfstandige.

Het ATR uit echter ernstige bedenkingen bij deze aanpak. Alle drie de factoren laten ruimte voor interpretatie, wat de situatie eerder ingewikkelder maakt dan verheldert. Bovendien maken rechters nu al gebruik van deze criteria bij het beoordelen van zelfstandigheid, waardoor de voorgestelde wet feitelijk weinig verandert. Wel brengt het extra regeldruk met zich mee.

Het ATR pleit dan ook voor een herziening van de plannen en adviseert het kabinet om in gesprek te gaan met zelfstandigen en individuele werkgevers. Een praktijkproef zou moeten worden uitgevoerd voordat definitieve wijzigingen worden doorgevoerd.

Bron: ATR en Nu.nl

Het bericht Adviescollege kraakt nieuwe wet tegen schijnzelfstandigheid verscheen eerst op MedicalFacts.nl.
Lees het originele artikel